KU-134 (18 augustus 1922)
Staphorst (Ov.)
boerderij van L. Smit
1:400
Deze boerderij (de tweede die Uilkema in Staphorst documenteerde) bevatte nog veel karakteristieke, oude elementen. Zo bestond de nokafsluiting van het rieten dak nog uit het traditionele kwastje van gedraaid riet. Bij latere boerderijen, zoals bij opmeting KU-115, was dit meestal vervangen door een uilebord. Op het dak stond verder de gebruikelijke houten schoorsteen en oorspronkelijk zou zelfs deze niet aanwezig zijn geweest: Uilkema noteerde op de achterkant van een van de foto's: ‘..Houten schoorsteen op het huis. Deze is boven het dak van hout, ook binnen het huis, boven den zolder (onder den zolder is soms steen, maar boven den zolder te Staphorst steeds hout). Voor een 20 jaar waren in Staphorst vele huizen geheel zonder schoorsteen. De rook moest zich door het dak een uitweg zoeken. Ook bij L. Smit was dit het geval. De sporen boven de deelen bv. zijn geheel zwart van roet..’. De tweede, stenen, schoorsteen zou hier later nog zijn aangebracht toen de zijkamer afzonderlijk werd verhuurd. De indeling van de boerderij was verder volledig traditioneel. De inrichting van de middenkamer werd door Uilkema op de plattegrond ingetekend: de stookplaats met grote rookvang aan de voorgevel, de spinde als afschutting van de entree, een tweede kast tegen de achtermuur en een tweetal deken- of klerenkisten. In de zijbeuk bevonden zich een kleine melkkelder en de karnkamer. De muur tussen woon- en bedrijfsgedeelte liep slechts tot aan de planken woonhuiszolder, die overigens was doorgetrokken tot aan het eerste gebint van het achterhuis. De dwarsdeel in het volgende gebintvak diende als dorsvloer en tevens als voerdeel voor de aangrenzende potstal, en was voorzien van een slietenzolder waarop rogge en haver werd bewaard. De potstal nam, zoals gebruikelijk, de gehele middenbeuk in beslag en bood ruimte aan twee rijen vee, in dwarsrichting, met de koppen naar een verdeel gekeerd. De voorste rij stond daarbij niet meer in de mest, maar op
een verhoogde standplaats, een stoepstal. Achter de stal langs liep een tweede voerdeel. Daar weer achter, en door een schot afgescheiden van de stalruimte, bevond zich het schuurgedeelte waar het hooi werd bewaard: twee tasvakken die vanaf de grond werden volgezet, gescheiden door weer een dwarsdeel. De lange, rechte zijgevel bestond geheel uit hout zonder grondmuur, met alleen een ‘grondholt’, een op de grond liggende balk, als enige fundering.