Verzen uit oorlogstijd (1914-'19)(1919)–Karel van den Oever– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 50] [p. 50] Lente. Voor Eduard Brom. De merel kweelt in uw groen-zoele dreven en fluit geheimnisvol een teeder lied, maar in de menschen zwelt geen nieuwer leven, want Vlaanderen sterft en, levend, leeft het niet; een jonge weelde schemert in de lanen en heldre zon gudst goud op struik en stronk, maar grafstil bloeien bosschen, beemd en banen.. Als ievers ver een stem eens naderklonk? Een vurig goud smelt door de versche twijgen en Vlaanderen geurt van groeiend blad en loof; maar oovral glijdt nu onverroerbaar zwijgen: de zwarte kruisen staan ginds, schoof na schoof. Vorige Volgende