verbonden tekening en schrift zijn. Een verbondenheid, die heden nog duidelijk aan de dag treedt in schriften, waarvan honderden millioenen mensen zich nog dagelijks bedienen.
Het gesproken woord kan op twee wijzen vastgelegd worden: de meest gebruikelijke is die naar de klank, maar daarnaast kan ook naar het begrip of het aangeduide voorwerp vorm gegeven worden. De sterkste voorbeelden zijn ons latijns en gotisch schrift, zoals dit nu nog gebruikt wordt, dat een phonetisch schrijt is, een plastische uitbeelding van klinkers en medeklinkers, en het chinese en japanse schrift, dat nog steeds de eeuwenoude traditie voortzet van een schrift, dat zijn duidelijk nog nawijsbare oorsprong vindt in de uitbeelding van tekens (tekeningen) voor begrippen, een ideologisch schrijt dus. Op een en ander komen wij later uitvoeriger terug.
De geschiedenis van het schrift, van de schrijvende mensheid, is zó oud, dat hele verloren gegane beschavingen bekend zijn, waarvan wij wel het bestaan van een schrijfwijze weten, maar waarvan dit schrift overigens ons volkomen onbekend bleef. De oudste beschikbare gegevens plaatsen ons direct in een menigvuldigheid van schriften, die aanleiding werd, dat wij er in het volgend hoofdstuk over zullen schrijven onder de titel van De Babylonische schrijtverwarring.
Iedere beschaving, de geringste en veelzijdigste, heeft in de oudheid, waar zij meest de cultuur van één volk betrof, evenals nu, waar zeer onderscheiden volkeren zich in één ontwikkeling bewegen, steeds in een eigen schrijfwijze naar eigen