[Friesland]
KU-121 (datum onbekend)
plaats onbekend, vermoedelijk provincie Friesland
boerderij
Van deze boerderij is nòch de plaats, nòch de naam van de bewoners, nòch het jaar van opmeting bewaard gebleven. Het meest waarschijnlijk is dat Uilkema deze schets vervaardigde tijdens zijn vroege onderzoek, toen hij zich noch geen vaste opmeetroutine had aangewend. De later standaard vermelde documentatiegegevens ontbreken en ook van het gebruik van millimeterpapier is hier geen sprake. De tekening staat dientengevolge vol met geschreven maataanduidingen en de plattegrond werd niet in de juiste verhoudingen opgezet. Ook een foto ontbreekt. Desondanks valt uit de schetsmatige plattegrond toch het een en ander af te leiden over de indeling en de herkomst van deze boerderij. Zo staat het wel vast dat het hier moet zijn gegaan om een boerderij van het in het gehele noorden van het land voorkomende Friese huistype. Dit blijkt vooral uit de plaats en de indeling van de stal (vee met de koppen naar de buitenmuur, grup langs de stalgang). De combinatie van stal- en tasruimte en het buiten de schuurmassa uitsteken van het voorhuis duiden op een boerderij van het kophalsromptype. De stookplaats aan de kopgevel komt zowel in Friesland als in Groningen voor. De kans dat het hier om een Friese boerderij gaat is echter aanzienlijk, omdat Uilkema zich in zijn eerste onderzoekjaren geheel tot de eigen provincie beperkte. De schuur vertoonde de gebruikelijke Friese indeling met stal in de zijbeuk, tasvakken in de middenbeuk, en zijlangsdeel. De deeldeuren bevonden zich aan het einde van de zijbeuk, iets terugliggend in de voorgevel (rechtsboven op de tekening). Wat het woonhuis betreft, lijkt het globaal aangegeven trapje tussen voor- en achterruimte er op te duiden dat het hier om een onderkelderd voorhuis ging. De achterkamer met tweede stookplaats diende dan als keuken en dagelijkse woonruimte. De rechthoeken met een diagonaal kruis erin geven de bedsteden aan; daartussen lag meestal een kast. Opzij van de achterkamer is nog een langwerpige ruimte
getekend, met een doorgang naar de schuur. Achter het voorhuis waren enkele ruimten afgescheiden die vermoedelijk met de zuivelproduktie in verband stonden, zoals bijvoorbeeld een karnhuis. Dat het hier inderdaad een overwegend zuivelbedrijf betrof, blijkt onder meer uit de aanwezigheid van stalruimte langs de achtergevel. Op deze plaats vond men bij een weidebedrijf de jongveestal; bij een akkerbouwbedrijf zou hier altijd een dorsvloer hebben gelegen.