Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Zarco, de zeevaarder (1967)

Informatie terzijde

Titelpagina van Zarco, de zeevaarder
Afbeelding van Zarco, de zeevaarderToon afbeelding van titelpagina van Zarco, de zeevaarder

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.04 MB)

Scans (9.65 MB)

XML (0.40 MB)

tekstbestand






Illustrator

Dick de Wilde



Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Zarco, de zeevaarder

(1967)–K. Norel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 66]
[p. 66]

10 Hovelingen, harlekijnen

Zarco monsterde als stuurman op een schip dat naar Madeira voer, nadat hij een hem aangeboden reis naar de Goudkust afgewimpeld had. Hij wilde namelijk geen lange zeereis maken omdat hij dan misschien te laat zou zijn voor de tweede tocht met Bartholomeüs Dias, die nu naar Indië zou gaan. Bij zijn terugkeer van Madeira bleek evenwel de kiel van de nieuwe grote schepen, die de koning had beloofd, nog niet gelegd te zijn.

Hierop monsterde hij voor een reis naar Kaap Verde. Bij enige tegenslag met weer en wind zou het weliswaar maanden kunnen duren eer hij weer binnen was, maar nu er aan de bouw van de Indiëvaarders nog niet was begonnen durfde hij dat risico wel nemen.

Thuis van die reis trof Zarco in Lissabon Pero de Alquemer die ook weer op de bekende routes was gaan varen. De piloot was mistroostig over de kansen van de Indiëvaart. Koning Johan was ziek en sindsdien lag alles stil wat met de ontdekkingsreizen te maken had.

Zarco hoopte op spoedige beterschap van de koning en Pero hoopte dat met hem, maar hij twijfelde eraan. De dokters zagen het met Johan II niet goed in. Zijn leven was niet in gevaar maar de fut was eruit. Betrekkelijk nog jong was hij een afgeleefde man. Nu ging er niets meer van de koning uit.

‘Maar er zijn toch in het paleis mensen genoeg die best een paar schepen kunnen bestellen en een vloot uitzenden,’ zei Zarco ongeduldig.

‘Hovelingen zijn harlekijnen,’ antwoordde Pero. ‘Zij komen alleen in beweging als de koning aan de touwtjes trekt.’

‘Laat Bartholomeüs Dias dan op eigen houtje gaan. Matrozen zijn er genoeg te krijgen en de scheepsbouwers kunnen heus wel schepen bouwen.’

Pero de Alquemer schudde het hoofd. Ontdekkingsreizen mochten alleen worden voorbereid en ondernomen op bevel van de koning.

Zarco droop mopperend af. Hij vond het erg dat de ontdekking van de zeeweg naar Indië van één man afhing, en nog wel van een man die van zijn stoel of van zijn troon af toekeek. Zelfs Prins Hendrik had nooit zelf een grote reis gemaakt, hoewel hij Hendrik de Zeevaarder werd ge-

[pagina 67]
[p. 67]

noemd. Koning Johan behoefde slechts zijn naam te zetten onder een opdracht aan een scheepswerf en de schepen werden gebouwd. Hij behoefde slechts zijn schatmeester te bevelen en de vloot werd uitgerust. Eén woord van de koning aan Bartholomeüs Dias en die zou zorgen dat het scheepsvolk werd gemonsterd. Eén bevel en de reis werd ondernomen. Maar zijne majesteit was ziek. De opdrachten werden niet verstrekt. De weg naar Indië lag wel open maar hij werd niet bevaren. Zij hadden Kaap de Goede Hoop tevergeefs ontdekt.

Zarco ging varen op ieder schip waarop hij een stuurmansplaats kon krijgen. Hij maakte reizen naar de Azoren, naar Guinee en naar de Kongo. De Afrikaanse handel liep niet slecht. Er kwam veel ivoor uit Guinee; in de binnenlanden werden de olifanten bij honderden geschoten. Er werd ook enig goud gedolven. Er kwam wat peper aan de markt in Delmina, maar deze was van mindere kwaliteit dan de Indische. Wel was er een ruime aanvoer van slaven, sterke mannen, voor zwaar werk geschikt, die op de markten te Lissabon en aan de Middellandse Zee goed geld opbrachten.

Eens maakte Zarco een reis naar Venetië. Met eigen ogen zag hij daar wat hem eerder was verteld. De haven lag vol met Turkse en Griekse schepen, die oosterse waren uit Egypte aanvoerden. Er werd fijn Oosters goud verhandeld, zijde en porselein uit China, kostbare tapijten uit Perzië. Maar vooral de handel in specerijen was zeer uitgebreid: kaneel, kruidnagels, nootmuskaat en peper.

Al deze koopwaren maakten een lange, brokkelige reis uit het Verre Oosten naar Europa, Chinese schippers brachten ze van Kanton, Hongkong, Yokohama en de specerij-eilanden naar Malakka, Calicoet en Goa. Arabische schippers voerden ze vandaar naar Ormoes. Daarna volgden eindeloze karavaantochten door de gloeiende Arabische woestijn. In Alexandrië werden ze geladen in Turkse en Griekse schepen voor de reis over de Middellandse Zee. Al die vervoerders moesten natuurlijk vracht hebben voor hun transport. Maar zij brachten niet de ergste duurte aan. Op hun reis passeerden de koopwaren vele landen. En al de koningen en sjeiks van deze landen hieven belasting op de waren. Dit was de oorzaak waardoor de specerijen, in de streken waar ze werden verbouwd bijna om niet te koop, in Europa peperduur waren, en alle andere Indische produkten eveneens.

Desondanks profiteerde Venetië geweldig van deze handel. Dat kon Zarco zien. Met een gondel varend door de grachtenstad keek hij zijn ogen uit aan de rijke koopmanshuizen en de prachtige kerken en paleizen.

[pagina 68]
[p. 68]

Als Portugal de zeeweg naar Indië, die Bartholomeüs Dias had gevonden, eens gebruiken ging! Dan zouden de oosterse waren per schip van Indië naar Lissabon worden vervoerd. Een menigte van karavaandrijvers zou dan worden uitgeschakeld. En al de vorsten van de tussengelegen landen zouden er niet meer van plukken.

Terug in Lissabon zocht Zarco Pero de Alquemer op. In geuren en kleuren vertelde hij wat hij in Venetië had gezien. Er was geld als water te verdienen met de vaart op Indië.

Dat wist de piloot ook wel. Al wat Zarco vertelde was in Lissabon al lang bekend.

‘Wel, zijn er dan geen Lissabonse kooplui bereid om geld te steken in een reis naar Indië?’

‘Zij zijn er zeker, maar ze mogen niet. De koning...’

‘Dan moeten we naar Jacob Fugger in Augsberg gaan,’ meende Zarco. ‘Rijke Jacob heeft genoeg geld om op z'n eentje een vloot uit te rusten. Als wij naar Augsburg reizen en hem vertellen dat de Kaap ontdekt is en dat wij de zeeweg naar Indië weten, dan doet hij het vast. En van een zieke en suffe koning trekt rijke Jacob zich niets aan.’

Pero de Alquemer schudde het hoofd. Dat waren fantasieën. Er kon in Portugal veel gebeuren, maar niets zonder de koning of althans zonder het koninklijk huis. Prins Hendrik had als broer van de koning, de ontdekkingstochten op touw gezet en vele jaren geleid. Bij zijn dood stond alles stil. Ze waren pas weer op gang gekomen toen koning Johan er zich mee bemoeide. Nu deze te ziek was om te werken stond alles stil. Daar kon zelfs Jacob Fugger niets aan doen. Zonder een koninklijke opdracht kon ook hij geen vloot uitzenden. Zonder een koninklijk zegel kreeg niemand toegang tot de Indische vorsten die aan de vreemdelingen moesten toestaan handel te drijven in hun land. Er was niets aan te doen. Zij moesten wachten tot de koning - hetzij Johan, hetzij zijn opvolger - zich weer stuwend achter grote tochten stelde.

Moedeloos ging Zarco heen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken