Uilkema, een historisch boerderij-onderzoek. Boerderij-onderzoek in Nederland 1914-1934. Deel 2
(1991)–E.L. van Olst– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 334]
| |
[pagina 335]
| |
KU-161/162 (12 april 1923)
| |
[pagina 336]
| |
Foto's behorend bij opmeting KU-161
| |
[pagina 337]
| |
1:400
1:100
grupstal twee aan twee tussen houten schotten. De middengang diende zowel als voergang als voor het verwijderen van de mest. De onderrand van het dak, vlak boven de koeien, was vanouds gedekt met pannen; de rest van het dak had, naar Uilkema vermeldde, oorspronkelijk een rietbedekking gehad. Ten tijde van de opmeting was dit echter al veranderd in een volledig pannendak, getuige de foto's. Voor ventilatie hadden zich voor deze verbouwing in de nok ook nog twee luiken bevonden, kistluiken genaamd, die door middel van touwen vanaf de stalvloer konden worden geopend. Hoewel deze luiken hier niet meer aanwezig waren kon Uilkema zich van deze constructie een betrouwbare voorstelling maken door middel van een elders bewaard gebleven exemplaar. De oorspronkelijke situatie staat in doorsnede afgebeeld op tekening KU-162. De gereconstrueerde plattegrond van de situatie vóór de verbouwing van 1908 staat weergegeven op tekening KU-161A. Hierin was de grote uitgebouwde melkkelder en de haaks aangebouwde jongveestal vooralsnog gehandhaafd. Door zijn latere onderzoek raakte Uilkema er geleidelijk echter van overtuigd dat de plattegrond van deze boerderij ooit nog veel eenvoudiger moest zijn geweest. Hij ging daarom in 1923 opnieuw terug naar Wartena voor een nader onderzoek van het gebouw. Inderdaad bleek hem daarbij al snel dat de eerder vervaardigde reconstructie van het gebouw in feite slechts een secundaire toestand had weergegeven. De melkkelder moest oorspronkelijk veel kleiner zijn geweest, wat bleek uit verschillen tussen het voorste en achterste gedeelte van de kapconstructie. Ook de staluitbouw aan de achterzijde was pas lang na de bouw van de boerderij toegevoegd. Het bewijs daarvoor vond hij, nu hij daar gerichter naar zocht, in bouwsporen in het metselwerk. Op het veldwerk van de nieuwe opmeting die hij hier maakte staat hierover onder meer: ‘..andere steen, namelijk rood.. (...) ..a1 en a2 (in de muur tussen de beide stalgebouwen) zijn dichtgemetselde koevensters, welke dus bewijzen dat de muur waarin ze zich bevinden eenmaal een buitenmuur was..’. De betreffende verbouwing zou rond 1800 hebben plaatsgevonden. In zijn concepttekst over de provincie Friesland van rond 1930 ging Uilkema opnieuw uitgebreid op het Wartenase boerderijtje in. Daarbij stelde hij dat de geconstateerde uitbreidingen te maken moesten hebben gehad met een vergroting van de veestapel in deze periode. Zijn nieuwe visie op de oudste toestand van het gebouw (zonder jongveestal en met een kleinere melkkelder) legde hij vast in een tweede reconstructietekening, KU-161B. De boerderij zelf ging helaas in 1934 door brand verloren. |
|