KU-236 (19 augustus 1924)
Westenwold (Ov.)
boerderij van H. Mosterman
1:400
Deze opmeting uit de omgeving van Steenwijkerwold vertoonde het gebruikelijke Noordwestoverijsselse dwarsdeeltype. Deze boerderij had twee dwarsdelen: één langs de achtergevel en één tussen de aan het woonhuis grenzende open werkvloer en de tasvakken in. De plattegrond doet hiermee enigszins denken aan die van eerder besproken opmeting KU-184 uit het Land van Vollenhove. De grupstal met krui- en voergang lag in zijn geheel in één van de zijbeuken. De gehele binnenstijlruimte tussen de beide dwarsdelen kon zodoende worden volgezet met hooi. Boven de voorste dwarsdeel en de aansluitende open werkruimte werd op de slietenzoldering over de ankerbalken de ongedorste rogge en haver bewaard. De karnmolen was afgescheiden van de rest van de ruimte door een houten wandje en ook de karn stond niet meer op de open werkruimte achter de brandmuur maar in een ruimte in het voorhuis, die men echter nog steeds de karnhoek noemde en van waaruit de melkkelder bereikbaar was. De zuivelbereiding had hier duidelijk een hogere ontwikkelingsgraad bereikt dan bij de eerder genoemde boerderij KU-184, waar al dit werk nog plaatsvond in open verbinding met de rest van de bedrijfsruimte. In de andere zijbeuk tegenover de karnmolen lag de spoelruimte, de ‘pompstraat’, die een bestrating had van keien. De beide paren deeldeuren waren bij deze boerderij enigszins teruggeplaatst in de zijgevel om voldoende hoogte te krijgen zonder de dakvoet te hoeven oplichten. Uilkema maakte daarbij de notitie dat in het nabije gehucht Wapse nog huizen moesten staan die een, naar men zei, oudere vorm vertoonden, waarbij het dak over de terugliggende deeldeuren overstak. Het bedrijfsgedeelte had een constructieve opzet met ankerbalkgebinten en een kapconstructie met tussenbalken en schoren. Het woongedeelte had geen gebintconstructie meer; de balken rustten op de binnenmuren. De beide stookplaatsen in voor- en zijkamer bezaten een haardplaats met
askolk, waar nog een open vuur werd gestookt. De bewoner van deze boerderij bleek afkomstig van Ameland (een gebied waarmee Uilkema goed bekend was) en het veldwerk bevat diverse voorbeelden van taalkundige vergelijkingen tussen Amelandse en Westenwoldse termen.