Het schimmenspel
In het schijnsel van het avondlampje zagen wij onze schaduwbeelden op den muur zich heen en weer bewegen.
Ze waren als de schimmen van een met elkaar gebarend poppenpaar van groote en vreemde vormen, en kindeke had plezier in het fantastisch beweeg der donkere gestalten.
Daar schoot mij te binnen, dat ik als kind mijn uren verspeelde in de vreugde van een schimmenspel; ik maakte muziek met mijnen mond en liet in mijn handen de versch geplukte djamboe-bladeren zweven en dansen.
Ik wilde kindeke verheugen met mijn kunst van lang geleden en ging voor den gretigen toeschouwer spelen met poppen van papier.