| |
| |
| |
Zevende gesprek
Oltmans Ons onderwerp is meditatie. Ik wilde dit voorbereiden, maar ik bezit op mijn 64e jaar geen naslagwerk over meditatie. In mijn Amerikaanse encyclopedie komt het woord zelfs niet voor.
Foudraine Heb je ernaar gezocht?
Oltmans Ja. Ik heb gekeken in de Oxford Dictionary of the Mind. Niets te vinden onder meditatie, misschien onder filosofie.
Foudraine Je kunt nagaan hoe beroerd het met ons is gesteld. Dat het woord meditatie in de dictionnaire over de mind en in die encyclopedie niet voorkomt!
Oltmans Hoe erg is dat?
Foudraine Net zo erg als wij al vermoedden in onze gesprekken. Laten we naar de kern gaan. Het is een waagstuk, maar vooruit. Laten we eerst onderscheid maken tussen twee principes. Het eerste principe noemen we ‘de manifestaties van de lichaam-geeststructuur’. Het woord dat meestal gebruikt wordt, is ‘body-mind’. Het is een eenheid. Dat principe is al duizenden jaren hét leidende principe in het leven van de mens. De mens verkleefd, vereenzelvigd met alle ervaringen van het lichaam, met de verlangens van het lichaam, de psychologische verlangens, kortom met alle fenomenen die oprijzen uit de ‘mind’ en die, samen, ‘mind’ zijn. Naast de ‘lagere’ fenomenen bestaan ook de ‘hogere’ fenomenen of psychische verschijnselen. Onder het laatste vallen het zien van visioenen, het horen van hemelse muziek of lichtflitsen. Mensen die over die hogere fenomenen hebben bericht, heeft men óók mystici genoemd maar dat lijkt mij ten onrechte. Ze berichten over ervaringen en dat betekent dat er dan nog altijd ‘iemand’ is om te ervaren. Zelfs bij die bijna-doodervaring, waar tegenwoordig veel over wordt geschreven. Bij de laatste wordt gesproken over het zien van een tunnel met aan de andere kant licht en nog veel meer. Dat alles is nog altijd de uitdrukking van hersenactiviteit. Het is
| |
| |
bewezen dat de levensenergie tijdens een sterfproces naar boven trekt en dan hogere hersenkernen activeert, die anders niet in gebruik komen. Dat gebeurt trouwens ook in de staat van diepe meditatie. We doen nogal romantisch over die bijna-doodervaringen, er is veel belangstelling voor, alsof al die ervaringen ‘beyond mind’ zouden zijn. Een soort kijkje in een niet-bestaande hemel. Mensen die klinisch dood zijn, komen weer in het lichaam terug en die bijna-doodervaringen zijn daarom nog altijd deel van de ‘chip’, van de ‘mind’. Verder is er dus, zoals ik al zei, denken, voelen, emoties, de vele vormen van psychologische verlangens, kortom alles wat wij de databank en wat daar uit oprijst hebben genoemd. Dat is alles deel van dat eerste principe, ‘body-mind’.
Het tweede principe is het bewustzijn puur, waar alle fenomenen van lichaam en geest, nu als inhoud van het bewustzijn, in ronddansen. Waarin zij verschijnen en waarin zij ook weer verdwijnen. We hebben al enkele keren gesproken over de zwaartepuntsverlegging ván de ‘body-mind’, de ‘chip’fenomenen dus, náár dat pure achtergrondsbewustzijn, waarin alles verschijnt en verdwijnt. Die zwaartepuntsverlegging is dus de verlegging van de totale identificatie met de ‘body-mind’ - dat is wat we leven als persoonlijkheid, als psyche noemen - naar die Kennendheid, die Waarnemendheid, wat de mens wezenlijk is.
Dat gewaarzijn is als de volle maan, waar zwarte regenwolken voorbij schuiven, dat wil zeggen alle fenomenen van de ‘body-mind’. Wij drijven, als ik-bewustzijn, voortdurend met die zwarte regenwolken mee, omdat we ermee vereenzelvigd zijn. Wij zijn niet ‘de maan’, die in ons voorbeeld altijd blijft schijnen. Ik omschrijf nu meditatie in haar hoogste vorm, als het definitief verleggen van het zwaartepunt, van dat eerste principe naar dat tweede principe, dat wil zeggen van ‘body-mind’ naar gewaarzijn.
Oltmans Daar gaat meditatie over?
Foudraine Dat ís meditatie. In deze beschouwing laat ik alle meditatie-oefeningen terzijde. Oefeningen dus, met als motief ergens naar te reiken en iets te worden. Die hebben met meditatie of beter, met de staat van in meditatie zijn niets te maken.
| |
| |
Oltmans Meditatie is dus eigenlijk een proces. Of zou je kunnen zeggen, het is de schakel tussen het een en het ander? Kan je bij het ander komen zonder die meditatie door te maken? Kan je die sprong maken zonder je meditatie eigen te hebben gemaakt?
Foudraine Die zwaartepuntsverlegging is de eerste sprong in bewustzijn. Er zijn er meer. Maar de eerste is de realisatie van dat altijd reeds aanwezige toeschouwende gewaarzijn. Daarom worden woorden gebruikt zoals ‘getuigebewustzijn’ (witnessing consciousness). Krishnamurti gebruikte vaak het woord ‘choiceless awareness’, keuzeloos gewaarzijn. De sprong naar dát gewaarzijn, met zijn kenmerk van Waarnemendheid of Kennendheid geschiedt in essentie door diep inzicht. Daarom wees ik in ons vorige gesprek eerst op inzicht, als vrucht van luisteren. Je zou kunnen zeggen: pas als door diep inzicht die sprong in gewaarzijn werkelijk is gerealiseerd, begint het diepe proces van meditatie. Dan pas bestaat er de mogelijkheid van een constant verwijlen in dat toeschouwende gewaarzijn. Het is geen geringe zaak. Als een mens in staat is in dat getuigebewustzijn, in dat keuzeloze gewaarzijn, in die positie van neutrale toeschouwer te verwijlen, dan is hij in de staat van meditatie. Die toeschouwers-positie is dat stille gewaarzijn, dat louter be-licht, louter waarneemt en niet benoemt. Alsof je in de bioscoopzaal zit en het drama van al die gedachten en emoties op het filmdoek waarneemt. Alsof je dat filmdoek bent.
Oltmans Ik vind die vergelijking met die bioscoop ongelukkig, omdat bioscoop-zitten oor-in-oor-uitwaarnemen is. Terwijl meditatie nooit mogelijk is zonder je werkelijk te doordringen van de tekst.
Foudraine Je ziet de film, maar jij bent niet dat drama...
Oltmans Maar er is meer nodig voor meditatie dan oor in oor uit: het zou meer een sponseffect moeten hebben.
Foudraine Nee, je komt juist uit de spons van die ‘body-mind’.
Oltmans Je knijpt je ‘mind’ (spons) uit?
Foudraine Het is anders. Indien dat toeschouwende gewaarzijn, dat getuigebewustzijn, functioneert, gaat daar meer en meer energie in zitten. Daarmee wordt energie onttrokken aan al die manifestaties van de ‘body-mind’. Dat getuigebewustzijn
| |
| |
werkt als het ware als een laserstraal en doet geleidelijk aan alle ‘body-mind’manifestaties opdrogen. Tot er een moment komt dat de zwaartepuntsverlegging totaal is. Dan gaat de ‘persoonlijkheid’ de lucht in. Dan zegt een mens, na die plotselinge realisatie: Eureka, ik ben slechts bewustzijn als gewaarzijn en niet die ‘persoonlijkheid’ die ik meende te zijn. Kortom, dan verdwijn je in je eigen Licht.
Oltmans Ik denk altijd weer aan de chauffeur van bus 33, die daar als een automaat achter het stuur zit de hele dag, en dan 's avonds neukt, of televisie kijkt; voor wie praten we? Welke uitzonderlijke wezens kunnen zich permitteren zich met deze diepe vragen bezig te houden?
Foudraine Ik trek me daar voorlopig niets van aan.
Oltmans Maar dat is de verbinding, die we toch moeten proberen te leggen. Wat doen we met de lezer? Ik kan meditatie al niet in de dictionnaire vinden.
Foudraine Omdat we zo hartgrondig verkleefd zijn aan die ‘body-mind’! Wij menen dat er niets anders is dan dat ego. Dat is nu precies de waantoestand waarin wij leven.
Oltmans Ik ben het met je eens, helaas.
Foudraine Die persoonlijkheid, waarmee men functioneert...
Oltmans Die men denkt dat men is, en die men helemaal niet is.
Foudraine Men wil niet zien dat het zelf-bewustzijn met zijn fameuze ego in feite een dromende zijnswijze is. Die kwantumsprong, in feite die zwaartepuntsverlegging dus ván de inhoud van het bewustzijn naar het bewustzijn in zijn toeschouwende zin, is natuurlijk voor de ‘persoonlijkheid’, voor de dominantie van die ‘chip’ een griezelige zaak.
Oltmans Daarom wil niemand er zelfs over denken.
Foudraine Dat is het. Precies. Hier zit de weerstand.
Oltmans En stel je eens voor, dat we dat zo duidelijk zouden maken dat het hele Ajax-stadion die kwantumsprong maakte? Dan ging het voetbalgespuis op een berg zitten en zou het leven ophouden.
Foudraine Integendeel. Dan zou het leven pas beginnen! Ik
| |
| |
kan geen mens vragen in liefde en toewijding eerst dat inzicht, die explosie teweeg te brengen, door dat liefdevolle luisteren naar de Verlichte meester. Je kunt er niemand toe dwingen. Het is zelfs de vraag of je er iemand van mag overtuigen die zelf, van binnenuit, de noodzaak hiertoe niet voelt.
Oltmans Toch kun je dit alles van toepassing laten zijn op Noord-Ierland, op Israël en de Palestijnen, op alles. Al die exorbitante explosies van ‘minds’ komen uit dit gigantische misverstand voort. Het woord zegt het al, mis(gesjeesd)verstand!
Foudraine De teneur van al onze gesprekken is dat het ik-bewustzijn, het functioneren als ego, dé oorzaak is van alle ellende op deze planeet. En tegelijkertijd maakt het zelfbewustzijn, het functioneren als ‘ik’ of ‘persoonlijkheid’, de produktie van wetenschap en technologie mogelijk. De mens realiseert echter geen Wijsheid, in de zin dat hij de poort van het gewaarzijn en daarmee tot werkelijke Intelligentie ontsluit. Zover zijn we overigens nog niet. We moeten eerst...
Oltmans ...die stilte waarin we alleen maar waarnemen, dat is meditatie.
Foudraine Dat stiltepunt ben je reeds. Er dreigt hier overigens een misverstand. Ik sprak daarnet over dat getuige- of toeschouwende gewaarzijn, dat dus door inzicht als realisatie opbloeit. De vergissing die men vaak maakt, is dat dit gelijk zou staan aan zelf-observatie. Dat is het beslist niet. In zelf-observatie zegt een mens: ik kijk naar mezelf, ik kijk naar mijn gedachten, kijk naar mijn opwellende emoties en begeertes. De psycholoog nodigt hem hiertoe uit. Het probleem is dat we dan de tweedeling: ‘ik’, een observerende entiteit en de te observeren fenomenen blijven handhaven. Het is vooral Krishnamurti die hier zijn strikt logische benadering in stelling heeft gebracht.
Ik kán niet naar mijzelf kijken, want ik bén mijzelf. Ik bén dat zelf, in functie, in voortgaande actie. Daarom kan ik ook nooit naar mijn gedachten kijken. Zoals we in onze vorige gesprekken al hebben geconstateerd, die tweedeling berust op een illusie. Dat dualisme, ‘ik’ en ook nog die gedachten, is een illusie. Ik bén dat geheel van het denken. Dat ‘ik’ is zelf een gedachte!
| |
| |
Als ik dus aan psychologische zelf-observatie ga doen, blijf ik functioneren in die tweedeling, in wat men noemt een ‘split-mind’. Ik blijf dan in mijn observatie in dat dualisme: ‘ik’, een aparte entiteit, die dan zou kunnen kijken naar al die manifestaties van het psychische zelf. Dan spreek ik over de analyseerder en het geanalyseerde, de ‘voeler’ en de gevoelens, in het algemeen de observeerder en het geobserveerde. Vooral Krishnamurti heeft ons tot het inzicht trachten te brengen dat de observeerder het geobserveerde ís. Ik bén op een bepaald moment boosheid. Ik bén op een bepaald moment verdriet, jaloezie, hebzucht, verliefdheid of angst. Ik bén ook al die gedachten. The thinker is the thought. Dit inzicht - het is uitzonderlijk als het totaal tot stand komt - is van betekenis omdat het een andere vorm, dit keer van pure observatie, van getuigebewustzijn vrijmaakt. Dit laatste is beslist geen gewone zelf-observatie. Getuigebewustzijn verrijst dan, doemt op als gevolg van een diep inzicht.
Oltmans Even teruggrijpen: wat versta je onder inzicht, dat het ‘ik’ zich dit inzicht eigen maakt?
Foudraine Nee, inzicht in deze betekenis hoort niet tot het ‘ik’. Inzicht, die explosie, dat Aha, dat opbloeien van getuigebewustzijn is geen verwerven van kennis. Het is reeds een diepgaande verandering. Het inzicht, waar ik hier op doel, zou je een vorm van kernfusie kunnen noemen. De tweedeling ‘ik’ en ‘het geobserveerde’ houdt, tussen die twee polen, een aanzienlijke hoeveelheid mentale energie gevangen. Wanneer zich nu die splitsing ‘ik’ (de observeerder) en het ‘geobserveerde’ opheft, als gevolg van dat diepe inzicht, dan komt die enorme energie vrij.
Laat ik het anders benaderen. De splitsing ‘observeerder’ en het ‘geobserveerde’ betekent dat de observeerder altijd het geobserveerde probeert te manipuleren. Het ‘ik’ probeert bijvoorbeeld gedachten tot zwijgen te brengen, het tracht woede en verdriet te onderdrukken. Het ‘ik’ streeft altijd naar iets willen veranderen of controleren. Het wil zichzelf veranderen. Dat betekent dus dat ‘ik’ altijd iets of iemand wil worden. Het betekent ook dat hier tijd voor nodig is. Hier gaat alle mentale energie in zitten. Maar als die tweedeling zich door diep inzicht
| |
| |
opheft - welnu, dan kan ‘ik’ niets meer doen. Dan kan ik onmogelijk meer veranderen of manipuleren. Dat betekent dat dan die beweging van iets of iemand willen worden, stopt. Dan is er alleen maar Zijn. Dát is die explosie van energie, die vrijkomt als gevolg van dat diepe inzicht dat de observeerder en het geobserveerde één zijn. Zoals Osho mij het eens, tijdens een gesprek in zijn kamer, verklaarde door te zeggen: ‘You are what you are, nowhere to go, nobody to become.’
Oltmans Inzicht verwerven, iets dat uitdrukking is van werkelijk luisteren, is dus cruciaal.
Foudraine Inzicht is al werkelijkheid. Inzicht doet mij ‘beyond mind’ gaan, doet datgene opbloeien waarin de ‘chip’activiteit verschijnt en verdwijnt.
Oltmans Inzicht in deze betekenis is in feite van blind ziende worden?
Foudraine Dat is volstrekt juist. In de diepste betekenis van inzicht is dit waar. Dat kan ineens gebeuren, van blind ziende worden. Dan hoeft een mens, zoals ik net in een boek van een Verlichte uit Tibet, Tartang Tulku, heb gelezen, ‘op een hoger niveau van bewustzijn zijn hersenen niet meer te gebruiken maar alléén zijn ontwikkelde bewustzijn’. Hij duidt met die ene zin het overstijgen van de ‘chip’ al aan.
Oltmans Dat komt dan uit het ‘onderontwikkelde’ Tibet!
Foudraine Ja, precies.
Oltmans Wacht eens even. Ik heb meneer Tulku helemaal niet gelezen, maar die zegt dus meer. Hij zegt: hoe beter wij onze emoties begrijpen, hoe dieper en scherper en helderder ons bewustzijn wordt. Tenslotte hebben wij ons bewuste verstand zelfs niet meer nodig om onszelf uit onze moeilijkheden te bevrijden. Op een hoger niveau van Zijn hoeven wij onze hersens niet te gebruiken, alleen ons ontwikkelde bewustzijn.
Kunnen wij zo'n weg naar puur bewustzijn vinden?
Foudraine Het is goed om het even te herhalen. Er is geen weg. Weg betekent namelijk tijd. Maar Waarheid bestaat reeds. Waarheid kan nooit in de toekomst bestaan. Waarheid is hier en nu. Waarheid kan nooit daar en straks zijn. Denk aan de indrukwekkende uitspraak van de toen nog jonge Krishnamurti
| |
| |
in Ommen, uit 1929, toen hij zei: ‘Truth is a pathless land.’ Waarheid is een land waar geen weg heenvoert. In duizenden variaties heeft Osho dit thema, je kunt het in ieder boek vinden, herhaald.
We zouden, om dit woord ‘weg’ te vermijden, het woord ‘voorbereiding’ - tot die kwantumsprong - moeten gebruiken. Een eerste aspect van de voorbereiding is al genoemd. Dat was het luisteren en het daaruit resulterende inzicht. Nu zijn we met het tweede aspect van de voorbereiding bezig: meditatie. Ik wil eerst het probleem van die tweedeling nog eens benadrukken en het op een andere manier benaderen. Het is belangrijk. Stel, ik kijk naar een boom. Dat wil zeggen, de observeerder kijkt dan naar het geobserveerde. Klaarblijkelijk is er een staat van bewustzijn mogelijk, waarin iets geheel anders dan het ‘ik’ naar die boom kijkt. Er is dan geen ‘ik’ dat kijkt. Er is iets anders dat ziet, een staat van pure observatie, van gewaarzijn, zonder dat de observeerder in werking treedt. Een zien zonder de ziener, een kijken zonder kijker. Dat overstijgt de dualiteit tussen observeerder en het geobserveerde en is het ontbloeien van getuigebewustzijn.
Oltmans Dáárvoor moet je nu juist van God los zijn.
Foudraine Daarvoor moet je primair los zijn van ‘ik’, als observeerder dus, die altijd het verleden is. Want dat ‘ik’ is deel van de ‘body-mind’. Wat bij het opheffen van de dualiteit gebeurt, is dat getuigebewustzijn het ‘ik’ een beentje licht. Soms kan men zich dit pure bewustzijn realiseren. Vlak na het ontwaken kan het er zijn. ‘Ik’ en ‘wereld’ zijn er nog niet. Je weet niet wie je bent, of waar je bent. Maar je bent - dat gewaarzijn. Daar schiet dan ineens de dualiteit ‘ik’ en ‘wereld’ in.
Oltmans Dus je belandt in getuigebewustzijn, waar de kakelende biocomputer niet meer aan te pas komt.
Foudraine In feite kun je niet spreken over belanden in getuigebewustzijn (of gewaarzijn), want je bént reeds dat gewaarzijn waarin niet alleen de boom, maar ook mijn pantoffels, emoties, denken en begeren verschijnen. Daarin verschijnt immers alles, ook de altijd weer vergelijkende activiteit van de ‘mind’.
Oltmans Wat bedoel je exact met vergelijkende activiteit?
| |
| |
Foudraine Daarmee wil ik zeggen, dat vergelijken een van de activiteiten van ‘mind’ is. Daarom spreekt men over de ‘comparative mind’. ‘Mind’ is meten, vergelijken, afwegen, naast alle andere activiteiten. Als ik zeg: ‘Ik ben dom’, dan vergelijk ik mezelf met iemand die ik intelligent vind. Maar als alle vergelijken zou stoppen, ben ik dan dom?
Oltmans Oer-dom.
Foudraine Integendeel, dán pas ben ik unieke, onvergelijkbare Intelligentie. Juist omdat ieder individu op zichzelf uniek is, is het constante vergelijken met anderen de bron van zijn volmaakt onnodige ongeluk. Superieur en inferieur vallen immers met het verdampen van vergelijken weg?
Om terug te keren naar die diepste subjectiviteit - een term die ik voor onze discussie wil handhaven - wil ik toch onderstrepen, dat daarin alles ‘wereld’ is. Dat wil zeggen, alles wat ligt aan de objectzijde, is wereld. Alles wat waargenomen wordt. Gedachten bevinden zich dan ook aan de objectzijde. Ook emoties zijn aan de objectzijde.
Oltmans De hele santekraam...
Foudraine ...is in feite wereld. Dan is er niet langer een innerlijke wereld en een uiterlijke wereld. Nee, dan is alles wereld, oftewel object.
Oltmans Maar er is toch een innerlijke en een uiterlijke wereld?
Foudraine Die twee zijn we aan het wegwissen. Alles wordt wereld, ook de manifestaties van de hersenen, als je wilt van de ‘chip’, de ‘mind’, zijn dan ‘wereld’. Alles wat zich laat waarnemen, ligt altijd aan de objectzijde. Het is alles een ‘iets’. De dramatische vergissing die de mens maakt, is dat hij steeds weer meegesleurd, meegezogen wordt, en zich halsstarrig blijft verkleven aan al die ‘ietsen’, aan de objectzijde dus. Eerder noemde ik dat verkleefd-zijn het proces van identificatie en het is daardoor dat de mens nooit zijn diepste subjectiviteit kan ontdekken. Hij ziet het over het hoofd. Hij realiseert zich in feite zijn ‘no-thing-ness’ niet, zijn uiteindelijke niet-iets-zijn.
Er is een mooi verhaal uit India. Tien monniken trekken door een bos en moeten een rivier doorwaden en als ze aan de
| |
| |
overkant zijn gekomen, zegt één monnik ‘Ik moet even tellen of jullie er allemaal nog zijn. Of er niet iemand verdronken is.’ Hij telt dan één, twee, drie tot negen. Iedereen is in paniek. Er is er één verdronken. De monniken zijn in rep en roer, tot een voorbijganger vraagt ‘Wat is hier aan de hand?’ ‘Eén van onze broeders is in de stroom omgekomen, we hebben er maar negen.’ Dan telt die buitenstaander de monniken en zegt: ‘Het is niet waar. Er zijn er tien.’ Dat verhaal geeft op symbolische wijze aan dat wij de tiende man zijn vergeten. Onze diepste subjectiviteit. Ons Zijn. Being. Dat getuigebewustzijn als diepste subjectiviteit. Osho noemt het vaak ‘the watcher on the hills’.
Oltmans Is dat Zijn onsterfelijk?
Foudraine Osho heeft altijd gezegd dat zelfs dit Zijn overstegen kan worden. De mens kan de staat realiseren waarin hij zich honderd jaar voor zijn geboorte bevond, waarin hij zich ook nu bevindt. ‘Beyond Being.’ Een andere mysticus - Nisargadatta Maharaj - drukte het eens zo uit: ‘On my true, whole, homogeneous state just a small ripple appeared. The news came, “I am”.’ Dat golfje is dus niet onsterfelijk. Het is deel van het manifeste. De oceaan, door hem vaak ‘the Absolute’ of ‘Noumenon’ genoemd, is wel onsterfelijk en het wonder van de mens is dat hij die staat kan realiseren. Die hoogste staat, zo zegt hij, ‘has transcended the beingness’. Tegelijkertijd is dat Zijn er nog wel om te functioneren in de wereld. Daarom: ‘...together with the beingness is the Absolute -the deep blue, benign state, without eyes’. Dit laatste is een poging van de mysticus om iets waarin hij zijn tehuis heeft gevonden onder woorden te brengen, om het onzegbare te zeggen. Kortom, wij zijn een geste van ‘het Absolute’ en dat is ook de betekenis van het woord ‘Amrito’, de naam die Osho mij gaf. Amrito betekent ‘nectar van onsterfelijkheid’. Dat golfje ‘Amrito’ is een geste van het Absolute.
Oltmans Zit ik hier met een onsterfelijke?
Foudraine Jij bent in deze zin ook onsterfelijk. Iedereen is onsterfelijk.
Oltmans Ja, alleen niemand weet dit, laat staan heeft er zekerheid over.
Foudraine Laat ik dit samenvatten. Ik moet er beelden voor
| |
| |
gebruiken. Het hoogste trillingsgetal is absoluut bewustzijn. Een lager trillingsgetal is Zijn, ontdaan van dit en dat, zus en zo. Dit laatste maakt functioneren mogelijk. Het laagste, grofste trillingsgetal is ‘Jan Foudraine’ die één is met zijn denken, voelen en willen, met zijn kennis, concepten, herinneringen, geheel vervallen aan de ‘wereld’ waarin hij zijn ‘geluk’ tracht te vinden en waarin hij, als een opperste wijsneus, al deze zaken zit uit te leggen zonder iets echt gerealiseerd te hebben. Dát is coma, metafysische slaap, waarin praktisch iedereen als een slaapwandelaar ronddoolt.
Een ander beeld. Het werd eens gegeven door de mysticus Da Free John. Potjes van klei staan in een bakoven. Je ziet ze duidelijk. Dan wordt de temperatuur steeds hoger. Door een raampje zie je de potjes roodgloeiend worden. Ze verliezen in de hitte hun individuele contouren. Dat is Zijn. De temperatuur wordt nog hoger. De potjes zijn nauwelijks meer zichtbaar in het witte licht waarin ze zijn opgenomen. Dat is absoluut bewustzijn. Er is geen ‘individualiteit’ meer. Alles is dat ‘witte licht’. Dat is onsterfelijk en ‘jij’ zult het dus het nooit weten. Wanneer dát Weten, als totale realisatie van dat onsterfelijke absolute bewustzijn, opdoemt, dan ben ‘jij’ er niet meer. Dan is zelfs die ‘watcher on the hills’, die getuige verdwenen en daarmee houdt ook ‘subjectiviteit’ op te bestaan.
Osho heeft mij die naam als een visitekaartje gegeven, om op zoek te gaan naar dat onsterfelijke absolute bewustzijn, wat ik al ben. ‘Amrito’ is een pass-key voor het goddelijke. Het is mijn opgave en zijn vingerwijzing. Die Sanskriet namen, die al die sannyasins krijgen, duiden allemaal op dat onsterfelijke absolute bewustzijn. Het tijdloze, ruimteloze. En wat - op een andere wijze geformuleerd - Leven is. Leven is onsterfelijk. Die oceaan is onsterfelijk en daarom kan de mysticus (in de hoogste zin van het woord) zeggen: ‘De dood bestaat niet!’ Dat absolute bewustzijn, het onmanifeste, is de bron van alle leven, dat wil zeggen, van alle manifestatie. En als jij die kwantumsprong zou maken en dan door Amsterdam-Noord zou lopen, uitroepende ‘Ik ben bewustzijn’...
Oltmans Dan zou ik meteen in een straight-jacket worden
| |
| |
afgevoerd naar het nieuwe Boven IJ-ziekenhuis.
Foudraine Daarom moet je zoiets zeker niet roepen. Wanneer je in de extase van dit pure bewustzijn verkeert - van die totale Bevrijding - dan moet je vooral een somber gezicht trekken. Je moet gewoon net doen of je deel blijft nemen aan de misère van de gehele wereld.
Oltmans ...ja, en van de banaliteit van de ‘chip’.
Foudraine Natuurlijk. Anders sluiten ze je op. De extatische mysticus...
Oltmans Het is nog mooi dat jij vrij rondloopt.
Foudraine Dat is geen goed teken. De Zelf-Gerealiseerde dient een ernstig gezicht te trekken, anders nemen mensen hem niet serieus. Krishnamurti sprak uitermate ernstig en voor mij is het nog de vraag of dat wel zo'n goed teken was. Maar hij kon, onbespied, ook huppelen als een klein extatisch gelukkig kind. Osho was nooit ernstig. Voor hem, één met dat absolute bewustzijn, was alles één grote grap. Een extatisch, opperst gelukkig mens - en wij voorvoelen allemaal deze mogelijkheid in ons - is uitermate bedreigend voor een piekerende, lijdende, in de misère van de ‘body-mind’ gevangen mensheid.
Terug naar meditatie. In de diepste betekenis is het, zoals men wel eens zegt, ‘zitten in Zen, lopen in Zen.’ Constant verwijlen, in dat getuigebewustzijn, wat men altijd reeds is. Totdat er een moment komt dat zelfs de ervaring van toeschouwendheid verdwijnt. Zelfs dat is nog een opstapje naar iets anders. Dan wordt - zoals ik daarnet zei - in zijn hoogste realisatie het alles doordringende, absolute bewustzijn gerealiseerd. Waarin al het manifeste, de ‘body-mind’manifestaties en de uiterlijke wereld der objecten, slechts gewijzigde trillingsgetallen blijken te zijn van dit absolute bewustzijn. Dan zegt de mens ‘All is consciousness, all is one.’ Dan weet de mens, maar nu uit eigen geleefde ervaring, dat alles is gemaakt uit ‘the stuff called consciousness’. Hij heeft zijn ‘oorspronkelijke gezicht’ ontdekt, het gezicht dat hij honderd jaar voor zijn geboorte al had. De ‘chip’ heeft dan zijn eigenlijke plaats gekregen. De slavernij aan de ‘chip’ is opgeheven. Dát is Intelligentie.
Oltmans Daar word ik stil van, omdat het verwerken van deze
| |
| |
gedachte toch even tijd nodig heeft. Ik moet hier diep over nadenken. Waarom moet mij dit overkomen? Laten we nog even terugkeren naar de essentie van meditatie, want daar heb ik nog steeds moeite mee. Je hebt dus geconstateerd: inzicht, luisteren. Daarna volgt meditatie - is die staat van meditatie de uitkomst van inzicht?
Foudraine Ja. Het is de uitkomst van inzicht. Daarom kun je niet zeggen ‘Kom ik ga eens lekker mediteren.’ Dat is de onwetendheid van de beginner. Osho heeft meer dan honderd meditatietechnieken voor beginners gegeven. Dit deed hij om de breinen van jonge discipelen ontvankelijk te maken voor dieper luisteren en het ontbloeien van inzicht, opdat meditatie spontaan tot stand kan komen.
Oltmans Ik vind het zeer belangrijk wat jij hebt gezegd, namelijk dat meditatie niet mogelijk is voor je waarachtig inzicht hebt verkregen.
Foudraine In uiteindelijke zin is dit inderdaad waar. En inzicht, nogmaals, is dus geen opgetaste kennis, maar een explosie van duizenden hersencellen - om het maar eens op die manier te zeggen. Het is reeds een realisatie. Dan is het zaak om in die realisatie te blijven verwijlen, om er in te persisteren. Dan - om het woordje ‘spirit’ eens te noemen - leeft en persisteert men in en áls de ‘spirit’, dat wil zeggen in en als Bewust-Zijn. In plaats van in of als ‘body-mind’. Het valt natuurlijk niet mee om in deze verhelderde staat te blijven verwijlen, want die ‘body-mind’manifestaties zijn enorm krachtig. Al die manifestaties van verlangen, emoties en denken, de tallloze verlokkingen en verleidingen van de uitwendige objectwereld, de wereld van ‘pain’ en ‘pleasure’, die sleuren voortdurend mee. Telkens weer moet de terugkeer plaats vinden naar ‘de tiende man’, naar de diepste subjectiviteit.
Oltmans Zou dit niet de essentie van religiositeit moeten zijn, in plaats van het versterken van het object, van dat projecteren, van het versymboliseren. Dit, zich concentreren op het verschuiven van ‘body-mind’ naar toeschouwend- of getuigebewustzijn, zou al de essentie van religieus beleven moeten zijn.
Foudraine Dit ís inderdaad de essentie van het religieuze.
| |
| |
Natuurlijk. Men is dan ín de wereld, maar niet ván de wereld.
Oltmans En we zijn zo eigen- of zelf-bewustzijn, dat we denken dat we in de image van de Heer zijn geschapen. Moet je dat eens even bedenken. Naar zijn beeltenis, leerde ik als jongen bij dominee Tuinstra op catechisatie in Huis ter Heide. Wij zouden zijn geschapen naar zijn beeltenis!
Foudraine Een beeltenis is niets anders dan een gedachte, een concept. Dat ook maar los in dat bewustzijn dwarrelt.
Oltmans Een totale illusie.
Foudraine Ja, een totale illusie. Er zijn andere woorden voor dat getuigebewustzijn, die diepste subjectiviteit, dat door inzicht kan opbloeien. Gurdjieff noemde het ‘self-remembering’. Een ander woord, vaak gebruikt, is ‘Being’ of ‘sense of existence’. Het zijn allemaal pointers, die woorden. Begrijp je? Woorden die naar iets verwijzen. Een andere manier waarop Krishnamurti het uitdrukte, is ‘observeren zonder observeerder’. Dat was een interessante uitspraak. Ik zal het je nog eens anders proberen duidelijk te maken. Als ik een ‘boom’ observeer, dan observeer ik mét observeerder. Immers, dat is de reden waarom ik zeg ‘boom’. Maar, zoals de geniale semanticus Korzibsky eens heeft gezegd, ‘The word is nót the thing.’ Er staat helemaal geen ‘boom’. Het woord ‘boom’ schuift onmiddellijk uit die ‘chip’ op dat object dat geobserveerd wordt. Dat is wat dat ‘ik’ doet. Die observeerder doet dat. Want die observeerder is nog altijd de ‘mind’ en benoemt. Als die ‘mind’ dus zou worden uitgeschakeld, de observeerder dus die het verleden is, wat staat daar dan?
Oltmans Dat weet ik niet.
Foudraine Precies. Dat is al de hoogste wijsheid. Dat is ‘Divine Ignorance’, Goddelijke Onwetendheid. Er is dan alleen die ‘dingheid’ daar, die beweging in het bewustzijn. Wat we vroeger ‘boom’ genoemd hebben, ontvouwt zich dan in al zijn pracht, in zijn mysterie. Dan loopt de mens letterlijk rond in mysterie, in zijn hoogste waarheid van niet-weten, in ‘wonder’ en ‘awe’. In niet-weten als het hoogste weten. ‘Mind’-weten is kennis-weten. Iets benoemen, categoriseren, is altijd symboliseren, is overdekken met het kleed der woorden of symbolen.
Oltmans Als produkt en uitstoot van de ‘chip’, vergiftigd met
| |
| |
meestal niet terzake doende onzin.
Foudraine Ja. Wij overdekken de zogenaamde werkelijkheid voortdurend met dat woordenkleed, voortkomende uit de ‘chip’, de observeerder, het ‘ik’, dus het verleden. Het is niet voor niets dat de uitspraak ‘Alleen kinderen zullen het Koninkrijk binnengaan’ geldig is. De kinderlijke onschuld is dat nietweten, die diepe verwondering en dat ontzag voor het mysterie van al het manifeste.
Stel dat ik zou observeren zónder observeerder. Stel dat bijvoorbeeld ‘woede’ opwelt als beweging in het bewustzijn. Stel, ik zou die verstoordheid in pure observatie kunnen vangen, zonder gebruik te maken van het ‘ik’ als observeerder. Is er dan ‘woede’? Natuurlijk niet. Dan is er geen ‘woede’, dan is er wel een energiefenomeen, maar ik plak er het woord ‘woede’ niet meer op. Daarmee versterk ik het niet. Gewaarzijn doet het fenomeen dan vervagen, ‘It whithers away,’ zoals Krishnamurti eens zei.
Oltmans Een variant op de boom. Hoe komt het dat zo weinig mensen nieuwsgierig zijn naar het werkelijke ‘mind’mysterie? Naar die door ons gefabriceerde wensdroomwereld? Want zoals wij nu leven, de mensheid of de eeuwigheid ‘zien’, is het uiterste produkt van de fameuze ‘chip’. Hoe kunnen we de shocktherapie verwezenlijken, die nodig is om mensen uit de winterslaap der eeuwen te wekken?
Foudraine Laten we eerst zelf tot enig inzicht komen. Voorlopig zijn we in ons gesprek mentaal, intellectueel bezig. Wanneer dat getuigebewustzijn - dat dus niet de observeerder is, niet dat ‘ik’ - opbloeit, gebeurt het volgende: het denken, nu als bewegingen in het bewustzijn, begint af te nemen. Er vallen gaten in de gedachtenstroom. Zo'n gat is al de blauwe hemel van puur bewustzijn. De krankzinnigheid van dat innerlijke pandemonium verdwijnt. Er ontstaat steeds meer stilte in de geest, zonder dat er iets geforceerd wordt.
Oltmans Black spots, als in het universum.
Foudraine Ja, beter white spots van puur bewustzijn, vermeerderen zich. Zo gaat dat ook met emoties, die zich eveneens laten weerspiegelen, laten waarnemen in dat getuigebewustzijn. De
| |
| |
hoogste fase van dat getuigebewustzijn, waardoor een mens werkelijk ontwaakt, is dat hij zich bewust wordt van het getuigezijn. Dat is de stap naar ‘de Boeddha’ of ‘de Ontwaakte’. Voor ons is het op dit moment belangrijk om eerst in te zien dat gedachten, indien je er géén medewerking aan verleent, als je ze niet goed- of afkeurt, en vooral als je ze niet tracht te stoppen, langzaam afsterven. Als je ze tracht te stoppen, als je ermee gaat vechten, geef je juist een extra duw aan dat vliegwiel van gedachten. Het gaat erom dat de samenwerking met het denken, met de kakelende biocomputer, moet worden opgezegd. Wanneer men daarin slaagt, doet dit de gedachtenstroom geleidelijk aan vervagen. Er ontstaan spontaan, zonder enig forceren, lange perioden van stilte in de geest. ‘Then meditation has happened,’ zoals Osho vaak zei. Dan begint ook Intelligentie te ontwaken. Bewustzijns-Intelligentie neemt het roer in handen, ‘chip’intelligentie, het vermogen om te symboliseren, wordt nu dienaar.
Oltmans In embryonale vorm.
Foudraine De ‘chip’ zal in de hoogste staat van het gerealiseerde bewustzijn op een grandioze wijze kunnen functioneren. Ik wees daar in onze eerste gesprekken al op. Alle identificatie met de geprogrammeerde onzin is verbroken. De technische kennis, die nodig is voor het leven, voor communicatie of voor wetenschappelijke activiteit, blijft gewoon bestaan.
Oltmans Maar zo opereert een ‘brain’ natuurlijk helemaal niet. Je neemt hier klakkeloos iets aan, wat waarschijnlijk anders is.
Foudraine Ik neem klakkeloos aan wat grote mystici, een aantal mocht ik levend ontmoeten, mij te zeggen hebben. Zo ben ik gebouwd. Ze vragen mij het te realiseren. Dat vragen ze jou en Delgado en iedereen die nu, ook qua hersenfunctioneren, existeert op het niveau van het geïdentificeerde zelf-bewustzijn. De ‘chip’ is dan, bij die totale realisatie, een instrument, zoals de hand. Zo is die ‘mind’ oorspronkelijk bedoeld. Als een instrument. Maar dat instrument heeft ons overwoekerd. Ons, in de zin van het zelf-bewustzijn, vol geïdentificeerd met de ‘chip’. Maar na de sprong in bewustzijn is er alleen ‘het Zelf’, dat ‘witte licht’.
| |
| |
Daarom spreken Zieners over Zelf-Realisatie. Mijn Zelf en jouw Zelf zijn dan gelijk. Jij en ik zijn beiden reeds dat pure absolute bewustzijn. Dat is wat uiteindelijk met het woord Zelf wordt bedoeld.
Oltmans Ondanks dat we twee verschillende kakelende ‘chips’ hebben, met totaal andere invullingen?
Foudraine Zelfs die kakelende ‘chips’ van ons zijn qua ingrediënten in feite weinig verschillend. Als je goed kijkt naar jouw ‘mind’ en mijn ‘mind’, dan zien wij allebei angsten, allebei kennen we begeerten, verdriet en scheidingsangst, wanneer geliefden ons verlaten, allebei zijn we deel van de tijdstroom. Wij verschillen niet wezenlijk van elkaar. Wij zijn beiden een unieke geste van het Absolute. Begrijp je dat als je je dat volledig realiseert, dat al het begin is van liefde?
Oltmans Ja. Dit zouden we eens in Zuid-Afrika moeten gaan uitleggen. Dan had je geen zwart-witproblemen meer. Er is natuurlijk liefde en liefde.
Foudraine Als jij mij zou aankijken als puur bewustzijn, pure presentie, en ik zou jou zien als puur bewustzijn, pure presentie, dan kijkt ‘God’ naar ‘God’. Liefde naar Liefde.
Oltmans Daar schrik ik van. Omdat we nog te veel liefde vereenzelvigen met: ‘Gaat henen en vermenigvuldigt u.’
Foudraine Maar dat is toch pure flauwekul! Dat ‘witte licht’ is Liefde. Liefde is ‘a state of consciousness’, geen emotie. Liefde is het meest misbruikte woord. We associëren het met sex, met lichamelijke behoeften en met verlangens. Liefde heeft niets met die twee-eenheid ‘body-mind’ te maken. Daarom bestaat liefde nauwelijks op onze planeet. De Liefde waar de Zelf-Gerealiseerde mens over spreekt, is compassie, de geur van de bloem van puur bewustzijn. En wat die associatie met God betreft, laten we dat woord maar weglaten.
Oltmans Het schrikt me af, omdat dat een soort eindideaal is waar we naar toe moeten. Wij zouden wat jij noemt Licht of Liefde moeten worden.
Foudraine Ja. Maar we kunnen dat Licht niet worden. Daarom kan het nooit een ideaal zijn, want we zijn het al. Dat is de paradox. We lopen naar dat diamanten halssnoer te zoeken,
| |
| |
terwijl het om de hals hangt. We zoeken onze bril, terwijl hij op onze neus zit.
Oltmans We weten dus nog niet dat we in ‘God’, in het Licht, in Liefde verkeren.
Foudraine Ja. Dat ‘nog’ is het probleem. De ‘chip’, het brein, stuurt ons onvermijdelijk af op de ervaring van ‘worden’. Het schept die ervaring van ‘nog niet’.
Oltmans De ‘chip’ verhindert ons te weten, dat we al puur bewustzijn zijn.
Foudraine Volstrekt juist. Prachtig. Dat is maya.
Oltmans Wat is maya nou weer? Dit wordt een beetje veel.
Foudraine Dat teveel wordt veroorzaakt door de sluier die de ‘chip’ creëert, de sluier der onwetendheid.
|
|