KU-185 (15 juli 1923)
Surhuizum (Fr.)
boerderij
(geen lijntekening aanwezig)
Deze tekening geeft eigenlijk geen opmeting maar een reconstructie te zien; de betreffende keuterboerderij was al enkele jaren tevoren afgebroken. De hier afgebeelde schets werd voor Uilkema gemaakt door een zekere G.v.d. Veen, die als timmerman betrokken was geweest bij de afbraak van het gebouw en daardoor goed op de hoogte was van de constructie en indeling. De boerderij, die volgens Uilkema's zegsman ten tijde van de afbraak ca. 400 jaar oud was geweest, had gestaan in het gehucht Surhuizum, ‘..op het erf waar thans Wybe Piersma woont..’. De plattegrond toont een voor deze streken merkwaardige indeling, met een uit twee kamers bestaand voorhuis en een korte, brede schuur. Ongewoon voor Friesland was zeker de situering van de stookplaats aan een zijgevel, alsmede het feit dat de kamers naast elkaar lagen, gescheiden door een gang. Ook de indeling van de schuur (voor zover herkenbaar) was nogal merkwaardig, met een Friese grupstal langs de achtergevel. De schuurdeuren bevonden zich in de zijgevel, de huisdeur in de voorgevel. Een grof schetsje van de langsdoorsnede laat zien dat het gebouw één doorlopende nok had over woon- en stalgedeelte, met aan beide uiteinden een gedeeltelijk dakschild. De draagconstructie bestond blijkbaar uit dekbalkgebinten, want Uilkema noteerde hier: ‘..Friesche gebinten..’. Elders op de tekening staat nog onder meer de volgende aantekening te lezen, die eveneens gebaseerd was op informatie van de timmerman: ‘..Aan de Kaleweg in Surhuizum naar Doezum stond voor ± 50 jaar een huis met “tempel” (vermoedelijk wordt bedoeld dakschild) en rechte voorgevel. De koestal liep langs de achtergevel. De dieren waren Fr. (op Friese wijze)
opgesteld. Groote deuren ter zijde. De nok van voorhuis en schuur was even hoog. (...) alzoo zuiver het type van Hollum, Ameland..’. Hoewel deze summiere beschrijving in grote lijnen overeenkomt met het schetsje van de afgebroken boerderij is het niet zeker dat het hier hetzelfde gebouw betrof.
Op de achterzijde van het veldwerkblad staan tenslotte nog allerlei schetsjes en getallen. Daaronder is vooral een dwarsdoorsnede vermeldenswaard, met een ankerbalkgebint op veldkeien en een kapconstructie met dekbalkjuk en nokstijltje. Deze doorsnede moet echter volkomen los hebben gestaan van de aan de andere zijde getekende boerderij, die immers een dekbalkconstructie zou hebben gehad. De op dit veldwerk voorkomende plattegrond werd echter, wellicht door gebrek aan nauwkeurige gegevens, door Uilkema nooit verder uitgewerkt.