KU-78 (1 september 1921)
Malden (Gld.)
boerderij van A. Willems
1:400
Dit was de eerste opmeting die Uilkema maakte in het gebied rond Nijmegen.
Anders dan bij de omvangrijke Betuwse en Veluwse complexen bestond de gehele boerderij hier uit het hoofdgebouw met een mestvaalt naast het huis. Ook de indeling was sterk afwijkend van het gewone hallehuispatroon, ondanks de overeenkomstige driebeukige opzet met ankerbalkgebinten. Het woonhuis bestond uit twee vertrekken ter weerszijden van een centrale gang. Alleen de gelijkvloerse ‘keuken’ had een stookplaats; aan de andere kant van de gang lag een opkamer, met daaronder een melkkelder, die bereikbaar was vanuit de in het achterhuis gelegen spoelruimte. In het bedrijfsgedeelte lagen alle ruimten gegroepeerd om de in de middenbeuk gelegen diepe potstal. De koeien stonden hierin met de koppen naar het voorhuis gericht, aan de dwarsgelegen ‘veurstal’. De potstal werd tweemaal per jaar uitgemest: in november en april. In een zijbeuk lag de (eveneens verdiepte) paardestal; aan de andere kant bevonden zich varkenshokken. Het stalgedeelte was door een twee meter hoge muur afgescheiden van de in dwarsrichting daarachter gelegen dorsvloer. Boven deze dwarsdeel bevond zich tasruimte op de slieten; ook boven de stal was bergruimte voor de oogst, één vak hooi en één vak rogge. De deeldeuren bevonden zich in de zijgevel. Volgens de boer, die Uilkema de nodige aanvullende informatie verschafte, was dat hier niet altijd het geval: ‘..Volgens Willems hebben de boerderijen in deze streek wanneer er geen afzonderlijke schuur is, maar de schuur verbonden is aan de koestal de schuurdeuren ter zijde. Is er een afzonderlijke schuur dan zijn de groote deuren achter..’. Opvallend is in de constructie de aanwezigheid van twee gebintbalken vlak onder elkaar. De aanleiding om tot een dergelijke oplossing te komen is in dit geval wel bijzonder onduidelijk, omdat het hier geen latere verbouwing betrof; beide balken zijn door Uilkema getekend met doorgaande ankerpen en moeten dus gelijktijdig zijn
aangebracht! Volgens de boer was dit in deze omgeving een zeer gebruikelijk verschijnsel. Uilkema vertrouwde de zaak echter niet helemaal en maakte voor zichzelf op het veldwerk de notitie: ‘..Nader informeeren of deze constructie algemeen is in deze streken..’. Bij de uitwerking van de tekening maakte Uilkema overigens een fout. Op de lijntekening liggen de slieten bij beide doorsneden op de laagste gebintbalk; dit was echter alleen zo boven de stal; boven de deel zouden de slieten op de bovenste balk liggen om voldoende doorrijruimte te krijgen.