Verzen uit oorlogstijd (1914-'19)(1919)–Karel van den Oever– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 46] [p. 46] Regret. Notre coeur a pensé sous leurs horizons bleus. (Alice de Chambrier.) Hoe is 't geboomt doorschenen, laag bij lagen, van blonde zon die in 't geblaerte smelt 'dat Hollands' looverdreven zijn ontsteld Van 't helder goud, o 's lichts vloeiende vlagen.. Zal Vlaandrens boompronk ook dees zon verdragen? Hoe ruischt het licht de kruinen door aan 't Scheld, hoe gulp na goudgulp door de twijgen zwelt.. Mijn God, geef mij terug die oude dagen.. Want liever heb ik 't land, mijn Calmpthoutsch mos, Cappellen's heigestruik dan 't Baarnsche bosch, veel liever dan der Vuursche gulden dreven; veel liever 't Scheld dan d'herderlijke Vecht, veel liever Lier dan 't wonderbaar Utrecht, al stond ook daár zijn Dom in 't goud gesteven.. Vorige Volgende