KU-244 (27 augustus 1924)
Oostendorp (Gld.)
boerderij van G. Vis
1:400
In het noorden van de Veluwe trof Uilkema afwijkende kleine huisvormen aan die later bekend werden onder de naam ‘zoomhuisjes’. Dit waren minimale bedrijfjes, vaak niet meer dan een landarbeiderswoninkje met wat schuurruimte. Opvallend was bij deze gebouwen vooral de tweebeukige opzet, waarbij alle deuren zich in de hoge, lange gevel bevonden. Het geheel werd daarom door verschillende onderzoekers, waaronder aanvankelijk ook Uilkema, wel onder de ‘langgeveltypen’ gerekend en vaak werd een vergelijking gemaakt met de Brabantse boerderij. Anderen, zoals Hekker, beschouwden het echter als een afgeslankte vorm van het hallehuis, waarbij één van de zijbeuken om de een of andere reden was komen te vervallen.
Ook het hier afgebeelde keuterboerderijtje had een dergelijke tweebeukige opzet. De dagelijkse woonruimte lag daarbij in het midden van het huis, met langs de korte gevel een strook kleinere ruimten waarin een bedstede en een provisiekamertje waren ondergebracht. Daarachter, in de zijbeuk, bevond zich een melkkeldertje met daarboven een bedstede en aansluitend daaraan nog een washok. De woonkamer, ‘de heerd’, had de stookplaats met het open vuur tegen een binnenmuur. In het al even kleine bedrijfsgedeelte bevond zich direct achter de woning een open werkvloer met de deuren in de lange gevel. Boven deze dwarsdeel lagen slieten voor de berging van ongedorst graan. De gestippelde rechthoek toont het ‘haakgat’, de opening waardoor de oogst op zolder werd gebracht. Langs de achtergevel, aan de deel, bevond zich de stal met ruimte voor maximaal zeven koeien; het is echter zeer de vraag of men hier ooit zoveel vee heeft gehouden. Boven de stal werd hooi of stro bewaard, voor voedering en stalstrooisel; in de korte gevel achter de stal zaten mestluiken, waardoor de mest naar buiten kon worden geschept. Op het erf stonden ook nog een tweeroedenberg en een schuurtje. De kapberg had rondom een wand van hout en stro, van 1.50 m hoog. Over het schuurtje noteerde Uilkema ‘..Bij elke boerderij op de Veluwe is steeds een schuur. Voor brandstof, wagens, landbouwwerktuigen, varkenshokken, maar geen hooi!..’. Het afgebeelde gebouwtje had een uiterst eenvoudige constructie zonder gebintwerk, met alleen ingegraven muurstijltjes, zoals Uilkema ook elders op de Veluwe al eens was tegengekomen. Bij het hier opgemeten exemplaar ontbraken zelfs de haanhouten in de sporenkap; van enig dwarsverband lijkt dus afgezien van de eindgevels in het geheel geen sprake te zijn geweest.