KU-57 (datum onbekend)
Oosterend, Terschelling (Fr.)
boerderij van S. Roos
(geen lijntekening aanwezig)
Deze opmeting werd voor Uilkema gemaakt door een in het boerderij-onderzoek geïnteresseerde inwoner van Terschelling, een zekere Wiegersma. Het is niet bekend of de hier afgebeelde boerderij ooit door Uilkema zelf werd bezocht. Het ontbreken van een foto of nadere opmerking op het veldwerk doet vermoeden dat dit niet het geval is geweest. De betreffende plattegrondschets werd nooit verder uitgewerkt. Mogelijk had dit te maken met het feit dat in de tekening alle maataanduidingen ontbreken, terwijl de boerderij bovendien niet in de juiste verhoudingen lijkt te zijn weergegeven. Dit blijkt onder meer uit het feit dat het woongedeelte, dat hier meestal niet zeer breed was, slechts weinig smaller werd getekend dan de schuur, terwijl deze laatste toch blijkbaar zo ruim was dat de stal geheel in de zijbeuk paste. Afgaande op het principe van de plattegrondindeling betrof het hier echter een normale Terschellingse boerderij met uitgebouwd voorhuis en een bedrijfsgedeelte met dwarsdeel. Ook de typische ‘omgekeerde’ Friese stal (tegen de scheidingswand tussen stal- en tasruimte in plaats van tegen de buitenmuur) wijkt niet af van wat in de eerder besproken Terschellingse opmetingen naar voren kwam. In het woongedeelte stonden voorkamer en gang in open verbinding, waardoor binnen het ruime voorhuis feitelijk alleen de ‘groote kamer’ werkelijk was afgescheiden. Een vergelijkbare indeling werd eerder aangetroffen bij opmeting KU-27, zij het dat de hier nog volledig open verbinding tussen voorkamer en gang daar al door middel van een houten schot was verbroken. De stookplaats bevond zich in beide gevallen in de binnenkamer. In de gang was verder nog een kamertje afgescheiden dat in rechtstreekse verbinding stond met het bedrijfsgedeelte en dat de merkwaardige naam van ‘vogelkamer’ droeg. Waarvoor dit vertrekje diende is niet bekend. Een ander niet eerder in deze vorm aangetroffen element was het zijdelings aan het voorhuis
aangebouwde ‘loodsje’. Deze ruimte was voorzien van bedsteden en een afzonderlijke stookplaats en bevond zich aan de kant van de stal, wat in de richting wijst van een mogelijk gebruik als zomerwoning.