KU-325/325A (6 september 1927 /
9 september 1931)
Hunnecum (L.)
boerderij van H. Hollands
bestaande toestand
reconstructie
1:400
Deze boerderij werd door Uilkema tweemaal gedocumenteerd: in 1927 en in 1931. Een vergelijking van de resulterende lijntekeningen met de bijbehorende foto wijst uit dat tekening KU-325A hier de feitelijk aangetroffen toestand weergeeft, compleet met bijgebouwtjes en stenen zijmuur, terwijl KU-325 een reconstructie is. De veldwerktekeningen tonen echter ten dele een andere volgorde, wat verwarrend zou kunnen werken. Blijkbaar werd door Uilkema eerst alleen de bestaande plattegrond getekend. Vier jaar later keerde hij hier terug om een goede reconstructie te maken, maar voegde daar ter completering van de eerder gemaakte opmeting enige niet eerder gedocumenteerde, bestaande elementen aan toe. Het ging hier om een eenvoudig, langgerekt boerderijtje, gebouwd in 1848, dat wat ontwikkelingsstadium betreft vergelijkbaar was met dat uit Arensgenhout (KU-320). In opzet bestond het gehele gebouw uit een vakwerkconstructie met wanden van beleemd vlechtwerk. Later werd de straatgevel echter grotendeels vervangen door metselwerk. Hierbij kwam een aantal gebintstijlen te vervallen; het uiteinde van de gebintbalken werd nu aan deze kant opgelegd in de muur. De rest van de muren bleef van beleemd vlechtwerk. Op het veldwerk staat genoteerd dat dit leem ieder jaar werd gewit en nog in zeer goede staat was. De indeling van het huis was als volgt. Aan de kopgevel bevond zich in eerste opzet een entreeruimte, van waaruit men twee achter elkaar gelegen woonvertrekken kon bereiken: de keuken (de dagelijkse woonruimte) en de kamer. In het entreeportaal zou zich volgens Uilkema ooit ook de zoldertrap hebben bevonden. Achter de woonvertrekken, maar volledig hiervan gescheiden, lag een kleine koestal met ruimte voor drie stuks vee. De koeien stonden opgesteld met de koppen naar een verhoogde voederkrib. De vloer van de koestal was geheel vlak, zonder giergoot of grup. Achter deze ruimte bevond zich oorspronkelijk nog een afdak, dat later (naar Uilkema noteerde: vóór 45
jaar) werd vervangen door een volwaardiger aanbouw met vakwerkwanden, die als deel en (zolder)tasruimte dienst ging doen. Dit gedeelte bleef ook na de verstening van de rest van de zijmuur nog in de oude staat bewaard, zoals op de door Uilkema gemaakte foto te zien is. De andere moderniseringen betroffen vooral het woongedeelte. Zo werd de voorste entreeruimte dichtgezet en verbouwd tot slaapkamer. Van de kamer werd een nieuwe gang afgescheiden, als entree tot het woonhuis. Uit de reconstructie (waarbij een afzonderlijke dorsdeel ontbrak) leidde Uilkema af dat het oude portaal aan de kopgevel wellicht ooit tevens had dienstgedaan als deel en als toegang naar de als tasruimte in gebruik zijnde woonhuiszolder.