KU-193 (1 augustus 1923)
Egmond-Binnen (N.-H.)
boerderij van G. Bommer
1:400
Deze zeer grote stolp met langgerekt grondplan werd door Uilkema op onbekende gronden gedateerd op rond 1700. Met zijn lange koestal met 13 stallen (dus voor 26 stuks vee) en zijn vier tasvakken was het één van de grootste boerderijen die Uilkema bij zijn Noordhollandse onderzoek zou documenteren. Dat het hier een zuiver veeteeltbedrijf betrof blijkt niet alleen uit het grote aantal stallen maar ook uit de functie van de overige ruimten. Zo had men hier een ‘roomlokaal’ (een gelijkvloerse ruimte die dezelfde functie had als een melkkelder), een kaaskamer en een zoutkamer. In de kaaskamer werd de kaas gemaakt; daar bevond zich de stookplaats voor de kaasketel. In de zoutkamer werden de kazen gepekeld en bewaard. Om hooibroei in de grote hooiberg te voorkomen zaten er boven de tasvakken in het dak enige zogenaamde ‘kistgaten’, afsluitbare openingen voor ventilatie. In verhouding tot de afmetingen van de bedrijfsruimten kwam het woonhuis er hier nogal bekaaid af. Dit telde maar twee vertrekken (een kamer en een keuken) en het gebruikelijke ‘stalletje’ in een hoekje van de koestal, waar men 's zomers huisde. Men hield hier ook nog, zij het op bescheiden wijze, het oude gebruik in ere om de stal in het voorjaar in de ‘pronk’ te zetten. Daarbij werd de gehele stalruimte na te zijn schoongemaakt, elk jaar opnieuw in de verf gezet. Uilkema beschreef het resultaat als volgt: ‘..Van de muur (over de goot dus) tot stalhout ligt in den zomer op elke stal een geverfde houten beun. De schutten zijn wit, de koemuur wit, en de stijlen blauw geschilderd. Over de gang ligt een houten beun (vloertje), breed 60 cM, genaamd “ganglooper”. Daarover een wollen looper. Ook over het stalhout ligt een wollen looper. Ook het randje van de schutten blauw, eveneens de rand van het stalhout.; verder is de opstaande rand van de groep zwart geverfd. Ook het hooischot langs de koestal is
“wit gewit” (met kalk)..’. Het inrichten van een zomerstal was, zoals ook uit deze beschrijving blijkt, zeer veel werk en werd dus in de moderne tijd met het verminderen van het inwonend personeel steeds minder toegepast.