Uilkema, een historisch boerderij-onderzoek. Boerderij-onderzoek in Nederland 1914-1934. Deel 2
(1991)–E.L. van Olst– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 680]
| |
[pagina 681]
| |
KU-323/323A (25 augustus 1927)
| |
[pagina 682]
| |
Ontwikkelingsschema bij opmeting KU-323
| |
[pagina 683]
| |
hierover echter het volgende: ‘..Daarna is het gedeelte 3-3 gebouwd, wat zich duidelijk uittekent aan den gevel (...), waarvan het gedeelte met X gemerkt nog goed zichtbaar is wat naderhand bijgebouwd is, zoowel als de gebinten die van binnen in de schuur gestaan hebben (die uitzagen volgens nevenstaande schets), welke verleden jaar vernieuwd zijn tegelijk met de muren welke ik met inkt heb aangeduid, wat toen geheel versleten was van ouderdom..’. Blijkbaar ging het de bewoners van de boerderij langzaam maar zeker steeds meer voor de wind. De oude kleine koestal werd (naar de boer zich meende te herinneren in 1894) veranderd in een werkruimte voor de zuivelbereiding. De volgende uitbreiding, die uit 1899 dateerde, stond de boer nog zeer duidelijk voor de geest. Er werd toen haaks op de schuur een grotere paardestal aangebouwd (IV). De oude paardestal (op de plaats van de eerste deel) werd toen ingericht als varkensstal. Hiermee was de eerste aanzet gegeven voor de U-vorm van het complex. In 1906 werd het strodak over het oudste gedeelte vervangen door een pannendak. Blijkbaar breidde zowel de varkenshouderij als de akkerbouw zich op dit bedrijf snel uit, want al in 1911 werd ook de nieuwe paardestal voorzien van varkenshokken en werd een nog weer grotere paardestal aangebouwd (V). In 1922 tenslotte, werd een tweede koestal haaks op de paardestal aangebouwd, met een poort die de carrévorm voltooide (VI). Het proces van geleidelijke uitbreiding en verbetering was hiermee echter niet stilgezet. Buiten het complex was inmiddels bijvoorbeeld alweer een grote beerput aangelegd ter vervanging van de oude mestvaalt op de binnenplaats en de boer meldde verder met gepaste trots: ‘..En verleden jaar heb ik zelf mij nog de waterleiding aangelegd van oude gasbuizen, welke onder den vloer van de stallen door ligt en in alle stallen water brengt voor de koeien in de winter en in de zomer voor het koelen van de melk dienst doet..’. Uilkema beëindigde zijn beschrijving van deze interessante boerderij met een voorspelling van de eventueel te verwachten volgende stadia. Naar zijn mening zou in de toekomst vooral de schuurruimte van plaats veranderen. Hij verwachtte dat deze uiteindelijk evenwijdig aan het woonhuis zou worden geplaatst, met een zijlangsdeel met inrijdeuren naar de straat, waardoor het binnenbrengen van de oogst sterk zou worden vereenvoudigd. De boerderij bestaat thans echter niet meer, zodat het helaas niet mogelijk is Uilkema's voorspelling aan de werkelijkheid te toetsen. Detail brief M. Daemen - Uilkema d.d. 6-9-1927
|
|