meters. Columbus was echter desniettegenstaande over de oceaan gekomen. De Portugezen, veel meer bevaren dan de Genuees met zijn Spanjolen, zouden de weg zeker vinden.
Onder de gezellen was de geest uitstekend. Mooi weer en goede kost, wat kon Jan de zeeman meer verlangen? Nadat Columbus veilig uit de Oceaan der Duisternis was teruggekeerd waren zij niet meer zo bang dat hun schepen over de rand van de wereld zouden vallen.
Vasco da Gama werd echter onrustig toen ze maar steeds naar het westen bleven zeilen. Hij zou niet graag stuiten op de Spanjaards met hun grote vloot. Zijn macht was te gering voor een gevecht. De koning had hem trouwens bevolen een botsing met Columbus te vermijden.
Die zorg nam Pero de Alquemer van hem af. Hun koers was zuidelijker dan Columbus had genomen. En in de enorme wijdte van de Atlantische Oceaan was de kans dat ze op zee op de Spanjaards zouden stuiten heel gering.
Ze lieten zich maar trekken door wind en stroom, week aan week. Tenslotte begonnen de piloten zich af te vragen of er ooit een eind zou komen aan de noordoostpassaat. Het leek er waarlijk op of zij, maar dan veel verder varend dan Columbus had gedaan, Indië zouden bezeilen. De globe van Behaim deed dat vermoeden.
Op een dag kwam er een roep uit het kraaienest: ‘Land vooruit!’
Het gaf opschudding op de schepen. De bootsgezellen vroegen aan de stuurlui of dat Indië was. Enkele piloten twijfelden. Wie weet?
Pero de Alquemer wist beter. Het kon Indië niet zijn. Dit was de wereld van Columbus, die hij voor Indië had aangezien. Zij waren nog niet halfweg op hun lange reis.
De schepen scheerden langs rotsen, waarop een witte branding brak. Daarachter staken groene heuvels uit. Een waterval stortte zich van een hoge rots in een baai.
Voor het scheepsvolk was het een hard gelag die baai voorbij te moeten varen. Na zo lang niets dan lucht en water verlangden zij naar land. Na zo veel weken te zijn opgesloten in de enge ruimte van het schip wilden zij de benen strekken. Ze zouden ook graag vissen in de baai en jagen in de bossen. En als zich achter die kust dan Indië al niet bevond, over het land dat door Columbus was ontdekt hadden zij ook fantastische verhalen gehoord. Vasco da Gama besliste echter anders. Zij hadden nog genoeg victalie. Land maken was niet nodig. Voort!
Het land kroop in een nevel weg. De kok schafte die dag pruimen bij de bruine bonen. Iedere man kreeg een extra mutske wijn. De ad-