KU-212 (datum onbekend)
Willemsdorp (Z.-H.)
boerderij
Deze grote boerderij werd door Uilkema in zijn concepttekst over de ontwikkeling op de Zuidhollandse eilanden gebruikt als voorbeeld van het nieuwere type op het eiland van Dordrecht. Hij vergeleek deze met de vierbeukige Westbrabantse boerderij die hij, door zijn vermeende overeenkomst met de in Brabant voorkomende, vrijstaande ‘Vlaamse’ schuur, ‘Vlaamse hoeve’ had gedoopt: ‘
..De nieuwe boerderij op het eiland van Dordrecht
1:400
bezit de schuurindeling der Vlaamsche hoeve, terwijl “keat” en zomerhuis zijn vervallen. Een voorbeeld daarvan geeft dit huis te Willemsdorp uit het tweede decennium dezer eeuw. Uit de plaats der inrijdeur in den steilen schuurgevel kan worden afgeleid, dat de inrij binnen de stijlen en de stal daarnaast in de buitenstijlruimte is gelegen..’.
Het betrof hier een zeer grote moderne boerderij, waarbij, in tegenstelling tot de oudere boerderijen met hun vele bijgebouwen, alle bedrijfsfuncties binnen het hoofdgebouw waren opgenomen. (De vierkante vorm naast het voorhuis duidt
niet op een vrijstaand bouwdeel maar geeft de plattegrond van de onder het woonhuis gelegen melkkelder.) Dat het hier werkelijk om een vrij nieuw gebouw ging blijkt behalve uit het feit dat Uilkema hier als veldwerk de originele bouwtekening kon gebruiken, ook uit de afbeelding zelf. Het woonhuis had een indeling met centrale gang met kamers en suite en een grote differentiatie in woonfuncties. Behalve de gewone woonvertrekken bood dit huis ook plaats aan de werkkeuken en spoelruimte die zich bij oudere boerderijen nog veelal in een afzonderlijk zomerhuis bevonden. Getuige de grote vensters in de voorgevel werd de verdieping hier mogelijk al als slaapruimte gebruikt, in plaats van de traditionele functie als graanzolder. De gevelarchitectuur met het dakoverstek met zijn decoratieve beëindiging van de windveren duidt op een ontwerp van rond de eeuwwisseling. De schuur had de moderne vierbeukige opzet met zijlangsdeel en stal aan de ene en tasruimte aan de andere kant van de middenstijlen. Ook de stenen muren en hoge zijgevels duiden, evenals de toegepaste kapconstructie met schaarspanten, op een recent gebouw, terwijl de consequente, rationele opzet benadrukt dat het hier niet om een ouder, verbouwd exemplaar ging. Een merkwaardig onderdeel is echter de karnmolen, die men in een zo recente boerderij niet meer zou verwachten. Of dit betekende dat men hier de melk in het begin van deze eeuw nog niet naar de fabriek bracht of dat men alleen uit voorzorg in staat wilde zijn om de zuivelverwerking in huis te laten plaatsvinden is niet bekend.