hoogtemeting |
- plaatsbepaling met behulp van zon of sterren. |
|
kaapstander |
- windas. |
kampanje |
- hoog opperdek op het achterschip, vanwaar de navigatie en het gevecht werden geleid. |
kalefateren |
- herstellen. |
kartouw |
- bronzen scheepskanon (zwaar geschut). |
karveel |
- koopvaardijschip uit de 15de en 16de eeuw. |
kogge |
- middeleeuws scheepstype. |
kolderstok |
- stok waarmee het roer werd bewogen, (het stuurrad is van later datum). |
kombuis |
- scheepskeuken. |
kommaliewant |
- eetservies aan boord. |
konstabel |
- geschutmeester, ook: kanonnier. |
kortjan |
- dolk. |
kraaienest |
- uitkijkpost in de mast. |
kraak |
- groot koopvaardij- en oorlogsschip, bij de Portugezen in gebruik gekomen toen zij de vaart op Indië begonnen waren. |
krengen |
- het schip op het droge zetten en dan overzij halen opdat de kiel kan worden schoongemaakt of gekalefaterd. |
kuildek |
- het lage middendek tussen voorkasteel en kampanje. |
|
laveren |
- zigzaggend tegen de wind opzeilen. |
lengte |
- afstand van de nulmeridiaan, oosterlengte en westerlengte, (was op een varend schip zeer moeilijk te bepalen voordat nauwkeurige scheepschronometers waren uitgevonden). |
lenzen |
- voor de wind wegzeilen. |
loef |
- kant waar de wind vandaan komt. |
log |
- instrument voor het meten van de snelheid. (Was bij de Portugezen een plankje dat van de plecht te water werd geworpen. Men telde dan hoe lang het schip werk had het plankje voorbij te varen). |
lij |
- kant waar de wind heenblaast. |
lijken |
- touwwerk waarmee een zeil omboord is. |
|
mastkorf |
- uitkijkpost in de mast, kraaienest. |
menage |
- voeding. |
mokka |
- koffie. |
|
navigatie |
- stuurmanskunst. |
|
opperdek |
- synoniem voor halfdek en kampanje, zie daar. |
ouwe |
- kapitein. (Zo wordt hij door de bemanning gemeenzaam, maar beslist niet denigrerend, genoemd). |
overal |
- sein tot opstaan; overal uit de kooien komen. |
overfluiten |
- ceremonie als een voornaam persoon aan boord komt. De bootsman blaast op een fluitje en de matrozen gaan in de houding staan. |
oversjouwen |
- officieren van het ene schip naar het andere roeien. |