KU-286 (10 september 1926)
Drogeham (Fr.)
boerderij van F. Oosterhof
1:400
Een vergelijking met de vorige opmeting laat zien dat deze beide boerderijen in essentie eenzelfde opzet vertoonden. Ook hier lag de deel niet in de zijbeuk maar langs het midden van de achtergevel en zaten de grote deuren dientengevolge meer naar het midden van deze gevel dan bij de normale Friese schuur het geval is. In beide gevallen had dit te maken met de geringe gebinthoogte van de boerderijen, waardoor de zijbeuken zowel te laag als te smal waren om voldoende doorrijhoogte te kunnen bieden. Ook de gedeeltelijke situering van de stalruimte in de middenbeuk was in beide gevallen identiek. Toch bestonden er tussen deze twee boerderijen ook enkele kleine verschillen, die voor Uilkema blijkbaar van voldoende belang waren om hem ertoe te doen besluiten beide voorbeelden volledig te documenteren. Zo ging het in het geval van deze boerderij uit Drogeham duidelijk om een wat groter bedrijf dan bij die uit Harkema-Opeinde het geval was. De stalruimte bood hier plaats aan tien stuks vee, tegenover niet meer dan vijf in de vorige boerderij. Door de bredere middenbeuk hadden ook de tasvakken hier een wat grotere inhoud. Hooi en graan werden bovendien niet meer op afzonderlijke plaatsen bewaard, maar kwamen beide in de middenbeuk. Het hooi, dat immers eerder wordt binnengehaald, kwam onderop en daarboven werd vervolgens de rogge gestapeld. Ook de ruimte die gereserveerd werd voor deel en dorsvloer was hier veel ruimer dan bij de vorige boerderij. De smalle zijbeuk naast de tasvakken bleef open. De ruimte aan het einde van de koestal had hier de functie van paardestal; bij de andere boerderij diende deze als geitehok en was van het houden van een paard blijkbaar in het geheel nog geen sprake. Bij deze grotere boerderij stond (blijkens het veldwerk) op het erf bovendien een afzonderlijk stalgebouw met ruimte voor varkens, jongvee en nog een paard. Vóór het woonhuis stond ook nog een afzonderlijke stookhut die op de foto nog juist zichtbaar is. Ook de beide
voorhuizen waren niet geheel gelijk, al kwam de hoofdopzet met portaal, kelder en kamer vijwel overeen. Anders dan men op grond van de verhouding tussen de beide schuurruimten wellicht zou verwachten, was het woongedeelte hier namelijk kleiner. De zijbeuk met bedsteden of uitgebouwde kamer ontbrak zelfs geheel. Evenals bij de vorige opmeting gaf de tekening ook hier echter weer een reconstructie te zien; in een bijschrift gaf Uilkema aan, dat het woongedeelte ten tijde van zijn bezoek al enigszins was veranderd. Waaruit deze veranderingen bestonden werd ditmaal echter niet vermeld.