KU-111 (7 november 1921)
Alverna (Gld.)
boerderij ‘Soetenborn’ van Fam. Jansen
1:400
Uilkema's bezoek aan deze boerderij werd niet door de weergoden begunstigd. Op het veldwerk schreef hij: ‘..zeer koud en winderig, bovendien koude regen. Wind westelijk - motor trekt slechts 33 KM in den wind..’. Het bezoek was echter zeker de moeite waard. Deze interessante boerderij dateerde (blijkens jaartalankers in de voorgevel) nog uit 1704 en had in zijn lange bestaan de nodige verbouwingen beleefd. De woonruimten waren hier geleidelijk steeds verder in het bedrijfsgedeelte ingebouwd. In het voorhuis had men behalve keuken en kamer nog drie slaapkamers, een melkkelder met opkamer en langs de voorgevel een spoel- en karnruimte met stenen banken om de emmers op te laten drogen. In het bedrijfsgedeelte lag direct achter het woonhuis een werkvloer, met aan weerszijden stalruimte voor paarden en een potstal voor jongvee. De deeldeuren lagen in de zijgevel naast de paardestal. Het achterste gedeelte van de bedrijfsruimte werd ingenomen door een grote, over vrijwel de gehele breedte lopende, diepe potstal. Het vee stond hier in twee rijen; een rij van elf koeien was gericht naar de ‘dwarsdeel’ en één van tien naar een smal gangetje in de zijbeuk. Aan de andere kant waren in de zijgevel potstaldeuren aangebracht voor het uitrijden van de mest. Langs de achtergevel was tenslotte nog plaats voor een wagenberging, die door een muur en een houten schot gescheiden was van de potstal. Opvallend is de constructieve scheiding halverwege het gebouw. In het voorste gedeelte, tot zelfs in het woonhuis toe, stonden de oude ankerbalkgebinten; in het (vermoedelijk later aangebouwde) achterste deel was sprake van een afwijkende constructie met standvink. Op de foto is te zien dat het dak aan de bovenkant met riet was gedekt terwijl de onderste helft pannen had. Uilkema noteerde over de verdere afwerking: ‘..onder deze pannen zit riet, waarop kalk is gesmeerd, om de stal warm te
houden..’. Tenslotte werd hier nog een bakhuis met varkensstal, een karnmolen en een graanschuur met schaapskooi gedocumenteerd. De achthoekige karnmanege met gedeeltelijk bakstenen muren stond naast de spoelruimte in het voorhuis en was via een aandrijfas door de muur verbonden met de karn. De nieuwe schuur achter het hoofdgebouw diende als graanschuur en dorsruimte. Aan deze schuur was een schaapskooi aangebouwd, met een anderhalve meter diepe potstal. Als de oogstwagen op de deel van de schuur was afgeladen kon deze door de schaapskooi, over de mest heen, weer naar buiten rijden.