De blauwe schuit
(1979)–Jacob van Oestvoren– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 40]
| |
De tekst 6Ende alle ghesellen van wilde manieren
Ontbieden wi gruet ende saluut,Ga naar voetnoot2
Te comen in die Blauwe ScuutGa naar voetnoot3
Ende in der Blauwer Scuten ghilde.
5[regelnummer]
Sijn si onedel of van den scilde,Ga naar voetnoot5
Hem allen gaern men ontfaet,Ga naar voetnoot6
Opdat si leven als hierna staetGa naar voetnoot7
Ende werken mit al haer vermoghen.
Nu hoert, ic sal haer leven toghen,Ga naar voetnoot9
10[regelnummer]
Die onser Scuten toebehoert.
Ende eerst van den heren voert,Ga naar voetnoot11
Ridders of knechts, die lien of lantGa naar voetnoot12
Versetten om ghelt in anders hant.Ga naar voetnoot13
Of die ter lomberde gaenGa naar voetnoot14
15[regelnummer]
Ende laten daer hoer pande verstaenGa naar voetnoot15
Doer groten commer, suldi weten.Ga naar voetnoot16
Ende die hoer coren groen eten,Ga naar voetnoot17
Ende die hoer renten niet en moghen verbeijden,Ga naar voetnoot18
Ende garen groten staet leijden,Ga naar voetnoot19
20[regelnummer]
Ende die alle jaers wat lants vercopen,
Ende haer schult laten hopen,
| |
[pagina 41]
| |
Ende die fyolen laten sorghen,Ga naar voetnoot22
Ende die copen al dat men wil borghenGa naar voetnoot23
Ende haeren staet niet en minderen:
25[regelnummer]
Dat sijn onse verloren kinderen.
Ende die gheringhe sijn ter hantGa naar voetnoot26
Te slaen voer hoeft of mont of tant,
Ende die dor dobbelen of drincken,Ga naar voetnoot28
Singhen, springhen ende clincken,Ga naar voetnoot29
30[regelnummer]
Ende die wildelic ghebaren,
Ende die haer renten dubbelt vertaren,Ga naar voetnoot31
Ende altoes liever vertrecken willenGa naar voetnoot32
Dan si thuus bleven stille,
Ende die ghaerne belleren mit sconen vrouwen,Ga naar voetnoot34
35[regelnummer]
Die sullen dat ghilde ophouwen.
Voert van den gheestliken heren,Ga naar voetnoot36
Die willen wi in onse ghilde eeren,
Apten ende grote prelaten,
Die haer cloester t'achter saten,Ga naar voetnoot39
40[regelnummer]
Ende versetten ende vercopenGa naar voetnoot40
Des cloosters renten bi groten hopen,Ga naar voetnoot41
Ende die na hoer ghenuchte levenGa naar voetnoot42
Ende niet veel daer om en gheven
Om den kommer ende lachter,Ga naar voetnoot44
45[regelnummer]
Dat haer cloester soe gaet t'achter,
Ende des nachts brassen ende hoveren,
Ende onnutlic haer goet verteren,
Ende die voecken mit sconen wiven,Ga naar voetnoot48
Die sullen in onse ghilde bliven.
| |
[pagina 42]
| |
50[regelnummer]
Hoert, gi papen ende gi clercken,
Die gaern mit der lenden werken
Ende gaeme haer ghenuuchte driven
Mit maechden of mit mannenwiven,Ga naar voetnoot53
Of die gaeme drincken wijn
55[regelnummer]
Ende meer in 't gheselscap sijn
Dan haer renten moghen draghen
Ende bi nachten ende bi daghen
Boeven, spelen, dobbelen ende drinckenGa naar voetnoot58
Ende niet veel daerop en dincken,
60[regelnummer]
Of haer guet mit groten hopen,Ga naar voetnoot+
Ende dan te Rome lopen
Om ander goet, ende dan verteren
Al haer goet ende cleyder mede,
Ende comen weder naect thuus
65 Sonder proven seer confuus;Ga naar voetnoot65
Of die papen ende provende heren,Ga naar voetnoot66
Die haer proven permuterenGa naar voetnoot67
Om ander proven die arger sijn,Ga naar voetnoot+
Ende nemen daerof dat gheldekijn
70[regelnummer]
Ende brenghen 't over mitten ghesellen:
Dese mach men in der Scuten tellen.
Hoert, moniken ende beghinen lude,
Die en willen wi niet vertraden,Ga naar voetnoot73
Die sielmissenghelt ende steecpenninghenGa naar voetnoot74
75[regelnummer]
Mitten ghesellen overbrenghen,
Ende al haer baet van haer termijnGa naar voetnoot76
Verminnen of verdrincken in wijn,
Of die 't mit gueden ghesellen verteren
Ende lichtelic absolverenGa naar voetnoot+
80[regelnummer]
Van al dat een heeft misdaen,
Opdat si daerof ghelt ontfaen,
| |
[pagina 43]
| |
Ende die crancke rekeninghenGa naar voetnoot82
Haren clooster daerof bringhen,
Wat si winnen in haer termijn:
85[regelnummer]
Dese sullen in 't ghilde bliven.
Voert die poorters in die stede
Ende gueder luden kin der mede,
Die niet en sorghen noch en sparen
Ende grof en grotelic vertaren
90[regelnummer]
Dat hem van haer ouders is bleven,
Ende niet veel daerom en gheven
Hoe onnuttelic sij 't overbringhen,
Ende dobbelen, spelen ende singhenGa naar voetnoot93
Sonder sorghen, wilder dan wilt,
95[regelnummer]
Hi en dochte niet dat hi een mite hilt:Ga naar voetnoot95
‘God onse Heer is rijc ghenoech;Ga naar voetnoot96
Laet ons nemen onse ghenoech
Van den onsen sonder sorghen;
Laet si sorghen die ons borghen.’Ga naar voetnoot99
100[regelnummer]
Ende die niet en sorghen nacht noch dach
Voer al haer goet is wechghebract
Mit vrouwekyns of mit lichten wiven,
Of mit buverien te driven,
Ende die slapen toter noen,
105[regelnummer]
Voert dan niet en moghen doen,
Ende die nachts waken ende braken,
Want si in 't gheselscop raken,
Ende die niet en moghen doen of werken,
Ende die harde nauwe merken
110[regelnummer]
Wat die beste ghesellen sijn,
Is 't in bier of in wijn;
Ende die renten noch lant en copen,
Noch ghelt in hare kisten hopen,
Ende die meer verteren in een jaer
115[regelnummer]
Dan drie jaer renten belopen voerwaer,
Ende die dus gaen desen ganc,
Al souden si daerna drie jaer lanc
Buten lande dienen ende varen,
| |
[pagina 44]
| |
Nochtan en soude si niet sparen:
120[regelnummer]
Dus gherecht sijn si ende fijn;Ga naar voetnoot120
Dese moghen wael in 't ghilde sijn,
Want si meest meesten ende groyen,Ga naar voetnoot122
Als si die Blauwe Scuut sien royen.Ga naar voetnoot123
Voert van den gueden vroukijns fijn,
125[regelnummer]
Die gaern bi die guede ghesellen sijn
Ende die Venus dwinghet, die goddinne,
Ende gernen draghen verholen minne,
Is 't abdisse of nonne,
Die d'een bet dan d'ander gunne,Ga naar voetnoot129
130[regelnummer]
Ende mit Sinte Jorys vissop sijn begoten:Ga naar voetnoot130
Dese moghen den Scuten ghenoten,
Want si guede ghesellen beraden,Ga naar voetnoot132
Als si mit commer sijn beladen.
Voert van den minliken beghinen,
135[regelnummer]
Die so heilich sijn van scinen,
Ende so minlic oechkijns draghen,
Dat een dat herte duncke waghenGa naar voetnoot137
Ende vergaren mit haren aensien,Ga naar voetnoot138
Ende gaerne gueder minnen plienGa naar voetnoot139
140[regelnummer]
Ende in rechter caritaet:
Hiermede is 't dat men die Scuut laed.
Oec maechden die men te langhe hout,
Ende groet worden ende out
XXV jaer of meer,
145[regelnummer]
Dese maechden torentet al te seer,Ga naar voetnoot145
Dat si alleijn bliven.
Hoert van den mannenwiven,Ga naar voetnoot147
Die gaerne goet gheselscop driven,
Waer 't dat hem tevoren quaem,Ga naar voetnoot149
150[regelnummer]
Die hebben oude mannen,
| |
[pagina 45]
| |
Die hem gheen solaes en gannen,Ga naar voetnoot151
Noch een doen noch en driven.
Dese vrouwen ende dese wiven
Gaerne na guede ghesellen vraghen,
155[regelnummer]
Die hem haer leet helpen draghen
Ende mit vroechden willen leven,Ga naar voetnoot156
Mer dese moeten dicke gheven:
Hierom sullen si in die Scuut
Die vracht wesen uut ende uyt.Ga naar voetnoot159
160[regelnummer]
Voert van al den gueden ghesellen,
Die willen wi in onse ghilde tellen
Ende eeren ende minnen,
Ende gaerne haer broet winnenGa naar voetnoot163
Mit ambocht of mit comenscop,Ga naar voetnoot164
165[regelnummer]
Ende dat weder mit gheselscop
Bi brenghen mit groten hopen,
Ende gheen lant daermede copen;
Ende die dienres ende knapenGa naar voetnoot168
Willen wi in onse ghilde rapen,
170[regelnummer]
Die al haer winninghe ende batenGa naar voetnoot170
Des sonnendaechs in die taverne laten,
Ende verteren drie weken t'achter
Of een maent, dat en is gheen lachter,Ga naar voetnoot173
Of die op een dach verspelen
175 Haer somerhuer of soveelGa naar voetnoot175
Als si winnen binnen den jaer,
Ende hem dat weder suer ende swaerGa naar voetnoot177
Laten worden vro und spaed:
Dese nemen wi in ghenaed.
180[regelnummer]
Ende die joncwiven in die stedenGa naar voetnoot180
Ende opten landen oec mede,
Die haren sin legghen of stellen
An een of an tween goeden ghesellen,
| |
[pagina 46]
| |
Ende liever gaen dansen ende spelen
185[regelnummer]
Dan si te huus deden vele,
Ende des nachts mitten ghesellen waken,
Al souden si sterven van vake,Ga naar voetnoot187
Die nochtan niet en souden laten,
Si en souden haren buel inlaten:Ga naar voetnoot189
190[regelnummer]
Dese sijn in der Scuten ghilde.
Nu mocht een vraghen of hi wilde,
Die in dit ghilde comen woude,
Of hi al dese punten soude
Moeten doen die sijn voerscreven.
195[regelnummer]
Hierop willen wi antwoert gheven:
Een mensche sal in hemselven gaenGa naar voetnoot196
Ende sien sijn regiment aenGa naar voetnoot197
Van sinen leven ende wandelinghen,
Van seden ende van allen dinghen,
200[regelnummer]
Die hi daghelix plecht te hantieren.
Vint hi meer punten van manieren
Dan hem meer ter wijsheit trecken,Ga naar voetnoot202
Dan wijsheit die ter dwaesheit trecken,Ga naar voetnoot203
So en is hi in onse ghilde niet.
205[regelnummer]
Mer die in hemselven siet
Meer punten dan hier staen voerscreven,
Dan wijselike mede te leven,
Die sinen staet meest regeren
Ende sinen goede meest deeren,
210[regelnummer]
Dese sullen in onse Scute gaen
Ende onse ghilde nemen aen.
Oec soe willen wi een except makenGa naar voetnoot212
Dat onse ghilde en sal niement ghenaken
Noch in onse ghilde wesen
215[regelnummer]
Die een punt heeft van desen,
Als moerdbranders, dief of moerdenaer,
Zerovers of verraders swaer,
Boerssniders ende alle lodders meede,Ga naar voetnoot218
| |
[pagina 47]
| |
Die quade fauten hebben onder haer leden:Ga naar voetnoot219
220[regelnummer]
Dese sijn al uutghenomen
Ende die en moghen in onse ghilde niet comen.
Mer het walt veel overal,Ga naar voetnoot222
Dat een mit groten ongheval
Dootsclach doet in toornre heet,
225[regelnummer]
Dat hem na is harde leet,
Of die syn lijf moet verweren:
Dese nemen wi op mit eeren.
Of die ruters opter stratenGa naar voetnoot228
Ende niet en roven op ghene vaert,Ga naar voetnoot229
230[regelnummer]
Si en sijn daer jeghens bewaert,Ga naar voetnoot+
Of viant des lants heren,
Daer si roef of rovers gheren,Ga naar voetnoot232
Sijn si scout of van den scilde,Ga naar voetnoot233
Soe nemen wi se in onse ghilde.
235[regelnummer]
Voert maec ic u een bediet,
Dat wi en willen die wiven niet,
Die sijn van sulken leven,
Dat si daer niet om en gheven
Mit wien si sijn of mit hoeveel,
240[regelnummer]
Of die 't al in laten gaen,
Maghen, swagheren suldi verstaen,Ga naar voetnoot241
Of die quaet sijn van wanderingheGa naar voetnoot242
En willen wi om ghene dinghe.
Mer een wijf die moet wel minnen
245[regelnummer]
Eenen ende oec den anderen sinnen
Ende toghen hem haer ontfarmhede,Ga naar voetnoot246
Mer al mit besceijdenhede,
Dat 's te segghen, soe ic meen,
Dat si niet en gaet ghemeen
250[regelnummer]
Boven een of twe.
Anders en doech si min noch meer
Dan dat men rekent voer een hoer,
| |
[pagina 48]
| |
Die om cleijn ghelt dat dinc doen.
Dese previlegien ende desen punten voerscreven
255[regelnummer]
Hebben wi onse ghilde ghegeven
Ende onse ghildebroeders mede,
Ende sal dueren in ewichede,
Totdat si hem anders saten,Ga naar voetnoot258
Dat si onse ghilde moghen laten
260[regelnummer]
In wijsheit of in huwelic,
Of dat si werden te rijc.
Mer die leven bi onsen raed
Houden wi vast ende ghestaedGa naar voetnoot263
Alle previlegien ende virtuut,Ga naar voetnoot264
265[regelnummer]
Die toebehoren die Blawe Scuut,
Also langhe als si t'onswaert keeren
Ende iet hebben te verteren
Ende onse ghilde willen hantieren.
Ende omdat wi willen in allen manieren
270[regelnummer]
Onse privilegien houden in staden,Ga naar voetnoot270
So hebben wi bi onsen radenGa naar voetnoot271
Ende mit raden onser kinder mede,
Die wi heten van den quaden beleden,Ga naar voetnoot273
Binnen onsen leven dit bezeghelt.
275[regelnummer]
Dat sulver is vercoft ende ghelt,Ga naar voetnoot275
Daer die seghel of was ghewrachtGa naar voetnoot276
Ende dat ghelt is overghebracht,Ga naar voetnoot277
Also den menighen wel is bekent,
Die kennen onse quade regiment.
280[regelnummer]
Ghegeven in Ons Heren jaer
MCCCC ende XIII voerwaer,
Opten rechten vastelavont
Als die van Brabant wel is cont,Ga naar voetnoot283
Doe si in Oestpolre staken
| |
[pagina 49]
| |
285[regelnummer]
Ende die speren in die eer van vrouwen braken
Jeghens die van Oedekiinskerke.
Hierbi so mach men merken,
Doe die ghilde in Brabant quam
Ende men dit ghilt annam,
290[regelnummer]
Mer dit ghilt was langhe tevoren
t'Anwerpe verheven ende vercoren,
Eer 't die van Brabant ophieven.Ga naar voetnoot292
Mer t'Anwerpen en sijn ghien brieven
Noch gheen hantvesten, hoe si souden leven.
295[regelnummer]
Si en worden hem hierna ghegeven
Uten hantvesten ende uuten coren,Ga naar voetnoot296
Die Jacop dichte van Oestvoren.
|
|