Uilkema, een historisch boerderij-onderzoek. Boerderij-onderzoek in Nederland 1914-1934. Deel 2
(1991)–E.L. van Olst– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 153]
| |
[pagina 154]
| |
[pagina 155]
| |
KU-71 (24 juni 1921)
Ook hier werd door Uilkema een Betuwse T-huisboerderij met diverse bijgebouwen gedocumenteerd; het betrof ditmaal echter een minder groot en modern bedrijf dan dat van de voorgaande opmeting (KU-70). Op dit erf bevond zich naast het hoofdgebouw alleen een vrijstaande schuur, een dorsschuur met schapehok, een zesroedenporberg en een varkenshok. Vroeger moest hier ook nog een karnmolen hebben gestaan. Deze was inmiddels niet meer aanwezig, maar Uilkema gaf hem, op basis van mondelinge informatie, nog wel aan op de tekening. Het hoofdgebouw had hier blijkbaar niet altijd de dwarshuisvorm gehad; uit niet nader aangeduide bouwsporen moet af te lezen zijn geweest dat het gebouw ooit een enkelvoudige vorm had. Uilkema noteerde hierover: ‘..Zeer oud, vele malen verbouwd, zeer zeker zijn de vleugels van de voorhuizinge later aangebouwd..’. In het interieur van het voorhuis waren verschillende oude elementen bewaard gebleven, waaronder een deel van de voormalige gebintconstructie in de middenkamer. Ook trof Uilkema in
| |
[pagina 156]
| |
[pagina 157]
| |
KU-72 (25 juni 1921)
Bij deze zeer grote T-huisboerderij uit 1760 was geen sprake van de grote aantallen bijgebouwen die men bij andere boerderijen uit het rivierengebied aantrof. Naast het hoofdgebouw stond slechts één aangebouwde schuur die een combinatie van mestberging en varkenshok bevatte en verder alleen een porberg. Mogelijk maakte de grote capaciteit van het hoofdgebouw verdere opslagruimten hier overbodig. Typerend voor het hoge niveau van het wooncomfort in dergelijke grote T-huisboerderijen is het feit dat
|
|