| |
| |
| |
Yuri Zukov
Yuri Alexandrovitch Zukov werd in 1908 te Lugansk geboren. Hij studeerde journalistiek aan de Lomonosov-universiteit in Moskou en werkte vervolgens als journalist in Lugansk en Charkov. Van 1932-1946 schreef Zukov voor de Komsomolskaya Pravda en in 1946 werd hij aan de Pravda verbonden. Al spoedig vertrok hij als correspondent naar Parijs (1947 tot 1952). Sedert 1962 is collega Zukov redacteur buitenland en commentator van de Pravda. Hij is tevens lid van de opperste Sovjet, vice-voorzitter van het Sovjet-comite ter bescherming van de vrede, president van een groep van Sovjet-Franse parlementariërs, lid van de commissie voor Buitenlandse Zaken van de opperste-Sovjet, lid van de herzieningscommissie van het centraal comité der cpsu en kandidaat-lid van genoemd comite. Hij is drager van de Lenin-orde.
Wij zijn van mening dat de Slot-akte van Helsinki een zeer belangrijk politiek document is, waarin na een onderlinge overeenkomst van vijfendertig staatshoofden de voornaamste principes voor de verzekering van de veiligheid en samenwerking in Europa zijn vastgelegd. Dit is een document, dat de basis legt; een document dat ertoe geroepen is een zeer belangrijke rol te spelen bij de verdere ontwikkeling van Europa.
Kameraad Brezjnev heeft in zijn beoordeling van de Conferentie van Helsinki tijdens deze bijeenkomst gezegd, dat de resultaten van de langdurige onderhandelingen dusdanig zijn, dat er geen overwinnaars en geen verliezers zijn, geen partijen die winst of verlies boeken. Hij zei: ‘Dit is een overwinning van het gezonde verstand. Wij winnen er allemaal bij, de landen van het Oosten en van het Westen, de volken van de socialistische en de kapitalistische staten, grote en kleine landen. Dit is een overwinning voor allen wie vrede en veiligheid op onze planeet dierbaar zijn.’ Wij, Sovjet-afgevaardigden, onderschrijven dit oordeel volkomen.
Zit u in het parlement?
Ja, ik ben lid van de commissie voor Buitenlandse Zaken bij de opperste Sovjet van de Sovjet-Unie, lid van de raad van nationaliteiten bij de opperste Sovjet van de Sovjet-Unie en ik ben voorzitter van de Sovjet-Franse sectie van de parlementaire groep van de Sovjet-Unie.
In een speech van partijleider Brezjnev vond ik een interessante opmerking. Hij sprak namelijk over de psychologie van Europa.
Ik moet eerst opzoeken wat Brezjnev gezegd zou hebben en niet afgaan op wat de bourgeoiskranten schreven. Dadelijk wordt de redevoering gebracht. Ik zal zien wat erin staat. Wacht u een ogenblik.
| |
| |
Ik dacht dat u misschien een mening had, zonder de rede van de heer Brezjnev op te zoeken. Is er niet, ondanks Helsinki, altijd nog een grote mate van achterdocht tussen onze twee delen van Europa? Wat zou men concreet kunnen doen om dit te verminderen, om deze negatieve toestand te verbeteren?
Hier is de originele tekst van kameraad Bresjnevs redevoering, die u aanhaalde. Hij sprak niet over een Europese psychologie, maar over de psychologie van de Europese volken. De psychologie van het Sovjet-volk is immers een andere psychologie dan die van het Nederlandse volk. Wij willen, dat ondanks deze verschillen de principes van Helsinki deel worden van de dagelijkse praktijk van het Europese leven, onafhankelijk van de genoemde verschillen. Dit is geen Europese psychologie. Er is geen Europese psychologie. Wat werd bedoeld is dat niettegenstaande de verschillen die Europa verdeeld houden, alle volkeren van Europa de principes van Helsinki moeten proberen te verwezenlijken, die het dan mogelijk zullen maken een oorlog te voorkomen en een blijvende samenwerking te verzekeren. Dit is de kern van de zaak. Oorlog voorkomen en vrede verzekeren. Hierom heeft de Sovjet-Unie gevochten voor een volledige Europese bijeenkomst. Terwille hiervan bereikten wij de Slot-akte in een wederzijds aanvaardbaar document.
De Sovjet-Unie is inderdaad het enige land ter wereld dat dit document in de dagbladpers heeft gepubliceerd.
Anderen hebben het ook afgedaan. Bijvoorbeeld: de Duitse Democratische Republiek, de Poolse Volksrepubliek, de Hongaarse Volksrepubliek, de Tsjechoslowaakse Volksrepubliek, Roemenië en andere socialistische landen.
Als Nederlander moest ik de tekst lezen in Moscow-News. Geen van de westerse landen heeft het document in extenso afgedrukt.
Blijkbaar had men niet genoeg papier. Ik wil nog iets toevoegen. Tijdens de conferentie in Helsinki, heb ik op een receptie, die gegeven werd door president Kekkonen, een ontmoeting gehad met C.L. Sulzberger van de New York Times en kanselier Bruno Kreisky van Oostenrijk. Kreisky vertelde dat hij zojuist was opgebeld uit Wenen door iemand, die gezegd had dat zij, die niet in de socialistische landen vertrouwen, bang zouden zijn om de Slot-akte te publiceren en dit document voor hun volken zouden willen verbergen. Kreisky zei: ‘Wees voorzichtig met prognoses, want ik constateer dat de socialistische landen deze conferentie zeer serieus benaderen.’
Ik heb toen opgemerkt: ‘U kunt ervan overtuigd zijn dat de Prawda en Izvestia overmorgen het document zullen publiceren.’ De heer Sulz- | |
| |
berger reageerde daarop met te zeggen: ‘Dat kán niet, want het is een enorm lang document.’ Ik benadrukte dat wij de middelen zouden vinden om het document te publiceren en dat ik hoopte, dat de New Yok Times ons voorbeeld zou volgen. Het is hun zaak, maar zij deden het niet.
Hoe kan men de psychologie van Helsinki, meer laten doordringen in beide delen van Europa? Wat moeten wij doen om de heersende achterdocht te bestrijden?
Wij kunnen erg veel doen. Allereerst moeten wij eerlijke mensen willen zijn en de nationale belangen begrijpen. Dezer dagen hebben wij in de Prawda een artikel afgedrukt over de komst van Giscard d'Estaing. Ik schrijf daarin met betrekking tot de betekenis van de documenten van Helsinki wat een communistische senator in Frankrijk, Georges Caniaux, éen van de oudste medewerkers van de Franse communistische partij heeft gezegd: ‘Men kan in grote verbazing naar de wijze van werken van onze burgerlijke pers kijken. Onze pers heeft nooit het document van Helsinki gepubliceerd en houdt dit document in zijn geheel verre van de lezers. Men krijgt het niet te zien. Terwijl juist de principes van Helsinki wat betreft de grenzen, wat betreft de economie, wat betreft de culturele samenwerking, dat alles beantwoordt aan nationale belangen van Frankrijk.’ Bij de verwezenlijking van de principes, die in de Slot-akte vermeld staan, zou klein-Europa, dat uit negen staten bestaat en de minderheid van Europa vertegenwoordigt, niet minder, maar meer geïnteresseerd moeten zijn dan de socialistische landen. Want de ervaring van de tweede wereldoorlog heeft geleerd wat er gebeurt als de mensen proberen de grenzen unilateraal te veranderen. Van de andere kant, als wij spreken over economische problemen, dan bevinden zich op dit ogenblik de landen van klein-Europa in de greep van een felle crisis. Er zijn in klein-Europa miljoenen werklozen, terwijl er in de socialistische landen geen enkele crisis plaats heeft. Klein-Europa heeft inflatie. Wij niet. Klein-Europa heeft moeilijkheden met energie. Wij hebben niet alleen geen moeilijkheden, maar wij verkopen zelfs energie. De landen van klein-Europa zouden meer dan wij geïnteresseerd moeten zijn in de verwezenlijking van de overeenkomst van Helsinki.
In hun eigen belang...
Ja, volkomen juist. En daarom moet men de betekenis van de Slot-akte van Helsinki goed begrijpen, want wij zijn van mening dat hiermee een prachtige basis geschapen is voor de opbouw van een hecht bouwwerk van veiligheid voor een algeheel-Europese samenwerking.
| |
| |
Maar, de Nederlandse ambassadeur in Moskou zei mij de indruk te hebben, dat bij het jongste communiqué van de Sovjet-Unie en de Duitse Democratische Republiek Helsinki juist op de achtergrond zou zijn geschoven.
Integendeel.
Collega Zukov leest de officiële verklaring van 8 oktober 1975.
‘De Duitse Democratische Republiek geeft uitdrukking aan haar vastbeslotenheid mee te werken aan een verdere versterking van de vrede en veiligheid in Europa en in de hele wereld en haar bijdrage te leveren voor de collectief uitgewerkte principes van de betrekkingen tussen de staten.’ Dit communiqué is gebouwd op het slotdocument van Helsinki. Ik merk vooral op dat in artikel 6 de niet-aantasting van de grenzen in Europa beschouwd wordt als een van de voornaamste voorwaarden voor de verzekering van de Europese veiligheid. U moet de volledige tekst van het document aandachtig bestuderen, en dan zult u zien dat elk artikel beantwoordt aan de Slot-akte van Helsinki.
De eeg-commissie heeft vorig jaar een delegatie naar Moskou gestuurd om te onderhandelen met Comecon. Daar is niets uitgekomen. Een stilte is gevolgd. Wat zou er moeten gebeuren om de Comecon en de eeg dichter bij elkaar te brengen? Moeten er geen ambassadeurs worden uitgewisseld?
Ik wil eraan herinneren dat het initiatief voor deze onderhandelingen niet van de kant van de eeg, maar van de kant van de Comecon kwam. De commissie van de eeg toonde echter geen belangstelling voor samenwerking. Zij willen de Comecon liever niet erkennen, maar rechtstreeks te maken hebben met ieder socialistisch land apart. De Comecon is vóor contacten, voor een zakelijke samenwerking met de eeg, maar zonder enige discriminatie. De Comecon is, als wij spreken over de omvang van industriële produktie en het economische potentieel in zijn geheel, veel machtiger en omvangrijker dan de eeg. U kunt bij de Comecon alle noodzakelijke statistische informaties krijgen. Dat zal interessant voor u zijn om te vergelijken wat de eeg produceert en met wat de Comecon produceert. Wij benaderen deze kwestie realistisch. Wij weten dat in klein-Europa het kapitalisme wordt gehandhaafd en dat in het socialistische kamp het socialistische systeem is ontstaan. Wij zijn niet van plan deze verschillen te negeren. De ervaring van wederzijdse samenwerking toont echter aan dat deze verschillen geen beletsel zijn voor een zakelijke samenwerking. Bijvoorbeeld de commerciële samenwerking tussen de Sovjet-Unie en de Duitse Bondsrepubliek, Engeland, Frankrijk, Italië en een reeks andere landen ontwikkelt zich. Alle mogelijkheden zijn aanwezig om snellere vorderingen te maken. Als u bijvoorbeeld de Sovjet-Franse betrekkingen neemt,
| |
| |
dan zult u zien dat de laatste vijf jaar de omvang van de economische samenwerking is verdubbeld. In Rambouillet is een overeenkomst bereikt, die inhoudt dat in de volgende periode van vijf jaar - die zal beginnen op 1 januari 1976 - de omvang van de economische samenwerking opnieuw zal worden verdubbeld. We zullen zelfs streven naar verdrievoudiging. Ik ben van mening dat het in het belang van klein-Europa is dit proces niet te verstoren, maar te bevorderen. Er zijn mensen, die dit proces willen afremmen. Zij willen dat alle wederzijdse handelsovereenkomsten, verwezenlijkt zouden worden via de commissie van de eeg. Dat kan de zaak natuurlijk alleen maar moeilijker maken. Wij zijn van mening dat zowel de eeg als de Comecon belangrijke opgaven heeft: coördinatie van de economie van de staten die behoren tot het betrokken politieke systeem en de bevordering van de ontwikkeling van de economie van deze landen. Om te bereiken dat de economie zich ontwikkelt, moet men ook samenwerken buiten de grenzen van deze groeperingen. Daarom zijn wij voor een diepergaand systeem van samenwerking. Bij handhaving van deze twee genootschappen, moet men tegelijkertijd de ontwikkeling de tweezijdige en de veelzijdige ontwikkeling, van de samenwerking tussen de staten bevorderen, die tot de beide systemen behoren. Om zeker te zijn van het succes bij deze samenwerking moet men ook de zakelijke samenwerking tussen de commissie van de eeg en de Comecon betrekken. Daarom is men op initiatief van de Comecon met onderhandelingen begonnen. Zij zullen verder gaan, hoewel niet zo snel als wij zouden willen. Wij hopen, dat het gezonde verstand zal zegevieren.
Frankrijk zit duidelijk in de avant-garde van het verbeteren van die betrekkingen. Gebeurt dit dank zij het Gaullisme?
De geschiedenis heeft zich zodanig ontwikkeld. Voor de Sovjet-Unie en Frankrijk betekent samengaan sterk zijn. Niet samen zijn betekent gevaar lopen. Frankrijk heeft drie keer van een ernstige catastrofe te lijden gehad. Allereerst in 1871, daarna in 1914 en toen in 1940. De Fransen herinneren zich dit. Zij herinneren zich, zoals de Franse senator Vergier eens tegen me zei: ‘De eerste dag, waarop voor ons - deelnemers aan het verzet - de zon opging, was de dag waarop de heldhaftige verdedigers van Stalingrad de hele wereld toonden dat het mogelijk was Hitler te vernietigen. Sindsdien is veel tijd voorbijgegaan, maar wij zijn niet vergeten wat we hebben meegemaakt. En nu,’ zei hij, ‘bestaat onze opgave hierin om met gemeenschappelijke krachten de vrede en de vreedzame samenwerking in Europa te versterken.’
Senator Vergier was lid van de verzetsbeweging tegen de nazi's, werd gearresteerd en bleef als door een wonder in leven toen hij in de gevangenis werd gemarteld. Zoiets vergeet je niet. Gaullisten zijn geen
| |
| |
communisten. Zij zijn het natuurlijk niet eens met onze ideologie, maar zij kennen hun nationale belangen, hun werkelijke nationale belangen. Het belang van nationale veiligheid vereist een algemeen Europese samenwerking in de strijd voor de versterking van de veiligheid. In dit kader past hun samenwerking met de Sovjet-Unie.
U herinnert zich de overeenkomsten van Locarno. Na de eerste wereldoorlog probeerde men een veiligheidssysteem voor Europa te creëren. Toen werd een overeenkomst getekend, waarin de Westeuropese staten, waarbij Duitsland, zich verplichtten tot hulp aan een partij, die het slachtoffer zou zijn van een aanval van een andere staat.
Als bijvoorbeeld Frankrijk Duitsland zou aanvallen, dan zouden Engeland en Italië aan de kant van Duitsland moeten gaan staan. Als Duitsland Frankrijk zou aanvallen, dan zouden Engeland en Italië aan de kant van Frankrijk moeten gaan staan, enzovoorts. Maar die overeenkomsten lieten desalniettemin de deur open voor een Duitse agressie tegen het Oosten. Daarom stelde de Sovjet-regering indertijd voor het westelijke Locarno, zoals men dat toen noemde, aan te vullen met een oostelijke Locarno, dat wil zeggen het systeem van Locarno tot Oost-Europa uit te breiden. Meer in de toekomst ziende politici van Frankrijk, met name de toenmalige minister van Buitenlandse Zaken Barthot, ondersteunden dit plan. Maar u weet dat Barthot in Marseille werd vermoord en de toenmalige reactionaire regering van Frankrijk zorgde voor de begrafenis van dat voorstel. Wat Oost-Europa betreft, gaven dictatoriaal geregeerde landen zoals Polen en Roemenië en andere landen de voorkeur aan het onderhouden van vriendschappelijke betrekkingen met Hitler. En toen ná München, de kwestie van het lot van Tsjechoslowakije zich voordeed, terwijl Tsjechoslowakije door een verdrag van hulpverlening met Frankrijk verbonden was, stelde de Sovjet-Unie voor Tsjechoslowakije te hulp te komen indien Frankrijk ook zijn verplichtingen zou vervullen. Maar Frankrijk kwam zijn verplichtingen niet na. Het gaf de voorkeur aan goede betrekkingen met Hitler, terwijl Polen weigerde Sovjet-legers naar Tsjechoslowakije door te laten en wat later, zoals u weet, viel Hitler Polen aan. Ook Frankrijk werd verslagen. Zulke lessen van de geschiedenis vergeet men niet. Daarom ook was, nadat generaal de Gaulle in Frankrijk aan de leiding kwam, éen van zijn eerste initiatieven het besluit om vriendschappelijke betrekkingen met de Sovjet-Unie en de andere socialistische landen te vestigen. Hiermee heb ik u verklaard dat het de geschiedenis is geweest, die deze politiek gedicteerd heeft.
Daarom geloof ik in de soliditeit van deze politiek.
Na de oorlog ben ik zelf in Amerika gaan studeren omdat men dacht dat er opnieuw oorlog zou komen. In West-Europa bestaat nog steeds
| |
| |
de angst voor een Sovjet-invasie: waar komt dat vandaan?
Ik herinner mij die periode goed. Ik werkte toen in Parijs. Er werd in die dagen een enquête ingesteld door de krant Carrefour over het onderwerp: wat zult u doen als de rode kozakken Parijs binnenkomen? Zo herinner ik me hoe op een bijeenkomst van de algemene vergadering van de Verenigde Naties de Belg Henri Spaak hysterisch op de tribune schreeuwde, waarbij hij zich tot Vyshinsky wendde: ‘Wij zijn bang voor jullie. Angst bepaalt onze politiek.’... en dat was kunstmatige propaganda over zogenaamde agressiviteit van de Sovjet-Unie, een propaganda, die nodig was om de landen van West-Europa in de navo te krijgen en grote sommen geld te geven voor de bewapening. In die tijd voelden de Verenigde Staten de noodzaak om hun positie in West-Europa te versterken. U weet dat als resultaat van de tweede wereldoorlog de progressieve krachten in West-Europa zich sterk ontwikkeld hadden en op die manier werden de communisten, die altijd verraders werden genoemd, tot grote patriotten. In Frankrijk bijvoorbeeld waren de communisten de voornaamste kracht in de verzetsbeweging. Hetzelfde gold voor Italië en andere Europese landen. De bourgeoispartijen werkten in de regel mee met de bezetters. De socialisten waren in verwarring. Sommigen deden mee aan het verzet, anderen doken onder. Een derde groep verliet de partij. Dit was de oorzaak, dat na de bevrijding van Europa van het fascisme vanzelfsprekend de positie van de progressieve krachten politiek zeer was versterkt. De leidinggevende kringen van de Verenigde Staten zagen hierin een gevaar en om de beweging van die progressieve krachten te verzwakken. Zij deinsden voor niets terug. Het begon met het Marshall-plan. Het Amerikaanse kapitalisme begon het Europese kapitalisme te helpen. Als u wilt, betekent dat een uiting van klassesolidariteit en tegelijkertijd de zorg van het imperialisme voor versterking van haar positie. Om hun doel te bereiken moesten zij een of
andere populaire mythe in leven roepen over de gevaarlijkheid van de Sovjet-Unie. Dit hebben zij gedaan. Nu zien wij dat er geen enkel gevaar is geweest. Wat betreft de Sovjet-Unie - zoals u weet verloren wij twintig miljoen mensen en werden er bij ons enorme vernielingen aangericht - dachten wij na de oorlog maar aan éen ding: een dak boven ons hoofd bouwen en de mensen te eten geven. Wij leden honger. Wij liepen in lompen. U weet dat de overwinning op Hitler ontzettend duur werd betaald. De Duitsers drongen door tot aan de Wolga. Zij vernietigden alles. Ons grootste industriële gebied, de Donbas, werd helemaal opgeblazen. De mijnschachten had men onder water laten lopen. De hoogovens werden opgeblazen. Om dat alles te herbouwen was een enorme krachtsinspanning. Wij konden uitsluitend op onze eigen krachten rekenen. Hoe moeilijk wij het ook hadden, wij hebben in de loop van enkele jaren
| |
| |
onze economie herbouwd. Maar zelfs nu, 30 jaar later, hebben wij veel nog niet opgeloste problemen. Om ze op te lossen, hebben wij dringend behoefte aan ontspanning. Wij hebben dringend behoefte aan beëindiging van de bewapeningswedloop om meer middelen ter beschikking te kunnen stellen aan de welvaart van het volk. Maar voorlopig gaat de bewapeningswedloop verder. Daarom keer ik terug naar de overeenkomst van Helsinki. Ik moet nogmaals onderstrepen, dat momenteel de reële opgave bestaat in de verwezenlijking van de politieke en militaire ontspanning. Bij de ontvangst van partijleider Erich Honecker van de Duitse Democratische Republiek heeft Brezjnev gezegd, dat beëindiging van de bewapeningswedloop de opgave van alle opgaven is, de belangrijkste opgave. Want alle volken zijn hierin geinteresseerd. De politieke ontspanning dient aangevuld te worden met een militaire ontspanning.
Op het ogenblik ben ik lid van het presidium van de Wereldvredesraad. Op 2 juni 1975 bespraken wij in Stockholm de belangrijkste vragen op het gebied van de strijd voor vrede. Wij besloten op wereldniveau een nieuwe campagne te beginnen. In ons besluit werd gezegd dat er een einde moet worden gemaakt aan de bewapeningswedloop om verdere ontspanning te bevorderen; om sneller een nieuwe internationale orde te scheppen en een einde te maken aan de bewapeningswedloop, om samen te strijden voor een verbod van kern- en andere soorten van massavernietigingsmiddelen. Verder, om samen te strijden voor een algehele totale ontwapening en om zo snel mogelijk te komen tot het beleggen van een internationale ontwapeningsconferentie. Zelfs als wij die angst uit de jaren vijftig, waarover u sprak, niet beschouwen als het resultaat van zekere politieke handelingen, maar toewijden aan een reeks misverstanden, dan moeten de mensen, die daarin geloofden, tot de conclusie komen dat een verdere bewapeningswedloop zinloos is. Men behoeft niet bang te zijn voor de Sovjet-Unie. Temeer omdat de ontwapening niet eenzijdig in het Westen zal gebeuren, maar omdat de Sovjet-Unie eveneens zal ontwapenen. Wij zien dit dus als de meest dringende opgaven voor de samenlevingen van heel Europa. Hiernaast moet dag in dag uit minutieus gewerkt worden aan de verwezenlijking van datgene, wat in de Slot-akte van Helsinki staat geschreven. Partijleider Brezjnev heeft in Helsinki gezegd dat wij van mening zijn dat alle onderdelen van deze Slot-akte een gelijke betekenis hebben, dat zij alle gelijkelijk uitgevoerd moeten worden: de politieke besluiten, de economische en de culturele. Wij zijn van mening dat de Slot-akte van Helsinki geen restaurantmenu is, waaruit je de schotel kunt kiezen die je wilt. Dit is een totaal document, waaronder de handtekeningen van vijfendertig staatshoofden staan. Alles hierin moet naar de letter worden uitgevoerd, vanaf het principe van de onschend- | |
| |
baarheid van
de naoorlogse grenzen en de niet-inmenging in elkaars interne aangelegenheden tot en met de uitbreiding van het reizen van het ene land naar het andere en het sluiten van huwelijken tussen burgers van verschillende landen. Dat moeten we alles als éen complex zien.
U spreekt over die huwelijken. Het is voor ons soms onbegrijpelijk, dat toen Spasski, de schaker, met een Française wilde trouwen, er eerst een boodschap van Giscard d'Estaing over naar de heer Brezjnev moest gaan. Waarom niet meteen toestemming gegeven?
Ik was in Parijs toen dit onware bericht in omloop werd gebracht. Men verwart opzettelijk twee verschillende punten. Wat het trouwen betreft had niemand negatieve bezwaren. Toen journalisten mij na dat valse bericht vragen stelden, zei ik dat ik de omstandigheden van die kwestie niet kende, maar dat ik kon zeggen dat het huwelijk plaats zou vinden, want dat staat in de overeenkomst van Helsinki. Hierbij rijst nog een andere vraag. Deze vrouw, die tussen haakjes een Frans-Russische is, zij is alleen maar een Franse burgeres, gedroeg zich lichtzinnig ten opzichte van haar werk op de Franse ambassade. Zij gaf een auto met een diplomatiek nummer aan éen of andere Russische vriend van haar, die bovendien geen rijbewijs had. Hij ging toch met die auto rijden, terwijl hij niet kon rijden. Hij reed een Sovjet-burger aan, die zwaar werd gewond. Toen de auto aangehouden werd door de politie, vroeg deze hem naar zijn rijbewijs. Hij had dit niet en bovendien zat hij in Moskou als Sovjet-burger in een auto met een Frans diplomatiek nummer. De politie belde de Franse ambassade en vroeg hoe die auto in handen van een Sovjet-burger kwam. De Franse ambassade voelde zich natuurlijk in verlegenheid gebracht en verbrak haar contract met die burgeres en adviseerde haar snel naar Frankrijk terug te keren. Wij stonden hier volkomen buiten. De Franse ambassade besluit tenslotte wie zij hier wil houden en wie niet. Dat gaat ons niet aan. Wat ons betreft: toen Spasski zich wendde tot onze burgerlijke stand, zei men tegen hem: ga je gang, trouw met haar. En ze zijn getrouwd. Nu brengen ze hun wittebroodsmaand door in Sotsji. Dat is de waarheid en wat westerse kranten verder schrijven is voor rekening van het geweten van oneerlijke journalisten. De heren Brezjnev en Giscard d'Estaing hebben hiermee niets te maken.
Wat zou een journalist uit het Westen volgens u moeten doen om een veel beter begrip van de Sovjet-Unie te krijgen?
De waarheid schrijven over alles wat u hier ziet. Wij hebben geen enkel geheim, behalve natuurlijk militaire gegevens. Wij zeggen wat wij denken. Wij hebben een eigen ideologie en geloven erin. Het Westen
| |
| |
heeft haar ideologie en daar gelooft men er eveneens in. Dit is een zaak van iedereen zelf. De mens heeft recht op het ideaal waarin hij gelooft. De hoofdzaak is dat het belijden van de idealen en twistpunten over die idealen, de ideologische strijd daarover, niet zullen leiden tot militaire conflicten. Dat is de hoofdzaak. Ik geef altijd dit voorbeeld: denk aan de periode van religieuze oorlogen in Europa, toen de protestanten met de wapens in de hand de katholieken bewezen dat zij gelijk hadden, terwijl de katholieken met de wapens in hun hand bewezen dat zij gelijk hadden. Er was zelfs een Bartholomeus-nacht. Daarna werden de mensen verstandiger. En nu belijden de protestanten hun geloof en de katholieken het hunne. Zij twisten met elkaar. Waar ik over spreek is geen religieus vraagstuk, maar een klassevraagstuk. Wij moeten de lessen van de geschiedenis niet vergeten en daarom moeten wij ons verstandig gedragen. Ik geloof dat Europeanen in politiek opzicht voldoende ervaring hebben opgedaan om voor zich uit de besluiten van Helsinki de noodzakelijke conclusies te trekken.
|
|