in ons centrum in Wenen hebben we natuurlijk ontmoetingen tussen wetenschapsmensen uit verschillende landen en met verschillende achtergronden, niet alleen sociaal en politiek, maar ook cultureel.
Is de samenwerking tussen vogels van een dergelijk verschillende pluimage wel vruchtbaar?
Wij hebben bewezen dat het uitstekend werkt. Wij hebben op het gebied van de sociale wetenschappen een opmerkelijke integratie bereikt. Dat is nooit eerder gebeurd. We zijn ongeveer twaalf jaar geleden met ons werk begonnen. Toen bestond het zogenaamde cross-nationalonderzoek op dit terrein vrijwel niet. Het kwam zowel binnen de westelijke als de oostelijke wereld weinig voor. Tussen Oost en West bestond het helemaal niet. Toen werd er zelfs niet gedacht dat het mogelijk was dat het ooit nog eens zover zou komen. Het was onze bedoeling in Europa een wetenschappelijke gemeenschap van sociale wetenschappers te creëren.
Hebt u een kruisbestuiving tot stand gebracht?
Nee, dat niet. Laat me met een concreet voorbeeld uitleggen wat er gebeurde met ons onderzoek naar automatisering bijvoorbeeld. We vormden een groep van deskundigen die gedurende wat langere perioden een aantal keren in Warschau, Polen, bijeenkwam. De groep bestond onder meer uit een computerspecialist van de universiteit van Honolulu op Hawaii, nog een van de universiteit van Moskou, terwijl er verder specialisten waren uit Japan, Groot-Brittannië, de Bondsrepubliek Duitsland, Oostenrijk en Denemarken, en natuurlijk onze eigen Poolse wetenschapsmensen. Deze groep werkte voortreffelijk samen. Wij hebben bewezen dat het kon en wij hebben het aangemoedigd.
Met andere woorden, uw centrum heeft veel op unieke wijze gedaan voor de integrale menselijke betrekkingen tussen Oost- en West-Europa, en misschien zelfs tussen werelddelen.
Wij hebben het gevoel dat wat mogelijk was op dit zeer moeilijke terrein, zeker ook mogelijk is op andere terreinen. Het probleem bestaat niet alleen uit het extrapoleren van deze ervaringen en het stellen van de vraag, hoe komt het dat dit instituut dit heeft bereikt? En welke praktische conclusies kunnen uit deze ervaring worden getrokken? Ik geloof dat zonder de politieke opening, zonder het begin van een tijdvak van vreedzame samenwerking, ons succes onmogelijk zou zijn geweest. Ten tweede: er moet bij bepaalde kringen van mensen of in een bepaald milieu een echte behoefte bestaan; dat kan een wetenschappelijk, politiek of economisch milieu zijn, er moet een sociale behoefte bestaan om dit te bereiken. En ten derde, en dat is erg belangrijk, zou ik