KU-198 (4 augustus 1923)
Blaricum (N.-H.)
boerderij van A. Heerschop
1:400
Deze oude Gooise boerderij werd door Uilkema gedateerd op tweede helft 17e eeuw. Het langgerekte gebouw had een hoofdconstructie met ankerbalkgebinten en deeldeuren in een terugliggend gedeelte van de zijgevel. Bij een eerdere documentatie in dezelfde gemeente (KU-186) had Uilkema een boerderij onderzocht waar al het hooi buiten in een hooiberg werd bewaard. Daarbij had hij aangetekend dat dit de nieuwe wijze van hooibewaring was; eerder zou het hooi op de achterste vakken van de middenbeuk zijn geborgen. Deze oudere situatie trof hij nog daadwerkelijk aan bij het hier gedocumenteerde voorbeeld. Het achterste gedeelte van de middenbeuk diende hier voor hooiopslag (de tasruimte staat door middel van stippellijnen aangegeven op de tekening). De rest van de middenbeuk bleef open; daar kwamen ook de deeldeuren in de zijgevel uit. De zijbeuken bevatten de diverse stallen voor varkens, koeien en paarden, waarvan een gedeelte nog bestond uit potstallen. Alleen de stal voor het melkvee had een mestgang achter de grup en mestdeuren in de daarachter gelegen zijgevel. Over de gebintbalken lag een slietenzolder, waarop het ongedorste graan werd bewaard. Het betrof hier een gemengd bedrijf, met de nadruk op akkerbouw.
Het woongedeelte had evenals het achterhuis een driebeukige opzet. De grote middenkamer, die als dagelijkse woonruimte diende, was rechtstreeks van buiten af toegankelijk via een deur midden in de voorgevel. Tegen de scheidingsmuur naar het bedrijfsgedeelte bevond zich de stookplaats met de grote schouw. Daarachter, op de deel, dicht bij de boenhoek, stond een gemetseld fornuis voor het koken van veevoer en waswater, dat door een gat in de muur vanuit de woonruimte kon worden gestookt. De scheidingsmuur tussen woon- en bedrijfsgedeelte liep overigens slechts tot aan de gebintbalk. Uilkema noemde deze muur daarom geen brandgevel en benadrukte dat de oudere boerderijen in deze streek nooit een echte brandgevel hadden. De smalle zijbeuk in het verlengde van de grupstal werd gebruikt voor de zuivelproduktie. Uilkema noteerde dat het kleinste vertrek diende als karnkamer, waar de handkarn stond. Van daaruit was ook de kleine overwelfde melkkelder te bereiken. De grotere, uitgebouwde ruimte in de andere zijbeuk diende als woonkamer. Op de foto is te zien dat het dak hier iets was opgelicht om voldoende hoogte te krijgen voor de zijgevel.