Admetus en Alcestis(1694)–Pieter Nuyts– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina X] [p. X] Op het Treurspel van Admetus en Alcestis. ZO hoord men eindeling in onvervalschte toonen, Op 't leezaam Schouwtooneel de oprechte trouw beloonen; Zo werd de Duitsche Luit op hooger toon gesnaard, 't Vermaakelyk en 't nut met zo veel konst gepaard, Dat de alderstrengste deugd genoegen werd gegeeven. Men volg niet meer de wet van Vrankryk voorgeschreeven, Na dat men hier de konst zo ziet in top gezet; Neen, Neêr landsch voorbeeld strek het Fransch Tooneel een wet. Geen laffe Koningen in minnenyt ontsteeken, Zien wy verwoed zich hier van medeminnaars wreeken; Een pryzelyker drift gevest op reên en recht, De zuiv're vruchten van een ongeschondene Echt; De pligt van Bedgenoot, van Oppervorst, van Vader, Van Kind, van Onderdaan; wat treft de menschen nader? Dit alles vind gy hier na 't leeven afgemaald, De snoode vleyery het masker afgehaald, De waare deugden van schyndeugden onderscheiden, Om door dat voorbeeld tot de deugden ons te leiden, Vaar, vaar zo voort, Heer Nuyts, streef langs dit loff'lyk spoor Vw Landsgenooten, en den vreemdelingen voor. latet quoque utilitas. Vorige Volgende