dag naar het Indische kantoor ging om daar een schip te vragen. Als Bragança kansen zag op winst of ook op roem en eer durfde hij veel in te zetten. De vloot van vijftien sterke schepen die in aanbouw was, was daar een voorbeeld van. Maar de hertog zag natuurlijk niets in de uitzending van missiebroeders naar het oosten. Die maakten Portugal niet groot en rijk. En hij, Zarco, was de meest ongeschikte man om hiermee aan te komen bij de hertog, nadat hij diens royale voorstel afgeslagen had.
Bragança keek vreemd op toen Zarco zijn kantoor inkwam. ‘Van gedachten veranderd?’
‘Ik zou toch wel naar Indië willen gaan,’ begon de stuurman.
Een triomferend lachje plooide de lippen van de hertog, nu de piloot met hangende pootjes terugkwam. ‘Je kiest dus toch maar eieren voor je geld?’
Onder Zarco's uiteenzetting van de plannen van Piëtro verdween het lachje van Bragança, maar verflauwde ook zijn belangstelling. Geeuwend keek hij het venster uit. Zarco wist nu zeker dat hij niets bereiken zou. Hij kon het beste zijn verhaal afbreken. Maar de hertog gaf geen teken dat hij op moest houden. Hij staarde alleen verveeld naar buiten.
‘En dat moet dan zeker allemaal op onze kosten,’ zei hij schamper toen Zarco uitgesproken was.
‘De paters hebben geen schepen en geen geld. En onze... pardon... úw schepen zijn op de uitreis toch slechts half beladen. Mocht er plaats zijn...’
Zarco pleitte nog, maar het was dwaasheid. Hij moest weggaan en Piëtro zeggen dat het Indische kantoor geen medewerking gaf.
‘Waar willen die paters heen daarginds?’ vroeg Bragança.
‘Naar overal waar zij maar kunnen komen, hoogheid.’
‘Ook naar plaatsen die wij nog niet in handen hebben, naar Ceylon, Malakka, Bantam, Banda?’
‘Dat is zeker de bedoeling, hoogheid.’
‘Je kunt een schip krijgen,’ zei de hertog resoluut. ‘Alle kosten voor rekening van het Indische kantoor. En jij zult kapitein zijn op dat schip.’
Zarco stond stomverbaasd.
‘Ik ben een trouw zoon van de kerk, zoals je merkt,’ voegde Bragança eraan toe.
Zarco was een beetje onzeker. Hij meende iets spottends te horen in de stem van de hertog. Ach, dat was verbeelding. Hij moest niet zo argwanend zijn. Het aanbod was geweldig. ‘Ik dank u zeer voor deze mede-