Hans van Tongen en De wanhébbelyke liefde
(2014)–Jillis Noozeman– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 5]
| |
Woord voorafDeze uitgave van Hans van Tongen en De wanhébbelyke liefde is het resultaat van de opdracht die ik 8 oktober 2010 van de daartoe gemachtigde commissie van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde ontving. Drie personen hebben daaraan bijgedragen. In 1999 en 2000 hebben Mirjam Celie-Imthorn en ik intensief gewerkt aan De wanhébbelyke liefde. Haar voortreffelijke doctoraalscriptie vormt de basis voor de annotatie en van de studie over het auteurschap, en die over de relatie tussen de eerste en tweede versie van deze klucht.Ga naar voetnoot1 Bij het voorbereiden van de vergelijking van De wanhébbelyke liefde met de Franse bron kon ik gebruik maken van de expertise van mijn oud-collega's van de opleiding Frans op de VU te Amsterdam: dr. Martin Hietbrink en dr. Reinier Lops. Hietbrink vertaalde de samenvatting in bijlage 2 van La mère coquette, geschreven door Donneau de Visé, en Lops voorzag me van een vertaling van het gelijknamige blijspel door Philippe Quinault.
Het interpreteren van teksten blijft een subjectieve aangelegenheid. Om zo groot mogelijke zekerheid te krijgen heb ik intensief gebruik gemaakt van het WNT, zowel van de papieren als van de online versie.Ga naar voetnoot2 Alleen waar dit mijns inziens gewenst was, vermeld ik in de annotaties de vindplaats. Ter verduidelijking van de syntactische structuur geef ik geregeld grammaticale toelichting.
Hans van Tongen en De wanhébbelyke liefde zijn beide kluchten die het verdienen om - eventueel in bewerking - weer gespeeld te worden. Daarbij denk ik niet alleen aan toneelvoorstellingen, maar ook aan opvoeringen in de open lucht bij historische feesten. Naar ik hoop zijn toneelgezelschappen hiertoe bereid.
Oegstgeest, voorjaar 2012 |
|