KU-137 (26 augustus 1922)
Vasse (Ov.)
boerderij ‘Huize Teusse’ van G.J. Oude Luttinkhuis
Deze boerderij bezat al een zekere landelijke
bekendheid toen Uilkema hier in 1922 kwam: het eerste los hoes van het Arnhemse Openluchtmuseum was afkomstig van dit erf. Het hoofdgebouw met bovenkamer en verscheidene interessante bijgebouwen waren hier echter nog
aanwezig: een schaapskooi, een hooischuur, een ‘schoppe’ voor brandstof en een varkensstal (het voormalige bakhuis). Uilkema tekende van al deze gebouwen de plattegrond, maar fotografeerde alleen de bijgebouwen, waaraan tevens de meeste notities werden gewijd: ‘
..“schaapsschot”: gebinten met 1 dM. verdieping; deze zijde zoo hoog als de plaat. De wanden zijn thans van hout en daarboven stroo, uitgezonderd bij x, daar is de (lage) wand geheel van stroo. Op de grond ligt een grondholt, waaronder keien liggen en onder de posten liggen nog veel grootere keien. (...) Deze deur heeft evenals die aan de andere zijde geen kozijnen; de deur draait links en rechts door middel van een paal, die één geheel uitmaakt met de deur; deze paal rust met het ondereinde (dat een ijzeren pen draagt?) in een gat van een kei en draait boven in een ijzeren cirkel, die aan de plaat bevestigd is.. (...) ..“hooischuur”: schuur rondom hout - is blijkens sporen vroeger tûn geweest. Deel a is aan alle kanten open, steunt op één stijl. Posten op keien. (...) Deze gevel steil, boven iets overstekend, met paardekoppen..’, etc.
Het hoofdgebouw was een gemoderniseerd los hoes. De afscheiding tussen woon- en bedrijfsgedeelte bestond nog slechts uit dunne planken tussen horizontale regels en zou hier pas zeven jaar tevoren (in 1915 dus) zijn aangebracht. In de deur bevond zich een raampje, zodat toch nog iets van het vertrouwde zicht op de deel bewaard was gebleven. Uilkema tekende aan waar vroeger de ‘wendezoele’ (de draaiboom met de ketel) bij de stookplaats had gestaan. Ook in de zijbeuk van het voorhuis was het een en ander veranderd; vroeger zouden washok en melkkamer beide in het voorhuis hebben gelegen. Op de plattegrond is te zien dat deze inmiddels in de richting van het achterhuis waren opgeschoven, terwijl het voorste deel van de zijbeuk nu werd ingenomen door een slaapkamer. De bovenkamer, die in tegenstelling tot de rest van het gebouw geen vakwerkgevels had, bevatte twee kamers met stookplaats en een kelder met opkamer. In het achterhuis leek minder te zijn veranderd: de koestal had hier nog steeds de potstalvorm en aan de andere kant van de deel lagen kalver-, varkens- en paardestallen en een knechtenkamer.
1:400