KU-10 (26 augustus 1920)
Nieuweschoot (Fr.)
boerderij van G. Ykema
1:400
Volgens Uilkema zou deze boerderij zo'n honderd tot honderdvijftig jaar geleden zijn uitgebreid tot de haakse vorm die hij hier bij zijn bezoek aantrof. Het oudste gedeelte bestond uit het, rechts op de foto zichtbare, lagere woonhuis met de recht daarachter gelegen stal. In dit bouwdeel vond men ook de in zuidoost-Friesland inheemse gebintconstructie met verlaagde gebintbalk. (Of het hier ging om ankerbalken of om tussenbalken valt uit Uilkema's notities niet op te maken.) Op de balken lagen slieten; de zolder boven de middenbeuk was oorspronkelijk de enige tasruimte voor de oogst. Op een bepaald moment moet men hier echter behoefte hebben gekregen aan meer opslagen stalruimte dan het oude gebouw kon bieden. De benodigde uitbreiding werd gerealiseerd door een grote nieuwe schuur haaks aan het oude achterhuis aan te bouwen (zoals ook bij KU-3 en KU-4.) Deze schuur had zowel een ander type draagconstructie (met dekbalkgebinten) als een geheel andere indeling. Het hooi werd in de middenbeuk vanaf de grond opgestapeld; het graan bleef men als vanouds op de slietenzolder boven de stal bewaren. In de nieuwe schuur vond men behalve tasruimte, een inrijruimte voor wagens en een dorsvloer ook extra stalruimte. Het grootste gedeelte van het vee bleef men echter in de oude stalruimte onderbrengen, waar Uilkema tijdens zijn bezoek een moderne grupstal aantrof. Hij noteerde echter, op basis van mondelinge informatie van de boer, dat zich hier tot dertig jaar tevoren nog een diepe potstal had bevonden, die de gehele middenbeuk in beslag nam. De huidige grupstal besloeg dezelfde ruimte als de oude potstal en ook het vee stond nog grotendeels op dezelfde wijze opgesteld: met de koppen naar de zijbeuken, waarlangs vroeger de voergangen liepen. Doordat men echter bij de stalmodernisering de buitenstijlruimten door middel van schotten van de middenbeuk had afgescheiden stond het vee nu met de koppen naar een wand, wat sterk deed denken aan de Friese stalindeling (zie
bijvoorbeeld KU-2). Dit effect werd nog versterkt doordat men, net als bij de gewone Friese stal, tussen de koeien schotten had aangebracht. Ook aan het woongedeelte was hier in de loop der tijd veel veranderd. Achter de voorste kamer waren allerlei vertrekken afgescheiden die in eerste opzet niet aanwezig zullen zijn geweest, zoals een gang, een werkplaats en een slaapkamer. Naast de voorkamer, maar niet daarmee verbonden, bevond zich een afzonderlijk gebouwtje dat als zomerwoning diende.