ook wel straat van Gibraltar werden genoemd, hadden ze een poosje gekruist omdat het vloed was; daar was geen opwerken tegen. De eb had hen met een vaartje naar buiten gebracht. Na kaap Trafalgar hadden ze op de naald gevaren. Twee dagen lang geen schimmetje van de kust gezien, en toch waren ze kaap Vincent recht op de kop gelopen. Daarna koersten ze weer op de naald, want er hingen nevels voor de kust. Hij stond uitkijk toen er eindelijk dicht voor de boeg land opdoemde. Het was zowaar kaap Espichel. Hij vond het een wonder dat je op het kompas zo zuiver varen kon.
Pero de Alquemer had plezier in het geestdriftige verhaal van Zarco. Hij had zijn ogen en oren op zee goed open gehad en wist precies hoe ze gevaren hadden. ‘Jij blijft niet altijd voor de mast; je wordt wel stuurman, misschien nog eens kapitein.’
Zarco bloosde. De piloot sloeg hem te hoog aan. Hij stuurman? Voor roerganger kon hij nog niet eens scheep komen.
‘Je moet een paar jaar naar de zeevaartschool. Dan heb ik meer aan je als we straks de Kaap gaan zoeken. Je kunt toch lezen en schrijven?’
‘Een beetje,’ zei Zarco. Er was geen school in het dorpje bij kaap Roca, maar de pastoor had hem wat les gegeven toen hij zijn misdienaar was. Het was stellig te weinig om het onderwijs op de zeevaartschool te kunnen volgen.
Pero de Alquemer nam hem mee naar een grote bol die in zijn kamer dicht bij het raam stond. Een netwerk van lijnen was op die bol getekend; er stonden letters bij. ‘Dit is een aardbol,’ zei de piloot.
Zarco staarde in stomme verbazing naar de globe. Hij had wel eens horen zeggen dat de aarde rond was, maar was ze een bol?
De piloot wees Lissabon aan, de kust van Portugal, de straat van Gibraltar, Spanje. Dit klopte allemaal met de kaarten die hij op de kogge had gezien en die hij zelf had vergeleken met de werkelijkheid.
Pero de Alquemer wees veel meer op de globe aan: de westkust van Afrika met de vele kapen, door de Portugezen bezeild; de eilanden die zij in de Atlantische oceaan gevonden hadden: Madeira, de Kaap Verdische eilanden, de Azoren. Voorbij kaap Verde was Guinee getekend, ontdekt nadat prins Hendrik was gestorven: de Peperkust, de Goudkust, de Ivoorkust. Verder naar het zuiden waren de lijnen op de globe vaag. Daar waren de Portugezen nog niet doorgedrongen. Die kusten waren nooit in kaart gebracht. Maar van de Poorten van Hercules tot heel ver naar het oosten was de kaart duidelijk en vol bijzonderheden. De gehele Middellandse Zee met al haar kustlanden, de Rode Zee, Ara-