IV
Angst, benzine en zon heten de drie acteurs, die de laatste twee dagen razend snel op het toneel gesprongen zijn om een beslissende rol te spelen. Angst, dat prachtige sentiment dat de Gaulle altijd in zijn kluis klaar heeft liggen. Angst voor de communisten, overgeleverde angst voor een volksfront, angst die maar even door de straten hoeft te paraderen om menige middenstander dat koude gevoel in het merg te bezorgen, waardoor hij als het even kan, en de kust weer veilig lijkt, zijn opgevouwen tricolore uit de kast rukt en met zijn nu weer volle tank benzine paraat de Champs Elysées oprijdt om luid toeterend eer en dank te bewijzen aan de Redder des Vaderlands. Benzine, waardoor al die mooie stilstaande voorwerpen weer door de straten schuiven, waardoor de aanwezigen plotseling afwezig konden zijn en vluchten in de aandoenlijke natuur, die van geen geweld wil weten. Een meesterslag, die benzine: de stad was weer zichzelf, wat dat dan ook moge betekenen - want dat de Metro niet rijdt kun je boven de grond niet zien, en boven dat alles schijnt de zon, voor deze gelegenheid gaullist geworden, en geeft Parijs een vrolijk en zeker niet verbitterd gezicht.
Verrukkelijke dagen, leerzame dagen. Op het Odéon, op de fabrieken, op de Sorbonne wapperen nog steeds de zwarte en rode vlaggen, boosaardige pamfletten worden goed gehumeurd verkocht en gekocht, de slag is geïncasseerd en een andere wordt voorbereid. Want het is niet over. Daarvoor is er te veel gebeurd. Na de rede, na de tanks, na het verschijnen, overal, op alle bruggen en strategische punten, van de luguber uitziende formaties dreigende ordepolitie, na de lange stoeten schreeuwerige gaullistische auto's die niettemin zeer wijselijk uit de buurt van de studenten bleven, na katers en wederzijdse verwijten, na de vrijwel zekere verwachtig van een behoudende zege voor de Gaulle in de verkiezingen, na het tellen van wonden, nederlagen, vermisten (een aantal studenten totaal verdwenen, sommigen voor het leven blind, geruchten over doden), na het afschrijven van Mitterrand, die gespeeld heeft en verloren, en na de koude woede van de communisten, die jaren lang getracht hebben om via democratische weg aan tafel te komen en die zich nu, door studenten en jonge arbeiders hebben laten verleiden de straat op te gaan voor een massademonstratie, waarbij iedereen gelukkig was maar die nu juist door de Gaulle gebruikt is als troefkaart bij het angstspel, na dat alles en de treurigheid