KU-117 (6 mei 1922)
Donkerbroek (Fr.)
boerderij van A. Siegersma
1:400
Deze langgerekte Zuidoostfriese boerderij telde van voor- tot achtergevel de volgende afdelingen: woonhuis, stal, dwarsdeel en tasruimte. Opvallend is vooral de combinatie van stalvormen: men trof hier zowel een potstal aan als een ‘Friese’ grupstal (zij het dat het vee hier niet naar een buitenmuur maar naar een binnenmuur gekeerd stond). Uilkema noteerde echter dat deze grupstal pas later was ingebouwd; oorspronkelijk zou ook dit deel van de stal een diepe potstal zijn geweest. In de grote potstal werden zowel koeien als paarden gestald. De koeien stonden met de koppen naar de zijbeuk gericht, de drie paarden naar de muur tussen potstal en dwarsdeel. Ook in het achterste schuurgedeelte, dat als tasruimte diende, stond nog vee opgesteld; langs de achtergevel en in één van de zijbeuken bevonden zich kleinere potstallen voor jongvee. De potstallen waren alle ongeveer één meter diep; de grote potstal liep geleidelijk op naar maaiveldniveau, in de richting van de dubbele potstaldeuren. Bij het achterste schuurgedeelte met de jongveestallen noteerde Uilkema dat dit van later datum was. Oorspronkelijk was het bedrijfsgedeelte dus korter en de schuur had toen vermoedelijk een topgevel met wolfeind gehad, in plaats van het de foto zichtbare grote dakschild. De tasvakken achterin het bedrijfsgedeelte werden gebruikt voor de berging van hooi; ongedorst graan werd, naar Uilkema noteerde, bewaard op de balken boven de stalruimte. Op de doorsnedeschets is te zien dat hier onder de ankerbalken een serie lagere balken was aangebracht, die vermoedelijk secundair was. Op het veldwerk èn op de lijntekening gaf Uilkema abusievelijk aan dat de gebintbalkschoren hier naar de onderste balk liepen. Een tweede versie van de tekening laat echter zien dat deze in werkelijkheid naar de bovenste balk liepen, wat wordt bevestigd door de foto's en de opmeting die de SHBO hier in 1966 liet vervaardigen. De lagere gebintbalken liepen niet
tussen maar langs de stijlen en waren opgelegd op consoles. Interessant is ook, dat Uilkema in de plattegrond van het woongedeelte gebintstijlen tekende, die later bleken te zijn verwijderd. Op de plattegrond is te zien dat deze het ruimtegebruik van de verschillende vertrekken inderdaad zeer moeten hebben beperkt. Later heeft men het onderste gedeelte van deze stijlen verwijderd en de balk aan die zijde opgelegd op de binnenmuur, terwijl het bovenste gedeelte van de stijl op zolderniveau intact bleef.