KU-67 (27 mei 1921)
Den Ilp (N.-H.)
boerderij van B. Dubbeld
1:400
Bij deze boerderij lagen woonhuis, koestal en hooiberg in rechte lijn achter elkaar aan gebouwd, waarbij de rondom afgetimmerde hooiberg, de blokschuur, hoog uittorende achter de lage woon- en stalruimten. Deze boerderijvorm staat thans bekend als hooihuisboerderij en wordt wel beschouwd als een herinnering aan het oude woonstalhuistype dat aan de stolpboerderijen voorafging. De opgemeten boerderij dateerde uit 1837. Vrijwel het gehele gebouw was van hout; alleen de voorgevel van het woonhuis had een lage stenen grondmuur en het bedrijfsgedeelte rustte op lage gemetselde kolommen (poeren), waarover een balk lag. Het woonhuis bestond uit drie achter elkaar gelegen kamers: pronkkamer, kamer en keuken. Langs een van de zijgevels bevonden zich bedsteden. Woonen bedrijfsgedeelte waren gescheiden door een smalle gang dwars door het gebouw, waarop ook de dagelijkse toegang tot het huis uitkwam. Daarnaast bevonden zich in de zijgevels van het woongedeelte nog twee andere deuren, die via portaaltjes toegang gaven tot de woonvertrekken. Het stalgedeelte bevatte twee rijen koeien die op de gebruikelijke Noordhollandse (of Friese) wijze twee aan twee tussen schotten waren opgesteld met de koppen naar de buitenmuur. Uilkema noteerde dat de standplaatsen van aarde waren, met een brede plank onder de achterpoten van de koeien. Ook de grup was nog van hout, evenals de stalgang tussen beide rijen vee. Voor de koeien langs lag een houten drinkgoot (op de tekening door een stippellijn aangegeven), die met behulp van losse hulpstukken kon worden gevuld door de pomp in het gangetje. De stalruimte stond door een deur aan het einde van de stalgang rechtstreeks in verbinding met de aangebouwde hooiberg. De doorsnede laat zien dat de hoge gebinten van de hooiberg waren voorzien was van dubbele schoren voor de stabiliteit.
Het hier afgebeelde oude houten gebouw zou nog datzelfde jaar worden afgebroken; zijn opvolger, een modernere en grotendeels stenen versie van hetzelfde boerderijtype was ten tijde van de opmeting al bijna voltooid. Door het nieuwe gebouw iets verderop te zetten kon het oude tot de laatste dag toe worden gebruikt zonder dat de bedrijfsvoering hinder ondervond van de bouwactiviteiten. Uilkema nam een afbeelding van de nieuwe boerderij op in zijn hoofdstuk over de provincie Noord-Holland. In de bijbehorende beschrijving legde hij de nadruk op het feit dat de belangrijkste verschillen met de oude boerderij bestonden uit een ander materiaalgebruik (baksteen en beton) en uit een striktere scheiding tussen woon- en bedrijfsruimten.