Schets van de geschiedenis van 't toneel in de Maasgouw voor de Franse Revolutie
(1961)–Jef Notermans– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 79]
| |
Toneelbedrijvigheid in andere kloosters van de Maasgouw.Niettegenstaande 't archief van de Kruisheren in Maaseik (die hun 750-jarig bestaan in 1961 met ere mogen herdenken) tijdens de afschuwelijke bezetting van 1794 tot 1814 vrijwel geheel verloren is gegaan, althans wat 't geestesleven van de Latijnse school aangaat, is 't de volijverige drs. W. Sangers O.S.C. gelukt 'n aantal gegevens te achterhalen en te ordenen. Wij doen 'n greep uit zijn gepubliceerde data en feiten. Palaestra Leopoldum inter et sultanum, sive religio Christiana Austriae domum contra Turcas evehens etc. etc. De strijd tussen Leopold en de sultan, of tussen de christelijke godsdienst van 't Oostenrijkse Huis en de Turken wordt hierin aan de orde gesteld. 't Stadsbestuur, dat regelmatig zorg droeg voor subsidies bij 't construeren van toneelstellages, 't zij op de Markt, 't zij in de Kruisherenkerk, was erkentelijk voor de opdracht op 31 augustus 1687. Gelukkig is 't programmaGa naar voetnoot1) bewaard, zodat men zich enigermate 'n idee van bouw en inhoud kan vormen. De magistraat trakteerde telkens op wijn, bestemd voor de docenten. Aan de studenten werden jaarlijks prijzen vanwege de stedelijke regering beschikbaar gesteld. Wat de Franciscanen tijdens hun bewind over de Latijnse scholen op toneelgebied gepresteerd hebben, is nog niet achterhaald. Dit is wel bekend omtrent hun college in Megen aan de Maas, maar dat valt buiten ons bestek. De zonen van Sint Frans te Rekem aan de Maas hadden 'n halve eeuw gedoceerd, toen ze dit feit gingen vieren. Op 10, 11 en 12 september 1775 speelden studenten ‘hora prima post meridiem’ eerst 'n ernstig drama, getiteld ‘Sardanapalus, Babylonionum et Assyriorum rex, Praecidente Jona Propheta, cum universo populo magnae civitatis Ninive, a peccatis ad Deum conversus. Tragoedia etc.’ Dit werd gevolgd door 'n klucht: ‘Senex avarus cum avara familia’. Dit speelden ze in 't NederlandsGa naar voetnoot2). Van 't Collegium Albertinum in Sittard, waar de Dominikanen doceren, is overgeleverd uit 1754: Joseph Invictus, Jacobi natus, a Fratribus venditus, a. Deo prorex Aegypti destinatus etc. etc. 't Is kennelijk 'n variant van Joseph in Dothan, door zijn broers aan 'n slavenhandelaar verkocht en naar Egypte weggevoerd. In 1756 werd op 1 en 2 september (met Sinte Rosakermis) gespeeld: ‘Blij-tooneel - den Verlooren Soon, syn erfdeel, verquistende, rampspoedig maer boetveerdig wederkeerende’. | |
[pagina 80]
| |
't Stichtend stuk is opgedragen aan de ‘wel-Edele Hoogachtbare en seer Weldadige Ouders van de repredenterende acteurs. Sal vertoont worden door de beroemde en welgeleerde Jonkheidt tot Zittard bij de Eerw. P.P. Predickheeren in het Collegie van den Saligen Albertus den Groten’. In 1647 hebben in Maastricht zestien studenten van de Sint Servaas-kapittelschool 'n drama gespeeld, geschreven door hun professor Bernardus Heymbach. 't Is 'n spel over de stadspatroon: ‘Servatius Octavianus sive Tungrensis, drama sacrum, exhibens mirabilem Sancti Servatii ad Tungres adventum, ejus ibidem vitam et inde discessum Mosae Trajectum’. Twee jaar later verscheen dit in druk bij Ezechiël Bucherius (1649, 4o, 82 pp). Beschouwt men stuk voor stuk de vermaarde mannen van de oude stad Weert, en slaat men acht op hun begaafdheid en geestesvoortbrengselen, dan kan 't haast niet anders, of men verwacht in 'n dergelijke plaats met 'n kultureel klimaat 'n sprankelend letterkundig leven. De doorwrochte studie van de Franciscaan Cunibertus Sloots is 'n arsenaal van wetenswaardigheden en getuigt van 'n eruditie die men benijdenswaardig mag noemen. Wij bedoelen ‘Haga Mariana, Bisschoppelijk College Weert, 1648-1948, 300 jaren onderwijsgeschiedenis’Ga naar voetnoot3). Wij speuren vergeefs naar toneelaktiviteiten, hetzij van de kant van rederijkers, hetzij vanuit de Latijnse school aldaar. Zou er in de veelvuldig aangehaalde stadsrekeningen van Weert dan niets zijn op te diepen? Dat lijkt onaannemelijk. Hierboven is terloops gewezen op 'n uitvoering door de studenten van 't college te Tongeren. Of de kanunniken Regulieren aldaar de jongelui regelmatig in de gelegenheid hebben gesteld, stukken à la Aretaphila te brengen? Deze zijn wellicht nog in de archieven verborgen. Aktiviteiten van Latijnse scholen in Sint Truien, Hasselt, Venray zullen er zeker geweest zijn, maar 't wachten is op 't openleggen van kronieken en andere manuscripten. 'n Vermelding verdient ongetwijfeld de traditionele ‘Vertoning of Tragedie van 't bitter lijden en dood van Christus’ te StokkemGa naar voetnoot4) aan de Maas. Jaar in jaar uit speelden acteurs in de vastentijd dit spel verscheidene keren. De belangstelling bleef onverzwakt, zodat men tot in 1778 toegangsprijzen van tien, vijf en ‘dry stievers’ kon heffen. Wellicht is 't enigermate overdreven, als Kamiel Huysmans met 'n tikkeltje Limburgs chauvinisme Stokkem en Oberammergau op één lijn stelt. |
|