dat iemand hier iets aan kan veranderen?
Ik geloof dat het niet goed is de pers als geheel een verwijt te maken. We moeten goed begrijpen dat de confrontatie tussen Oost en West die enkele tientallen jaren heeft geduurd niet zonder invloed is gebleven op de psychologische omstandigheden die in aanzienlijke mate meningen en houdingen in zowel Rusland als het Westen hebben bepaald. Het is heel belangrijk om geen gevangene van het verleden te worden en om tegelijkertijd geen illusies te koesteren.
Veel kranten van het Westen blijven herhalen dat ze teleurgesteld zijn over de resultaten en de follow-up van de conferentie in Helsinki.
In de eerste plaats verwijs ik naar wat ik zojuist heb gezegd. Na tientallen jaren van confrontatie moeten we niet meteen na een topconferentie ongeduldig worden. Maar wel moeten we doorgaan met druk uit te oefenen om de overeenkomsten van Helsinki geleidelijk aan gerealiseerd te krijgen in alle landen die ze ondertekend hebben. Ten tweede: in 1977 vindt er in Belgrado een conferentie plaats waar deskundigen zullen nagaan wat er tot dan bereikt is.
Alléen na afloop van deze conferentie zullen wij kunnen beoordelen waartoe de tekst van Helsinki kan leiden. Tijdens een gesprek, dat ik in Helsinki met president Kekkonen voerde, heb ik hem gevraagd hoe hij erin is geslaagd om met de Sovjet-Unie een verhouding van werkelijk vertrouwen op te bouwen. U hebt zelf langdurig met Sovjet-leiders van gedachten gewisseld, vooral met partijleider Leonid Brezjnev.
Premier Kosygin was mijn partner toen we in augustus 1970 het verdrag van Moskou tekenden. We hebben toen ernstig, open en vruchtbaar gesproken. Het is waar dat ik later vele uren lang ook interessante en vriendschappelijke gesprekken heb gevoerd met Leonid Brezjnev. Ik heb veel geleerd van zijn manier van denken en van zijn interpretatie van de wijze waarop de vrede verzekerd kan worden en waarop de samenwerking tussen Oost en West vergroot kan worden. Ik geloof ook dat hij aandachtig luisterde naar mijn uiteenzettingen. Op die manier ontstond er een sfeer van persoonlijk vertrouwen ondanks van elkaar verschillende standpunten betreffende belangrijke onderwerpen. Ik denk dat dit wederzijds begrip in internationale kwesties heel belangrijk is.
François Xavier Ortoli meent dat 1976 het jaar wordt van de grote discussie over de toekomst van Europa. Hij stelt voor dat de sleutelwoorden voor dit gesprek worden gekenmerkt door een globale aanpak, unanieme besluitvorming en souplesse. Bent u nog steeds gematigd optimistisch (zoals in Newsweek van 24 maart 1975) over dit