KU-384 (voor 1916)
Deinum (Fr.)
boerderij
1:400
1:100
(geen veldwerk aanwezig)
In Het Friesche Boerenhuis uit 1916 werd deze boerderij door Uilkema geïntroduceerd als prototype van de moderne Friese stelpboerderij. Eerder was hij, in een artikel over stalmodernisering, al eens nader ingegaan op de hier toegepaste stalvorm. Daarbij benadrukte hij dat ondanks de introductie van de Hollandse stal in deze streken de overgrote meerderheid van de nieuwgebouwde of gemoderniseerde Friese boerderijen nog gewoon de oude stalvorm had behouden, met meer of minder ingrijpende aanpassingen ten behoeve van het moderne veeteeltbedrijf. De hoofdopzet van de stal was hier in Deinum inderdaad nog volledig traditioneel, maar de detaillering, de drinkwatervoorziening, de wijze van ventilatie en het grote aantal ramen laten zien dat het wel degelijk om een moderne stal gaat. Uilkema schreef hierover het volgende: ‘..De oude wijze van stalling van het vee is hier nog behouden, daar de standplaatsen voor twee koeien zijn ingericht. Aan den koemuur bevinden zich de drinkpotjes, juist in het midden voer elke dubbele standplaats. Onder de achterbeenen der dieren is een stalhout aangebracht. (...) In den onderhavigen stal, die een inhoud heeft van 17,5 M3. per rund, bestaat geen zoldervoedering, doch wel een uitstekend ventilatiesysteem. Hij kan daardoor een mooie gemiddelde temperatuur bewaren, van ± 60°F. (...) Het bestaat hierin, dat twee lange luchtkokers, dubbelwandig om de vorming van condensatiewater te voorkomen, de stallucht uit de zolderruimte afvoeren. Deze kokers monden uit in de nok van het gebouw (...) en trekken sterk. De stallucht treedt de zolderruimte binnen, doordat over bijna de geheele lengte vier der schrooten van het plafond zijn weggelaten, zoodat men daar ter plaatse het riet ziet, waarmee ze van boven bedekt zijn. Deze rietbedekking, eveneens aangebracht op de tegenkap, voorkomt ook hier condensatie en bevordert daarmee in hooge mate de duurzaamheid van het
materiaal. Deze ventilatie gaat steeds door, zonder eenigen tocht te veroorzaken. Bij vorst trekken de kokers zoo sterk, dat ze met stroo dichtgestopt moeten worden. (...) Voor elke standplaats bevindt zich een groot lichtraam. Aan de binnenzijde zijn de ruiten door een ijzeren raamwerk tegen horenstooten beveiligd. De inrichting van dezen stal, evenals van de geheele huizinge, toont duidelijk dat met de Friesche stelphuizinge en den Frieschen stal heel wat te bereiken valt en dat beiden waarschijnlijk nog een lange levensduur is toegezegd..’.