Schets van de geschiedenis van 't toneel in de Maasgouw voor de Franse Revolutie
(1961)–Jef Notermans– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 76]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
School-en Jezuietendrama's.Gezien 't overschrijden van de ruimtelimiet moeten we ons de grootste beperking opleggen bij 't bespreken van 't schooldrama in onze Maasgouw alsook bij 't vermelden van 't Jezuietentoneel tot aan hun fatale opheffing in 1773. Klooster- en kapittelscholen, naderhand stedelijke onderwijsinstituten onderwijzen de artes liberales, de vrije kunsten d.w.z. de wetenschappen die passend zijn voor jongelui die niet op handenarbeid zijn aangewezen. Deze artes honorabiles of pulchrae zijn: muziek, dichtkunst, welsprekendheid, spraakkunst, geschiedenis en wijsbegeerte. In de Romeinse tijd en de middeleeuwen splitste men de artes magnificae in 'n trivium (= dialectica, grammatica en rhetorica) en 'n quadrivium (= arithmetica, astronomia, geometrica en musica). Dit zevental vormde op de universiteiten de z.g. facultas artium (liberalium). Door 't humanisme en de renaissance kreeg vooral 't latijn op de scholen 'n leeuwenaandeel bij 't onderwijs. De rectoren en magisters waren zó bedreven in de Oude Talen, dat het gewoonte werd, jaarlijks 'n drama te schrijven en dit door de discipelen te laten opvoeren. Vanzelfsprekend verstond 't gewone volk daar niets van. Men speelde derhalve alleen voor degenen die 't latijn beheersten. Behalve 't verwerven van bedrevenheid in 't gebruik van deze taal stond de autoriteiten voor de geest: de jeugd op te voeden. De Broeders van 't Gemene Leven hebben van 't schooldrama als pedagogisch middel druk gebruik gemaakt, vooral in de zestiende eeuw. Vermaardheid verwierven G. Gnapheus, Macropedius (= Lancvelt)Ga naar voetnoot1) en Schonaeus (= Van Schoon). In ons stroomgebied is tot de internationale literatuur doorgedrongen 'n rector van de Maastrichtse latijnse school: Ischyrius, of te wel Christiaan Sterke. Met zijn Homelus, waaraan de moraliteit Elckerlyc ten grondslag ligt, heeft hij z'n naam vereeuwigdGa naar voetnoot2). Vanaf 1555 grijpen de zonen van Ignatius van Loyola in Europa toneelbeoefening als opvoedkundig middel aan. 'n Recente dissertatie, verdedigd aan de Universiteit van Nijmegen, toont in ‘Het Jezuietendrama in de Nederlanden’Ga naar voetnoot3) overtuigend aan, welke onafgebroken invloed op de jeugd door 't toneel is uitgeoefend. De schrijver, Dr. Leonardus van den Boogerd, behandelt de aktiviteiten in 'n dozijn Jezwietenkloosters van de zuidelijke Nederlanden, o.m. Leuven, Maastricht en Roermond, terwijl hij uit 't Franssprekend gedeelte o.a. Luik, Namen, Dinant behandelt. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 77]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Wij bepalen ons tot de aanduiding van enkele opvoeringen in onze Maasgouw. In Maastricht werden opgevoerd in:
Onderbreking tengevolge van 't z.g. Hollandse TijdperkGa naar voetnoot4).
De zwanezang zingt 't roemruchte Collegium in
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 78]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door 't Jezuietencollege te Roermond (waar de Societeit in 't voormalig bisschoppelijk paleis 'n onderdak vond in 1611), dat onder zijn docenten zag schitteren de wereldvermaarde grondlegger van de wetenschappelijke hagiografie, Jan Bolland, en de beminnelijke dichter Adriaen Poirters, zijn slechts anderhalf dozijn toneelstukken bekend geraakt.
Misschien tussen 1694 en 1728 zijn deze niet gedateerde stukken gespeeld:
In 1692 speelde men Maria Stuart, geschreven door de Vlaamse Jezwiet Adr. Cosyns (1658-1711). 't Spel is opgedragen aan de bisschop van Roermond, Reinaldus Cools. |
|