Verzen uit oorlogstijd (1914-'19)(1919)–Karel van den Oever– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 15] [p. 15] Op den oever der schelde te Antwerpen. (10 Oogst, 1914). De poldereinder brandt van doodgelaaide wolken en 't zijn kanteelen soms, verbrokkeld en verwoest, walmuren afgestookt, muragies rood-geroest, waarover 't bloed neerdruipt van alle wereldvolken.. De poldereinder brandt.. Bloedhelder flitsen dolken, geweren, bajonetten waarlangs bloedschuim broest. God! België's regimenten daavren spookrig-noest door de opgesmeten smook der grauwe pulverkolken.. De sabels blikkren en het paardsvolk rinkt en blinkt.. Alhier, aldaar, 't trompettert luchtig dat het klinkt... De regimenten dof aandommelen en druischen. Tot alles zwermt en wervelt, tuimelt ondereen.. En zie, daar ginder tobt een krielend leger heen! Hoezee! De Belg versloeg hier honderd duizend Pruissen. Vorige Volgende