Hans van Tongen en De wanhébbelyke liefde
(2014)–Jillis Noozeman– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 215]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bijlage 2: De bron van De wanhébbelyke liefde en samenvatting van de kluchtOverzicht van Donneau de Visé: La Mere coqvette ov les Amans broüillezGa naar voetnoot1Personages
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
InhoudGa naar voetnoot2Acte I Scène 1: Jacinte, Lucinde De levenslustige Lucinde is weduwe, althans zo beschouwt ze zich en zo wenst ze het zich, sinds na een schipbreuk niets meer van haar echtgenoot is vernomen. Tegenover haar kamermeisje Jacinte klaagt ze dat haar dochter Belamire te groot en te mooi is. Belamire wordt aanbeden door Arimant die zij als kind heeft leren kennen, en met wie zij volgens de wens van haar vader moet trouwen. Maar Lucinde, die zelf ook verliefd is op Arimant, wil dat huwelijk verhinderen. Om Belamire uit de buurt te krijgen overweegt ze haar naar het klooster te sturen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 216]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Scène 2: Lucinde alleen Lucinde probeert haar houding te rechtvaardigen. Zij houdt van haar Belamire, maar zij is toch jaloers op het feit dat haar dochter zo mooi en aantrekkelijk is. Scène 3: Lucinde, Belamire, Jacinte Om Belamire voor haar standpunt te winnen houdt Lucinde een vurig betoog tegen het huwelijk en prijst zij de geneugten van het kloosterleven. Belamire protesteert, maar Lucinde legt haar het zwijgen op en stuurt haar weg. Scène 4: Lucinde, Jacinte Als de moeder zich wederom tegenover haar beklaagt, besluit Jacinte om het jonge stel uiteen te drijven. Ze wil Arimant overhalen te trouwen met Lucinde. Scène 5: Jacinte alleen Jacinte legt uit waarom zij de zijde van de moeder kiest en niet die van de dochter. Zij denkt haar doel te kunnen bereiken met een ongeadresseerde brief die Belamire haar heeft gegeven voor Arimant. Scène 6: Arimant, Jacinte Jacinte doet Arimant geloven dat Belamire hem afwijst en dat zij op iemand anders verliefd is. Om hem daarvan te overtuigen toont ze de brief waarvan ze zegt dat die voor de markies bestemd is. Zij suggereert Arimant dat hij wraak zou kunnen nemen door te doen alsof hij van Lucine houdt. Ontgoocheld gooit Arimant de brief weg. Scène 7: Arimant, Le Marquis De markies komt op. Gedreven door jalousie ontvangt Arimant hem zeer koeltjes, bespot zijn gedragingen en maniertjes, en beklaagt zich tegenover hem over de hardvochtigheid van zijn vader. Géronte wil hem namelijk weghouden van Belamire en hem uithuwelijken aan een geschiktere partner. Scène 8: Le Marquis, Géronte Met de komst van Géronte vlucht Arimant weg. Géronte is getuige geweest van het toiletmaken van Belamire en vertelt de markies over de verrukkingen die hij gezien heeft. De markies belooft hem spottend zich in te zullen zetten voor zijn amoureuze belangen, maar dan wel tegen klinkende munt. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 217]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Acte II Scène 1: Lucinde, Jacinte Jacinte zegt te vrezen voor de terugkeer van de verdwenen echtgenoot van haar meesteres. Maar Lucinde maakt zich er niet erg druk om. Verliefd als ze is beklaagt ze zich over het ouder worden. Jacinte roemt juist haar jeugd en haar schoonheid. Scène 2: Lucinde, Arimant, Jacinte Zoals afgesproken met Jacinte, maakt Arimant Lucinde het hof. Hij wil zijn rol graag goed spelen en overlaadt haar met complimenten. Maar terwijl hij zijn gevlei richt op de moeder, blijft hij steeds maar denken aan haar dochter Belamire. Scène 3: Lucinde, Arimant, Belamire, Jacinte Dit spel gaat door in deze scène, als Belimare op komt. Arimants loftuitingen op Lucinde vat zij op als evenzovele verwijten aan haar. Scène 4: Belamire, Jacinte Precies zoals zij dat tevoren had bedacht, maakt Jacinte Belamire wijs dat Arimant haar brief heeft verscheurd. Op haar instigatie zal Belamire wraak nemen door te verklaren dat die brief niet voor hem, maar voor de markies bestemd was. Scène 5: Belamire, Le Marquis, Jacinte Dan verschijnt de markies. Hij vertelt dat zijn nieuwe kleding bij het hof zeer in de smaak is gevallen. Als Belamire Arimant aan ziet komen, trekt ze zich terug in haar slaapvertrek, waar de markies zich ook verbergt. Scène 6: Arimant, Jacinte Arimant komt uit het slaapvertrek van Lucinde en prijst luid haar voortreffelijkheden. Maar als hij de kamer van Belamire wil binnengaan, houdt Jacinte hem tegen. Ze suggereert dat de markies zich daar bevindt. Scène 7: Arimant, Belamire, Jacinte, [Le Marquis] Belamire komt haar kamer uit en doet alsof zij op weg gaat naar die van haar moeder. Dan volgt een scène van gekrenkte liefde. ‘Ik houd van uw moeder’ zegt Arimant. ‘En ik van de markies’, antwoordt Belamire. Desondanks staan ze bijna op het punt toe te geven aan hun tedere gevoelens voor elkaar. Om te vermijden dat het zover komt, laat Jacinte de markies uit zijn schuilplaats komen.. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 218]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Scène 8: Arimant, Belamire, Lucinde, Jacinte Lucinde verschijnt ten tonele. Arimant en de markies gaan ruziënd naar buiten. Scène 9: Lucinde, Belamire, Jacinte Jacinte gaat achter hen aan om te voorkomen dat Arimant en de markies met elkaar slaags raken.
Acte III Scène 1: Lucinte, Jacinte Hoe verliefd ze ook is, toch aarzelt Lucinte om met Arimant te trouwen. Ze ziet op tegen zwangerschappen en gedoe met kinderen. Jacinte stelt haar gerust. Scène 2: Jacinte alleen Jacinte verdenkt Géronte ervan verliefd te zijn op Belamire. Ze besluit haar voordeel te doen met deze wetenschap. Scène 3: Arimant, Jacinte Jacinte vertelt Arimant, dat Belamire zich elke vleierij laat welgevallen en zich nu ook door Géronte het hof laat maken. Woedend besluit Arimant dan maar met Lucinde te trouwen. Scène 4: Arimant, Belamire, Jacinte Als Belamire verschijnt, vertelt Arimant haar wat hij heeft besloten en gaat hij de kamer van Lucinde binnen. Scène 5: Belamire, Jacinte Alleen achtergebleven met Jacinte slaakt Belamire diepe verzuchtingen, en roept herinneringen op aan haar jeugd en aan de tijd dat Arimant nog van haar hield. Ze wil deze lichtzinnigheid verder vergeten. Scène 6: Belamire, Jacinte, Géronte Géronte komt op en verklaart Belamire zijn liefde in belachelijke bewoordingen. Hij begrijpt niets van de spottende opmerkingen van Jacinte. Scène 7: Géronte, Belamire, Lucinde, Arimant, Jacinte Arimant en Lucinde komen op. Terwijl Belamire en Arimant elkaar verwijten van ontrouw maken, bekennen ze elkaar, ondanks Lucinde en Géronte, bijna de waarheid. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 219]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Scène 8: Arimant, Lucinde, Balamire, Géronte, Jacinte, Ergaste De huisknecht Egaste komt de terugkeer van Lucindes echtgenoot melden. Géronte kan dit niet geloven: er is al vier jaar niets meer van hem vernomen. Scène 9: Lucinde, Arimant, Belamire, Géronte, Jacinte Jacinte bevestigt het bericht. Scène 10: Lucinde, Arimant, Belamire, Géronte, Jacinte, Le Marquis Ook de markies bevestigt het bericht. Ontdaan gaat Lucinde weg. Scène 11: Géronte, Arimant, Belamire, Jacinte Jacinte bekent dat ze iedereen om de tuin heeft geleid. Géronte stemt toe in een huwelijk tussen Arimant en Belamire. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Overzicht van Philippe Quinault: La Mere Coquette ou Les Amans BroüillezGa naar voetnoot3Personages
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 220]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
InhoudActe I Scène 1: Laurette, Champagne Champagne vertelt Laurette, dat hij door Crémente naar Turkije was gestuurd om de echtgenoot van Ismène uit de slavernij te verlossen. Door schipbreuk op de heenreis komt Champagne op Malta terecht. Hij is huiswaarts gekeerd in gezelschap van een oude christen-slaaf die met een verongelukt Turks schip eveneens op Malta was aangespoeld. Reeds gedurende zes jaar heeft Ismène niets meer van haar echtgenoot vernomen. Ismène heeft Laurette verteld dat zij haar bejaarde echtgenoot liever niet terug zou zien. Champagne had dit gesprek afgeluisterd. Crémente en Ismènes echtgenoot waren goed bevriend en hadden besloten, dat Acante en Isabelle, die elkaar al van kindsbeen af kenden, met elkaar zouden trouwen. Scène 2: Acante, Laurette, Champagne Acante geeft voor dat hij voor Ismène op bezoek komt, maar in werkelijkheid is hij gericht op Isabelle. Laurette zegt hem dat zijn vader bij Isabelle is. Scène 3: Le Marquis, Acante, Champagne, Laurette De markies overlaadt Acante met hoffelijkheden. Acante verwijt hem overdrijving en hij beklaagt zich vervolgens over de hardheid van zijn vader, die eerst wilde dat hij met Isabelle zou trouwen, maar zich nu zonder opgave van redenen hiertegen keert. De Markies is op weg naar Crémente en laat zich niet ophouden. Scène 4: Crémente, Le Marquis Crémente verlaat het vertrek van Isabelle. Hij vertelt de markies in vertrouwen dat hij verliefd is op Isabelle, die hij verraste bij het maken van haar toilet. De markies vraagt Crémente 100 Louis en deze stemt hiermee in op voorwaarde dat met zijn hulp Amante en Isabelle ruzie met elkaar zullen krijgen. Dit zou namelijk de kansen van Crémente vergroten. [‘c'est tout mon espoir De les broüiller ensemble, & de m'en prévaloir’ (vs. 363b, 364a)]. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 221]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Acte II Scène 1: Ismène, Isabelle, Laurette Als Isabelle haar kamer verlaat op weg naar haar moeder, treedt ook haar moeder uit de hare. De laatste is erg humeurig tegenover haar dochter en stuurt haar weg zonder opgave van reden. Scène 2: Ismène, Laurette Laurette wil van haar meesteres weten waarom ze Isabelle zo onwelwillend behandelde. Dan blijkt Ismènes afgunst op haar dochter. Laurette prijst vervolgens Ismènes schoonheid en aantrekkelijkheid. Als Laurette haar voorstelt Isabelle in een klooster te doen, wijst Ismène dit af, omdat ze dan niet meer om redenen van opvoeding van haar dochter onder de mensen kan komen: wandelingen, publieke spelen, (gemaskerde) bals, balletten. Ismène wenst Acante als echtgenoot. Laurette heeft er al voor gezorgd dat de gelieven niet meer met elkaar spreken. Verder geeft Ismène aan Laurette de opdracht tegen elke prijs er voor te zorgen, dat Champagne en de bevrijde grijsaard verklaren dat haar echtgenoot overleden is. Scène 3: Champagne, Laurette Laurette poogt Champagne tot de gewenste verklaring te bewegen. Maar hij aarzelt, omdat hij eerder reeds had verklaard, dat hij niet wist of de echtgenoot nog in leven is. Scène 4: Ismène, Laurette, Champagne Laurette verklaart Ismène de smartelijke dood van haar echtgenoot. Eerst na het ontvangen van de huwelijksdiamant van Ismène is Champagne bereid het overlijden te bevestigen. Scène 5: Ismène, Laurette Nu Champagne Ismènes echtgenoot dood heeft verklaard, heeft Laurette voor Ismène alle beletselen voor een huwelijk met Acante uit de weg geruimd. Ismène vreest bij het uitvoeren van haar voornemen om met Acante te trouwen echter de tegenwerking van Crémante, die zeer van haar houdt en haar mogelijk wil trouwen. Scène 6: Crémante, Ismène, Laurette Crémante biedt Ismène zijn zoon aan als tweede echtgenoot en vraagt haar voor zichzelf de hand van Isabelle. Beiden vrezen echter dat de liefde die Amante en Isabelle van jongsaf aan voor elkaar voelden, weer | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 222]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
zal terugkeren. Nadat Laurette heeft aangegeven, dat zij de kunst van het bedriegen verstaat, trekken ze zich gedrieën terug in een kamer om daar te overleggen met welke middelen zij de gelieven voor altijd kunnen scheiden. [‘Allons-y consulter ce que nous devons faire, Et voir par quels moyens nous pourrons sans retour Separer deux Amans en dépit de l'Amour’ (vss. 702-704)].
Acte III Scène 1: Isabelle, Laurette Isabelle beklaagt zich bij Laurette over de trouweloosheid van Acante. Zij houdt vol dat Acante vanwege haar geld en bezittingen Ismène wil huwen. Isabelle gruwt bij de gedachte dat hij dan haar schoonvader zou worden: ‘Mais voir mon Amant mesme en devenir l'Epoux! / Voir mon Beaupere en luy!’ (731, 732a)] Dat weigert Isabelle te geloven en ze schrijft hem een ongeadresseerd liefdesbriefje, dat Laurette hem moet brengen. Mocht Acante ongewenst reageren, dan kan Isabelle nog zeggen, dat het voor iemand anders bestemd was. Scène 2: Champagne, Laurette Champagne vraagt duizend Ecu's voor de valse verklaring door de grijsaard. Hij meldt Laurette, dat Acante nog steeds verliefd is op Isabelle. Als hij het liefdesbriefje bij Laurette opmerkt, vraagt hij of het bestemd is voor de markies. Dan nadert Acante. Scène 3: Acante, Champagne, Laurette Acante doet alsof hij voor Ismène komt, maar in werkelijkheid hoopt hij Isabelle te treffen. Champagne praat steeds zijn mond voorbij en zo hoort Acante uiteindelijk ook van Laurette dat de markies in de liefde voor Isabelle zijn rivaal schijnt te zijn en hij ziet dat Laurette een briefje bij zich draagt. Dit zou voor de markies bestemd zijn. Acante krijgt het in handen, leest de inhoud, die hem tot woede brengt, en verscheurt het. Scène 4: Isabelle, Laurette Isabelle is beledigd en boos. Laurette stelt haar voor te zeggen, dat het briefje voor de markies bestemd was. Scène 5: Crémente, Laurette Crémente vraagt Laurette of zij de achterdocht tussen de twee gelieven heeft kunnen aanwakkeren. Zij wil de verwijdering vergroten en voegt | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 223]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
eraan toe: ‘(...) pour les broüiller mieux, je veux encor plus faire; Le Marquis pour cela nous seroit necesssaire.’ (1012b, 1013). Crémente zal het regelen.
Acte IV Scène 1: Champagne, Laurette Laurette meldt Champagne, dat Isabelle de markies een bezoek heeft toegestaan. Champagne neemt aan dat beiden liefde voor elkaar hebben opgevat. Laurette bindt hem op het hart over de hele zaak niets aan Acante te zeggen. Scène 2: Le Marquis, Laurette Laurette had Isabelle voorgehouden, dat er een hooglopende ruzie tussen Acante en de markies was en dat de markies om aan een duel te ontkomen bij haar een schuilplaats hoopte te vinden. Dit zal Acante jalours maken. De markies heeft plezier om deze list. De page volgt zijn heer. Scène 3: Le Page, Le Marquis, Laurette De markies trekt de ‘magische grijze mantel’ aan, die hij van de page ontving. De koets staat op veilige afstand om zijn aanwezigheid niet te verraden. Hij gaat met Laurette de kamer van Isabelle binnen. Scène 4: Acante, Champagne Beiden bespieden de markies en Isabelle door het sleutelgat. Scène 5: Laurette, Acante, Champagne Champagne heeft zijn geheim - overeenkomstig de bedoeling van Laurette - natuurlijk aan zijn heer verteld. Laurette ontkent haar snode opzet en verspert Acante de doorgang tot het vertrek van Isabelle. Scène 6: Isabelle, Acante, Laurette, Champagne Acante, woedend, geeft voor op zoek te zijn naar de markies. Isabelle verklaart Acante, dat de markies bij haar welkom zou zijn geweest, maar Acante had het briefje dat inderdaad voor de markies bestemd was, verscheurd. Acante vraagt Isabelle een goed woordje voor hem bij haar moeder te doen die hij wil trouwen. Scène 7: Acante, Laurette, Champagne Laurette zegt Acante toe ervoor te zullen zorgen dat de markies ongemerkt de kamer van Isabelle zal verlaten. Ze vraagt Acante zich | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 224]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
daarbij rustig te gedragen ten opzichte van de markies. Acante wil zich op Isabelle wreken. Daarvoor doet Laurette hem een voorstel. Door een huwelijk met Ismène te sluiten, die bovendien over zoveel gouden en zilveren écu's beschikt, zal hij zijn doel bereiken. Champagne stimuleert zijn heer tot een huwelijk met Ismène. Scène 8: Ismène, Acante, Laurette, Champagne Laurette poogt Acante en Ismène aan elkaar te koppelen. Acante maakt - uit wraak en teleurstelling ten opzichte van Isabelle - haar moeder het hof. Hij beklaagt zich echter steeds tegenover Ismène over de trouweloosheid van Isabelle en zijn verdriet. Uiteindelijk loopt hij weg, omdat in zijn geest Isabelle steeds Ismène verdringt. Scène 9: Ismène, Laurette Laurette krijgt de opdracht de markies te laten vertrekken. Ismène aarzelt Acante te trouwen, die zich nog steeds zo aangerokken voelt tot Isabelle,omdat het haar bezwaart met de geliefde van haar dochter te trouwen: zij zou verdriet lijden. Ismène toont zich voorstander van een huwelijk tussen Crémente en haar dochter.
Acte V Scène 1: Le Marquis, Champagne, Laurette De markies verlaat het vertrek van Isabelle, gadegeslagen door Champagne, en verheugt zich erover de jalouzie van Acante te hebben gewekt. Scène 2: Acante, Champagne, Le Marquis Acante trekt de markies zijn verhullende mantel weg. De markies zou voor Acante bij zijn vader Crémente de acceptatie van de verbinding tussen hem en Isabelle bevorderen. Maar de vader bleek onvermurwbaar. Dan informeert Acante naar de gevoelens van de markies voor Isabelle. Hij antwoordt dat zij voor hem slechts een tussenstation in de liefde was. Om deze belediging van haar daagt Acante de markies tot een duel uit, hetgeen de markies ontwijkt. Scène 3: Crémante, Le Marquis, Acante De markies trekt zijn degen en Acante pakt zijn mesje. Dan bedaart Crémante de gemoederen en de markies verdwijnt snel. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 225]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Scène 4: Crémante, Acante Crémante verwijt zijn zoon de belediging van de markies en verbiedt hem nog aan zijn liefde voor Isabelle te denken. Hij meldt hem zijn eigen aanstaande huwelijk met haar. En hij laat zich niet door zijn zoon weerhouden. Nu haar vader dood blijkt te zijn, vervalt naar zijn mening de oude afspraak dat Acante en Isabelle zouden trouwen. Hijzelf is weduwnaar, dus vrij man. En gelet op zijn leeftijd, wil hij nog een aantal goede laatste jaren met haar hebben. Crémante beveelt zijn zoon aan met Ismène in het huwelijk te treden: een jeugdig man moet immers geld trouwen. Scène 5: Isabelle, Crémante, Acante Crémante is nog kwaad op zijn zoon als Isabelle binnentreedt, die het vertrek van Ismène moest verlaten toen Champagne met de grijsaard haar moeder bezocht. Terwijl Isabelle hem verklaart dat Acante haar enige liefde is, geeft Crémante hoog op van zijn liefde voor haar en snoeft op de vitaliteit van zijn oude lichaam. Zijn verhaal eindigt echter in een hoestbui. Scène 6: Crémante, Champagne, Isabelle, Acante Champagne beweegt Crémante met hem mee te gaan, omdat men hem (bij Ismène) iets heeft mee te delen. Scène 7: Acante, Isabelle Beiden aarzelen om weg te gaan. Dan wordt het bedrog ontraveld. Acantes probleem was: waarom bevond de markies zich in de gesloten kamer van Isabelle; Isabelles probleem: waarom heeft Acante haar liefdesbriefje verscheurd? Scène 8: Isabelle, Laurette, Acante Laurette bekent haar trouweloosheid in opdracht van Ismène: het bevorderen van de onenigheid tussen Acante en Isabelle, waarbij zij ook de markies heeft ingezet. Zij verklaart dat de grijsaard in werkelijkheid de echtgenoot van Ismène is. Deze bracht Crémente ertoe de oude belofte weer gestand te doen, zodat uiteindelijk Acante en Isabelle toch met elkaar zullen trouwen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 226]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Overzicht van De wanhebbelyke liefde (1678)Personages
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Inhoud1ste toneel: Joost, Hendrik Joost en Hendrik zijn met elkaar in gesprek over de liefde. Hendrik heeft zijn hart aan Lucia verpand, maar haar moeder wil geen toestemming geven voor een huwelijk.. De consequentie ervan is, dat zij dan geen bruidsschat hoeft mee te geven. Hendrik zelf zou 25.000 gulden meekrijgen. Joost heeft uit Hendriks woorden begrepen, dat het meisje in kwestie een knecht als vader had die slechts 500 pond bij zijn huwelijk inbracht. Joost vindt zo'n familie eerst te min voor zijn geslacht. Het belang van afkomst staat boven het geld. Dan wijst Hendrik erop, dat Joosts vrouw ook maar een dienstmeid was en nog wel uit Westfalen. In Amsterdam telt naar zijn mening tegenwoordig alleen nog maar het geld en niet de afkomst. Hendrik vraagt zijn vader een huwelijksaanzoek voor Lucia te doen bij haar moeder Geertruij. Hij heeft neef Adriaan met zijn Agniet, haar nichtje, al uitgestuurd om voor hem bij Geertruij een goed woordje te doen. Aanvankelijk wil Joost er niet van weten, maar als Hendrik dreigt een vroege dood te zoeken door in de oorlog tegen de Fransen te gaan, geeft hij toe. Hendrik bindt zijn vader op het hart toch vooral tactisch te handelen en het beeldschone meisje van zijn liefde steeds in gedachten te houden. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 227]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2de toneel: Joost, Lucia Joost, ‘weinig meer als séstig jaaren’ (vs 225), is aangekomen bij het huis van Geertruij, die ‘schier séventig jaaren’(vs 151) telt. De moeder is echter niet thuis en dan ontstaat er een gesprek met de dochter. Joost is zo onder de indruk van haar schoonheid, dat hij daarover bij zichzelf steeds opmerkingen maakt. Hij spreekt met haar over zijn zoon Hendrik en over de reden van zijn komst. Lucia, die in eerste instantie vereerd is met het bezoek van de vader van haar geliefde, geeft later aan dat Joost voor niets is gekomen. Want diezelfde ochtend heeft Lucia nog ruzie gehad met haar moeder, omdat zij - zonder enige argumentatie - nimmer toestemming voor het huwelijk zou geven. Nu probeert Lucia nog 10.000 pond bij Joost los te krijgen, want dan zou er geld genoeg zijn voor het huwelijk en was een weigering van de toestemming door de moeder geen beletsel meer. Daar begint Joost echter niet aan. Hijzelf bezit namelijk ongeveer 100.000 gulden. Joost is zelf zo onder de indruk van Lucia gekomen, dat hij zelf in haar geïnteresseerd is geraakt. Als blijkt, dat Lucia geen overwegend bezwaar tegen een oudere echtgenoot heeft en slechts onderhouden wil worden om zo onder het gezag van haar moeder uit te komen, vraagt Joost haar ten huwelijk. Zij stemt toe en ze wisselen een ring op trouw. Daarna spreken ze af, dat Adriaan het nieuws via zijn verloofde Agniet aan Geertruij zal brengen. Agniet onderhoudt namelijk goede betrekkingen met haar tante Geertruij. 3de toneel: Adriaan, Joost Omdat Joost Lucia ten afscheid gekust heeft, leidt Adriaan hieruit af, dat Joost erin geslaagd is van Geertruij toestemming voor het huwelijk tussen Hendrik en Lucia te krijgen. Adriaan is op weg naar Geertruij om samen met Agniet Hendriks huwelijksaanvraag bij Geertruij te bevorderen. Dat wil Joost echter voorkomen en hij brengt Adriaan ertoe samen met hem een stukje om te lopen, zodat hij hem in kennis kan stellen van de jongste ontwikkeling. 4de toneel: Agniet, Geertruij Agniet wil van Geertruij weten waarom ze geen toestemming voor het huwelijk van Hendrik en Lucia wil geven. Zo komt Agniet er achter dat Geertruij zelf verliefd is op Hendrik en daarom het huwelijk niet wil | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 228]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
toestaan. Agniet wijst op de onwenselijkheid van een groot leeftijdsverschil tussen echtelieden. Geertruij, zelf 100-34 = 66 jaar oud (vss. 302, 303), wijst op de voordelen van haar ouderdom: niet alleen is zij een ervaren vrouw, ze beschikt ook over een kapitaal van ruim 160.000 gulden (vs. 318). Bij haar overlijden zou Hendrik circa een ‘Tonnegoud’ (320) erven. Als Agniet er Geertruij op wijst dat men haar om haar gedrag zal uitlachen, stuurt ze haar nichtje boos heen. 5de toneel: Adriaan, Agniet Adriaan en Agniet hebben beiden de ander groot nieuws te vertellen Ze komen er echter niet aan toe, omdat Hendrik er aan komt lopen. 6de toneel: Hendrik, Adriaan, Agniet Hendrik vraagt Adriaan en Agniet hoe de zaken er voor hem bij Geertruij voorstaan. Agniet vertelt hem eerst dat Geertruij op hem verliefd is en vervolgens vertelt Adriaan dat Lucia zich met zijn vader verloofd heeft. Hendrik ervaart de situatie direct als verloren, maar Agniet ziet nog een oplossing. Als Hendrik Geertruij het hof maakt, kan wellicht een huwelijk tussen Joost en Lucia voorkomen worden. Men zal immers nooit toestaan, ‘dat een vader 't kind/ Van zyn zoons vrouw trouwt’ (vs. 387b, 388a) en nog minder, ‘Dat een moeder haar schoonzoons zoon trouwt’ (vs. 390). 7de toneel: Hendrik, Geertruij Hendrik meldt Geertruij, dat hij niet voor Lucia komt, maar voor haar. En verder, dat Lucia zich verloofd heeft met zijn vader Joost. Geertruij roemt de beslissing van haar dochter, dat zij een oudere, welgestelde echtgenoot heeft gekozen, en adviseert Hendrik naar dit voorbeeld ‘een fraije bejaarde huismoeder’ (vs. 419) te zoeken. Omdat Hendrik van Agniet gehoord heeft dat Geertruij wel oog voor hem had, komt hij haar nu ten huwelijk vragen. Geertruij is dolblij en stelt Hendrik voor het huwelijkscontract geheel overeenkomstig zijn wens op te laten stellen. Ze wisselen ringen op trouw uit en Hendrik vertrekt om het contract te laten opmaken. Hij weet nog net te voorkomen dat ze elkaar ten afscheid kussen. 8ste toneel: Hendrik, Adriaan Hendrik laat Adriaan zien dat hij van Geertruij een ring heeft ontvangen. Ze kunnen echter niet verder praten, omdat Joost er aan komt. Hendrik | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 229]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ontwijkt de ontmoeting met zijn vader door snel een straatje om te lopen. 9de tonaal: Joost, Adriaan Joost, die er opmerkelijk vrolijk en jong uitziet, vraagt aan Adriaan of Hendrik soms boos op hem is, omdat hij zijn zoon zag weglopen. Adriaan ontkent dit en vertelt Joost dat Hendrik zich heeft verloofd en nu zijn vaders instemming verzoekt. De aanstaande bruid is weduwe met kind, oud en welgesteld: ze bezit ‘wel anderhalve tonnegouds’ (vs. 477). Aanvankelijk is Joost enthousiast. Maar wanneer Adriaan zegt: het betreft ‘Uw bruids moeder’ (vs. 489a), wordt hij boos en wil het huwelijk tegenhouden. Adriaan wijst hem er echter op, dat Hendrik niets anders doet dan wat Joosts bruid doet. Joost betrekt de vergelijking echter op zichzelf: ‘neem ik myn vaders toekomende moeder?’ (vs. 493). Adriaan stemt met Joosts verwijt in, dat een huwelijk van Hendrik met Geertruij ongepast is, maar dat geldt evenzeer voor zijn voorgenomen huwelijk met Lucia. Joost vreest dat Hendriks huwelijksplan het zijne zal blokkeren. Hij zal zich echter niet door Hendrik laten tegenhouden en hem zo nodig zijn legitieme portie of een schenking bij leven geven. Adriaan wijst erop dat Hendrik bij Geertruij echter meer geld ontvangt. Als Adriaan bemerkt dat Joost niet van zijn huwelijk af te brengen is, pleit hij Hendrik vrij. Hij is onschuldig aan de ontstane situatie, omdat Geertruij hem heeft betoverd. Zij greep haar kans toen haar dochter een verbintenis met Joost aanging. Niet Hendrik, maar Geertruij veroorzaakt dus dat Joosts huwelijk met Lucia geblokkeerd dreigt te worden. Adriaan brengt Joost ertoe op hoge poten naar Geertruij te stappen om haar ertoe te bewegen van haar huwelijk af te zien. 10de toneel: Joost, Geertruij Joost scheldt Geertruij de huid vol en maakt haar het verwijt zijn zoon te hebben betoverd. Daarbij verwijt hij haar, dat ze er opgedirkt uitziet. Geertruij, die daarop Joosts overdreven kleding bespot, verwijt hem dat hij haar enige dochter verleid heeft, en scheldt hem uit voor een oude vieze gluurder. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 230]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
11de toneel: Lucia, Joost, Geertruij Lucia komt ten tonele en neemt het op voor haar aanstaande echtgenoot. Ze maakt haar moeder duidelijk, dat ze niet door Joost is verleid, maar dat ze zelf in hem geïnteresseerd is. 12de toneel: Hendrik, Joost, Geertruij, Lucia Hendrik komt op en wil in de discussie de zijde van zijn aanstaande echtgenote Geertruij kiezen. Joost staat Hendrik echter niet toe vóór hem als eerste te spreken. Hij is immers zijn vader, waarop Hendrik repliceert, dat Joost spoedig (dat is na Hendriks huwelijk) zijn zoon zal zijn. Lucia grijpt haar kans en voegt Geertruij toe, dat haar moeder na haar huwelijk met Hendrik haar dochter zal zijn. Daarop wil Geertruij Lucia uit woede aanvallen. 13de toneel: Adriaan, Agniet, Joost, Geertruij, Lucia, Hendrik De discussie over wie het woord mag voeren, wordt vervolgd. Joost als vader van Hendrik het eerst? Dit vervalt omdat Hendrik na zijn huwelijk gelijk recht van spreken heeft. Want dan wordt Joost Hendriks zoon. Joost als oudste? Dit vervalt, omdat Geertruij ouder is. Maar dat geldt ook niet, want man gaat voor vrouw. Geertruij laat dan Hendrik namens haar spreken. Lucia steunt dit voorstel en begrijpt kennelijk, dat de leeftijden bij elkaar worden opgeteld. Haar leeftijd bij die van Joost is 60 + 20 = 80 jaren. Het aantal jaren van Geertruij en Hendrik is echter 66 + 24= 90 jaren. Joost erkent eindelijk zijn verlies van Hendrik. Dan neemt Adriaan het woord: ‘het schynt van de réden te wyken, / Dat men u alle vier aan malkander trouwen zou, / En dat een zoon zyn vaders schoonvader zou zyn. / 't Is tégen de wétten: / En om u de een tégen des anders huuwelyk te zétten. / Hebt gy allebei éven groote réden.’ (vss. 594b-599a). De vrienden zullen de huwelijken betwisten en alle vier de trouwlustigen zouden onder stadscuratele geplaatst worden. Verder zouden de vrienden degene die van het huwelijk af zou willen, steunen. [Hier bluft Adriaan waarschijnlijk, want op toneel hebben we niet gezien of gehoord dat hij zijn vrienden over de huwelijken heeft gesproken.] Dan vraagt Adriaan aan Hendrik, die immers als eerste het woord mag voeren, of hij zijn huwelijksverplichting wil opgeven. Hij stemt toe. Vervolgens doen Lucia, Joost en Geertruij | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 231]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
hetzelfde. Om de liefdebrand van Geertruij te koelen stelt Adriaan voor dat ze met Joost zal trouwen. Vervolgens worden Hendrik en Lucia aan elkaar gekoppeld en op instigatie van Agniet vormen Adriaan en zijzelf het derde paar. |
|