KU-257 (oktober 1924)
Katwijk (Z.-H.)
schaapskooi van M. Aanhane
1:200
1:400
In dit uiterst eenvoudige bedrijfsgebouw meende Uilkema enkele karakteristieke elementen te herkennen van wat hij beschouwde als de oudste huisvorm in de Zuidhollandse duinstreek. Vooral de éénbeukigheid, het ontbreken van buitenstijlruimten zou hierbij essentieel zijn geweest. Deze vorm werd door Uilkema in een wel zeer gewaagde hypothese in zijn Zuidhollandse tekst vergeleken met een huistype dat hij in een geheel ander deel van het land, en wel in Zuid-Limburg, was tegengekomen: ‘..Ook het schapenhok in deze streek herinnert door het gemis aan buitenstijlruimten sterk aan het Zuidlimburgsche huis. (...) Uit fig. 257 blijkt dat het een lang smal gebouw is. De plaats van voor- en achterdeur in de gevels doet aan deze overeenkomst (...) geen afbreuk, omdat het naar buten drijven der schapen deze stand vereischt..’. In dezelfde tekst vermeldde hij over dit gebouw nog: ‘..Op de “til” boven de “binten” wordt stroo gestapeld. De kleine hooiberg, die op dit plan wordt aangetroffen, is meestal niet aanwezig. Het hooi wordt gewoonlijk tezamen met het stroo boven de schapen bewaard en binnengebracht door het luik of “blind”, dat (...) boven de “voordeur” zichtbaar is. Naast de hellende “dam” achter deze deur bevindt zich een diep gat, waarvan de herder de beteekenis niet kon meedeelen. Het kan echter moeilijk een andere bedoeling hebben dan het opnemen van vochten uit den stal, en zou dus overeenkomen met de gierkuil, die in de oorspronkelijke Zuidlimburgsche stallen bij de deur in den stalbodem wordt aangetroffen..’. Aan de vondst van deze schaapskooi hechtte Uilkema vooral zo'n waarde, omdat hij er van uitging dat oude kenmerken altijd het langst bewaard bleven bij de onaanzienlijkste bijgebouwen. Daar had men immers veel minder aanleiding om over te gaan tot ingrijpende moderniseringen dan bij het hoofdgebouw van
de boerderij.
Ook afgezien van al dergelijke theorieën was deze schaapskooi echter een bijzonder interessant object door zijn primitieve constructie. Afgezien van de dakbedekking was aan dit gebouw in het geheel geen steen verwerkt. De stijlen van de dekbalkgebinten waren hier, zoals de doorsnede laat zien, nog in de grond ingegraven. De muren bestonden geheel uit hout, en zelfs de gebruikelijke lage voetmuur ontbrak.