Jeugdige minne-spiegel(1634)–Pieter Nootmans– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 137] [p. 137] Eer-Dicht Op het Maend-Schut van het blaeuwe Vaendel, gehouden op de Doelen, 1630. Den Hage spreeckt: Hoe bral ick 'sGraven-Haegh, Voogdesse van veel Steden! Die van soo menigh Heldt en Ridder wordt betreden˙ Hoe vrolijck juych ick uyt, door 'tschat'ren van mijn Rom, Vermits ick sellifs nu op dit mijn Maend-Schut kom: Alwaer ick blijd'lijck sie mijn trouwe Officieren Mijn oud-gestelde Wet eendrachtelijcken vyeren, En weeren van haer wegh de bleeck' twist-gier'ge Haet; Vermits mijn blaeuwe Vaen op Liefd' geanckert staet. Dits een soo oude Wet, als Bondus heeft beschreven, Dat my den achtsten Graeff die wetlijck heeft gegeven, [pagina 138] [p. 138] En wilde door sijn woordt, dat ick dit vast Verbandt Sou stellen inden Haegh, als Pronckster van het Landt, Geen Pronckster door Gebou, als veel bemuyrde Steden; Maer een, daer over-daet in't minst' niet wert geleden: Geen over-daedt ick meen van een seer gulsigh mensch, Maer daer het blinde Recht sijn recht krijgt na sijn wensch. Dus vrolijck Mannen nu, een-stemmigh wilt my loven, Door wien de bitse Nijdt wert van u wegh verschoven, Voor wien de Twee-dragt beeft, die noch mijn trouwe Bort, Noch niemandt van mijn Volck in't minste doe te kort; Maer yder een bemin: Dies sal ick u van Bladen Doen vlechten eene Kroon, voor al u trouwe Daden: Om thoonen dat ick ben Lief-hebster vanderKist, Op wien de Nijdt vaeck grimt, doch staegs haer pijlen mist, [pagina 139] [p. 139] Iae mist door Deugds-Bestier, vermits een trouwe Pater Een scharp-suyr-wrangend' drank seer dikwils mengt met water: Met water dat de Twist en Twee-dragt soo versacht, Dat ick hem van mijn Volck als Rot-hooft waerdigh acht. Een of Geen. Vorige Volgende