KU-184 (6 juli 1923)
St. Jansklooster (Ov.)
boerderij van W. Wind
1:400
Bij deze Vollenhoofse boerderij was in grote lijnen het principe toegepast dat bij de vorige opmeting ter sprake kwam: de deeldeuren bevonden zich hier in de zijgevel voor het achterste gebintvak, terwijl voldoende hoogte voor de deuren werd verkregen door de gebintplaten aan de achterkant ver over te laten steken. Deze boerderij was gebouwd rond 1850 en vertegenwoordigde een vrij recent stadium van de Noordoverijsselse dwarsdeelboerderij. Het gebouw had een eenvoudige, rechthoekige plattegrond en bakstenen wanden. De middenbeuk werd grotendeels ingenomen door hooivakken en de stal lag in één van de zijbeuken. Deze grupstal was voorzien van de ook bij de vorige opmetingen ter sprake gekomen karakteristieke dubbele stalpalen. Achter de grup lag een smalle achterstrook, het ‘melkpaadje’, en in de zijgevel bevonden zich mestluiken. Evenals bij de vorige opmeting, grensde ook hier een smalle voergang rechtstreeks aan de tasvakken, alleen bevond deze zich in dit geval in de binnenstijlruimte. Merkwaardig is overigens dat (zoals de doorsnede laat zien) de breedste en laagste zijbeuk hier vrij was gebleven, terwijl de veel smallere buitenstijlruimte aan de andere kant onvoldoende ruimte bezat voor de daar aanwezige stal en voergang. Direct achter de scheidingsmuur tussen woon- en bedrijfsgedeelte lag de open werkvloer met de karnmolen en de karn. De zuivelproduktie vond hier dus nog volledig plaats in open verbinding met de stal en de rest van de schuur. Aansluitend aan de werkvloer vond men de voorste dwarsdeel; boven de gehele open ruimte lag een slietenzoldering, waarop rogge werd bewaard.
In het voorhuis was van de middenbeuk een gang afgescheiden achter de voordeur; de resterende middenkamer had een grote stookplaats aan de voorgevel. In de zijbeuken bevond zich aan beide kanten een kelder, respectievelijk voor zuivel en voor aardappelen. Boven de melkkelder vond men een bergplaats, een kast en twee bedsteden; boven de diepe aardappelkelder lag onder het schuine dak een opkamertje met bedsteden en een tweede stookplaats. Buiten op het erf stond tenslotte nog een afzonderlijk bakhuis, dat echter al ten tijde van Uilkema's bezoek niet meer in gebruik was.