En de meneer die ‘vroeger’ - begrijp dit goed: in den tijd toen hij nog met u gelijk stond - er wel eens ‘iets in’ gevonden heeft, is u nú ver vooruit. Hij doet mee in den race naar den nieuwsten aesthetischen smaak - ook een ‘sport’ voor de liefhebbers! Weer moet er iets nieuws gevonden worden, dat al-het-andere-uitsluitend mooi is.
Laat hij doorhollen. Ik neem dit boekje verzen nog eens op, en wie er belang in stelt te hooren waarom ik ze zoo hoog stel, die moet bij mijn pogen tot verklaren den wil voor de daad nemen; hij moet mij daarbij halfweg tegemoet komen, want nog eens: het is zoo moeilijk te zeggen waarom men iets bewondert.
Als ik nu over vorm en rhythme en klank ga spreken dan is het niet omdat ik deze geheel afzonderlijk weet af te scheiden van een gedicht, maar alleen ter verduidelijking, zooals iemand nog gemakshalve zou spreken van lichaam en ziel, al houdt hij deze voor éen.
Welnu - deze gedichten munten voor het meerendeel uit door ongemeen zuiveren vorm. Men kan er aan ervaren, dat de artieste niet gerust heeft vóor ze àf waren, ‘formvollendet’. Dit moge nu voor een deel het gevolg zijn van technische vaardigheid, - ik geloof, dat men weer meer en meer beseft hoe dwaas het is hierop uit de hoogte neer te zien. Het vóorlaatste modetje, waarbij het spontane, naïeve, zonder meer, voldoende geacht werd voor den kunstenaar, en men zijn onbeholpenheid voor het eerste kenmerk hield van zijn talent - dit modetje heeft, ook in beeldende kunst, dupen genoeg gemaakt. Voor een ander deel duidt dat streven naar een volmaakten vorm op een innige behoefte aan harmonie. In poëzie vooral een schoon lichaam om een schoone ziel, en deze beide éen.
Wie dien vorm bestudeert kan in dezen bundel uit tech-