KU-302 (24 november 1926)
Olden-Eibergen (Gld.)
boerderij ‘Ontink’ van A. Meijer
Het schilderachtige erve Ontink was plaatselijk zeer bekend en stond op verscheidene oude prentbriefkaarten afgebeeld. Het betrof hier een bijzonder goed bewaard gebleven voorbeeld van een oude Achterhoekse boerderij met overstekend topgevelschot en endskamer. In de gevel van het voorhuis was de gebintconstructie nog zichtbaar; de achtergevel moet ten tijde van Uilkema's bezoek al vernieuwd zijn geweest, getuige de sluitsteen met het jaartal 1913 boven de onderschoer. Na 1926 werden ook de zijgevels van het achterhuis vernieuwd (de plaats van de gevelopeningen op latere foto's correspondeert niet met die op de door Uilkema gemaakte plattegrondschets). Deze verandering vond wellicht gelijktijdig plaats met de bouw van een geheel nieuw voorhuis, waarmee het eens zo karakteristieke gebouw drastisch werd omgevormd tot een onooglijke moderne T-huisboerderij. Uilkema trof, zoals zijn foto's bewijzen, het gebouw in ieder geval nog grotendeels in de oude glorie aan. De oude indeling van het voorhuis was nog intact, met de grote, met veldkeitjes bestrate middenkamer met stookplaats voor open vuur. In de zijbeuk aan de kant van de endskamer (waarvan de functie overigens niet nader door Uilkema werd omschreven) lag binnen het hoofdgebouw de nette kamer met bedsteden en glazenkast. De zijbeuk aan de andere kant bevatte de ‘waschkamer’, met daarachter een keldertje. Een opkamer was niet aanwezig; boven kelder en waskamer lag alleen een zoldertje. In de scheidingsmuur tussen woonkamer en bedrijfsgedeelte bevond zich een opvallende brede dubbele deur. Waarvoor deze diende hoorde Uilkema van de bewoners: bij het binnenhalen van de oogst werd het paard hierdoor de woonruimte binnengeleid om zodoende de wagen zo ver mogelijk naar voren te kunnen halen op de deel. In de achtergevel lagen de deeldeuren enigszins terug, in de onderschoer. De zijbeuken, aan weerszijden van de open deel, bevatten varkenshokken, een paardestal, kalverhokken, de koestal en een weefkamer.
In de doorsnede - met het in deze streek gebruikelijke ankerbalkgebint en sporenkap met haanhout - tekende Uilkema geen nokbalk en schreef daar bij dat deze bij de oudere boerderijen hier blijkbaar nooit voorkwam.
Ook het erf verkeerde ten tijde van de opmeting nog grotendeels in de oude staat. Hier stond de traditionele ‘schuppe’: een bergplaats voor wagens, brandhout, en hooi. Ook de op de foto zichtbare, fraaie natuurstenen put aan de voorzijde van het woonhuis was nog volop in gebruik, naar Uilkema aantekende.