KU-260 (10 september 1931)
Zoetermeer (Z.-H.)
boerderij ‘Meerzicht’ van C. Boonekamp
Dit was (zoals uit de datum blijkt, maar niet uit de nummering) in feite de allerlaatste opmeting die door Uilkema in Zuid-Holland werd verricht. De in het onvoltooide hoofdstuk over deze provincie door hem aangekondigde lijntekening van deze boerderij is echter niet bewaard gebleven; alleen het veldwerk bestaat thans nog. Ook de bijbehorende tekst vertoont hier een lacune; de door Uilkema voor Meerzicht gereserveerde bladzijde bleef vrijwel onbeschreven. Alleen uit de aanhef is nog af te leiden dat Uilkema deze boerderij had willen bespreken in het kader van het zoeken naar de oorspronkelijke plaats van de dorsvloer: ‘..De hofstede “Meerzicht”, in 1672 als eerste woning in de drooggemaakte Zoetermeer gebouwd, brengt echter de gewenschte oplossing van dit vraagpunt. Daar is inderdaad de dorschvloer uit het midden van het gebouw naar het einde verplaatst..’. Op de plattegrond sluit de stal echter direct aan op het achter het woonhuis gelegen achterhuis met de boenhoek. Volgens gegevens op het tweede veldwerkblad ging Uilkema er desondanks van uit dat zich hier vroeger wèl een dorsvloer tussen achterhuis en stal had bevonden. Bij de toenemende nadruk op de zuivelproduktie zou deze dorsvloer echter naar achteren zijn verplaatst en zou de stal zijn uitgebreid tot aan de huidige boenhoek. Deze mening baseerde Uilkema vermoedelijk op het verschil in constructie binnen de huidige stal, waarvan hij bij wijze van uitzondering twee doorsneden schetste. Het gedeelte waar hij de voormalige dorsvloer vermoedde bezat een veel hoger geplaatste onderste gebintbalk dan het achterste stalgedeelte, alsmede hogere zijmuren. Bij het dorsen had men een behoorlijke vrije hoogte nodig; bij schuren met kleinere afmetingen ontbrak daarom boven de dorsvloer vaak de zoldering. Hier kon, door de forse afmetingen van het gebouw, de ruimte plaatselijk eenvoudig wat hoger worden gemaakt. In hetzelfde gedeelte tekende Uilkema bij de
zijgevel nog aan: ‘..hier groote deuren geweest van dorschvloer..’. Op het eerste veldwerkblad staan bij de plattegrond veel aantekeningen over het gebruik van de verschillende ruimten: ‘..b = bedstee: overal waar de 4 bedsteden zitten is vroeger een breede schouw geweest. Bij x is een schoorsteen geweest. Staat er nog, maar is dus dichtgemetseld.. (...) ..zomerhuis: koelpet, bakoven, hier vroeger een open vuur met haak of haal; hier het waterfornuis met oven, afvoergoot naar sloot..’, etc. etc. Over de opvallende architectuur van het imposante, twee verdiepingen hoge voorhuis met zijn streng symmetrische gevel wordt echter, typerend voor Uilkema, nergens iets gezegd.
(geen lijntekening aanwezig)