De zeilen bleven staan zoals zij stonden. Het roer bleef midscheeps. Het was geen dienstweigering van de gezellen. Pero de Alquemer, in plaats van de bevelen te geven die moesten volgen op de order van de admiraal, liep op hem toe: ‘Heer admiraal...’
De ader bij de rechterslaap van Bartholomeüs Dias was hoog gezwollen. Hij merkte terdege hoe zijn order werd ontvangen. En nu zelfs de opperstuurman...! Hij duldde geen tegenwerking. ‘Hebt u mij niet verstaan?!’ Zijn ogen bliksemden.
Pero de Alquemer boog voor zijn meester. Luid gaf hij zijn bevelen aan de roerganger en aan Zarco op het voorschip.
De mannen aan de vallen en in het want keken elkaar aan. De roerganger begon de kolderstok naar bakboord door te halen. Hij bukte voor de sterke wil van de strenge admiraal. Al de gezellen volgden zijn voorbeeld. Ze deden hun plicht. Het schip wendde de steven.
Op dat moment ging op het schip van kapitein Infante dat, naar gewoonte, in hun zog gevaren had, een seinvlag in de mast. ‘Ik vraag scheepsraad,’ betekende die vlag.
Bartholomeüs Dias fronste de wenkbrauwen toen hij het sein zag. Hij had eerst zijn piloot en daarna zijn bemanning onder de duim gekregen. Ging nu Infante het hem lastig maken? Maar als er scheepsraad werd gevraagd mocht de admiraal deze niet weigeren. ‘Bijdraaien,’ gaf hij bevel.
Deze order werd heel gretig uitgevoerd. In een ogenblik lag het admiraalsschip met gehuikte zeilen tegenover het andere, vanwaar een boot gestreken werd.
In de admiraalskajuit kwam de scheepsraad samen: Bartholomeüs Dias, kapitein Infante met diens beide stuurlieden, Pero de Alquemer en Zarco, de jongste van het gezelschap.
De admiraal was in een geprikkelde stemming. Hoe kreeg Infante het in zijn hoofd scheepsraad te vragen, zo kort nadat zij uitgevaren waren? Als er wat te bespreken viel had hij daarmee in de Algoabaai moeten komen. Toen was er tijd, nu moest er worden opgeschoten.
‘Mijn bemanning wil naar huis,’ zei Infante. ‘De mensen zeggen dat ons doel bereikt is. Zij willen niet nog verder.’
‘En jij geeft aan die kerels toe?’ vroeg Bartholomeüs Dias honend. ‘Jij bukt voor muiters?!’ Verachtelijk keek hij naar de kapitein.
Infante sprong beledigd op. ‘U gaat te ver, admiraal. Ik heb gevraagd om scheepsraad. Dat is mijn recht. Het is het recht van ieder lid van de