Verzen uit oorlogstijd (1914-'19)(1919)–Karel van den Oever– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 16] [p. 16] Mijn koning. Aan Zijne Majesteit Koning Albert. Geheugt het u, mijn vriend? Wij tuurden op den zoom van 't denbosch naar't gedraaf der Gidsen rood schadron dat ‘sabre au clair’ ontzaglijk 't grootsch gevecht begon en rende in blauwigheid van kruit-en uchtenddoom... Plots bleeft gij aarzlend staan en fluisterdet vol schroom: ‘Dáar staat iemand’; en herfstig viel wat vage zon ginds,aan den boord van't bosch,op 't goud brocaatgalon van eenen blonden officier die bij een boom stond lijk een schim en naar de verte keek, zijn oogen strak, vol zorg, getwijfel, hoop, daar God alleen van alles uitkomst wist... En gij, mijn vriend, gij werdt van trotschheid bleek en toen mij ook begeestering bekroop, hoorde ik u zacht: ‘Respect... De Koning is 't’. Vorige Volgende